Installatie- en gebruikershandleiding
Labcom 221 BAT
Gegevensoverdrachtseenheid
DOC002199-NL-1
11/3/2023
1 Algemene informatie over de handleiding
Deze handleiding is een integraal onderdeel van het product.
- Lees de handleiding voordat u het product gebruikt.
- Houd de handleiding gedurende de gehele levensduur van het product bij de hand.
- Geef de handleiding aan de volgende eigenaar of gebruiker van het product.
- Meld eventuele fouten of discrepanties met betrekking tot deze handleiding voordat u het apparaat in gebruik neemt.
1.1 Conformiteit van het product
De EU-conformiteitsverklaring en de technische specificaties van het product maken integraal deel uit van dit document.
Al onze producten zijn ontworpen en vervaardigd met inachtneming van de essentiële Europese normen, wetten en voorschriften.
Labkotec Oy beschikt over een gecertificeerd ISO 9001-kwaliteitsmanagementsysteem en een ISO 14001-milieumanagementsysteem.
1.2 Beperking van aansprakelijkheid
Labkotec Oy behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen in deze gebruikershandleiding.
Labkotec Oy kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade die ontstaat door het negeren van de instructies in deze handleiding of richtlijnen, normen, wetten en voorschriften met betrekking tot de installatielocatie.
De auteursrechten op deze handleiding zijn eigendom van Labkotec Oy.
1.3 Gebruikte symbolen
Veiligheidsgerelateerde borden en symbolen
GEVAAR!
Dit symbool geeft een waarschuwing over een mogelijke fout of gevaar. Bij het negeren kunnen de gevolgen variëren van persoonlijk letsel tot de dood.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing over een mogelijke fout of gevaar. Bij het negeren van de gevolgen kan persoonlijk letsel of schade aan het eigendom ontstaan.
VOORZICHTIGHEID!
Dit symbool waarschuwt voor een mogelijke storing. Bij het negeren van het apparaat en alle aangesloten faciliteiten of systemen kunnen worden onderbroken of volledig uitvallen.
2 Veiligheid en milieu
2.1 Algemene veiligheidsinstructies
De installatie-eigenaar is verantwoordelijk voor de planning, installatie, inbedrijfstelling, bediening, onderhoud en demontage op de locatie.
Installatie en inbedrijfstelling van het apparaat mag alleen door een opgeleide professional worden uitgevoerd.
De bescherming van het bedienend personeel en het systeem is niet gegarandeerd als het product niet wordt gebruikt in overeenstemming met het beoogde doel.
Wetten en voorschriften die van toepassing zijn op het gebruik of het beoogde doel moeten in acht worden genomen. Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het beoogde gebruiksdoel. Als u deze instructies negeert, vervalt elke garantie en ontslaat u de fabrikant van elke aansprakelijkheid.
Alle installatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd zonder voltage.
Tijdens de installatie moeten geschikte gereedschappen en beschermende uitrusting worden gebruikt.
Er moet indien nodig rekening worden gehouden met andere risico's op de installatielocatie.
2.2 Beoogd gebruik
De Labcom 221 GPS is primair bedoeld voor het overbrengen van meet-, toerekenings-, positie-, alarm- en statusinformatie naar de LabkoNet-server vanaf locaties waar geen vaste stroomvoorziening aanwezig is of waar de installatie ervan te duur zou zijn.
Er moet een LTE-M / NB-IoT-netwerk beschikbaar zijn voor het apparaat voor gegevensoverdracht. Er kan ook een externe antenne worden gebruikt voor gegevensoverdracht. De positioneringsfunctionaliteiten vereisen een satellietverbinding met het GPS-systeem. De positioneringsantenne (GPS) is altijd intern en er is geen ondersteuning voor een externe antenne.
Een meer specifieke beschrijving van de werking, installatie en het gebruik van het product vindt u verderop in deze handleiding.
Het apparaat moet worden gebruikt in overeenstemming met de instructies in dit document. Ander gebruik is in strijd met het gebruiksdoel van het product. Labkotec kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door gebruik van het apparaat in strijd met het gebruiksdoel ervan.
2.3 Transport en opslag
Controleer de verpakking en de inhoud op eventuele beschadigingen.
Zorg ervoor dat u alle bestelde producten heeft ontvangen en dat deze naar behoren zijn.
Bewaar de originele verpakking. Bewaar en transporteer het apparaat altijd in de originele verpakking.
Bewaar het apparaat in een schone en droge ruimte. Houd u aan de toegestane opslagtemperaturen. Als de bewaartemperaturen niet afzonderlijk zijn weergegeven, moeten de producten worden opgeslagen onder omstandigheden die binnen het bedrijfstemperatuurbereik liggen.
2.4 Reparatie
Het apparaat mag niet worden gerepareerd of aangepast zonder toestemming van de fabrikant. Als het apparaat een defect vertoont, moet het aan de fabrikant worden geleverd en worden vervangen door een nieuw apparaat of een apparaat dat door de fabrikant is gerepareerd.
2.5 Buitenbedrijfstelling en verwijdering
Het apparaat moet buiten gebruik worden gesteld en worden afgevoerd in overeenstemming met de plaatselijke wet- en regelgeving.
3 Productbeschrijving
Figuur 1. Labcom 221 BAT productbeschrijving
- Interne externe antenneconnector
- SIM-kaartsleuf
- Serienummer van het apparaat = apparaatnummer (staat ook op de deksel van het apparaat)
- Batterijen
- Extra kaart
- TEST-knop
- Externe antenneconnector (optie)
- Doorvoeren voor verbindingsdraden
4 Installatie en inbedrijfstelling
Het apparaat moet op een stevige ondergrond worden geïnstalleerd, waar het geen direct risico loopt op fysieke schokken of trillingen.
Het apparaat is voorzien van schroefgaten voor installatie, zoals weergegeven in de meettekening.
De kabels die op het apparaat worden aangesloten, moeten zodanig worden geïnstalleerd dat er geen vocht bij de doorvoeren kan komen.
Figuur 2. Labcom 221 BAT meettekening en installatiematen (mm)
Het apparaat beschikt over vooraf ingestelde configuraties en parameters en wordt geleverd met een geïnstalleerde SIM-kaart. VERWIJDER DE SIM-kaart NIET.
Zorg voor het volgende in het kader van de inbedrijfstelling voordat u batterijen installeert, zie Batterijen op pagina 14 ( 1 ):
- De draden zijn correct geïnstalleerd en stevig vastgezet op de aansluitklemmen.
- Indien geïnstalleerd, is de antennedraad goed vastgemaakt aan de antenneconnector in de behuizing.
- Indien geïnstalleerd, blijft de interne antennedraad in het apparaat aangesloten.
- Alle doorvoeren zijn verstevigd om vocht buiten te houden.
Zodra alle bovenstaande punten in orde zijn, kunnen de batterijen worden geplaatst en kan de deksel van het apparaat worden gesloten. Zorg er bij het sluiten van de deksel voor dat de dekselafdichting correct is geplaatst om stof en vocht uit het apparaat te houden.
Na het plaatsen van de batterijen maakt het apparaat automatisch verbinding met de LabkoNet-server. Dit wordt aangegeven door knipperende LED's op de printplaat.
De ingebruikname van het apparaat wordt bevestigd met de LabkoNet-server door te controleren of het apparaat de juiste informatie naar de server heeft verzonden.
5 Verbindingen
Lees vóór de installatie het hoofdstuk Algemene veiligheidsinstructies.
Maak de aansluitingen wanneer het apparaat spanningsloos is.
5.1 Passieve mA-sensor
Labcom 221 BAT voorziet het meetcircuit van de passieve transmitter/sensor van het bedrijfsvolumetage vereist door de sensor. De plus-leiding van het meetcircuit is aangesloten op de voltagDe ingang van de Labcom 221 BAT (+Vboost Out, I/O2) en de aardingsdraad van het circuit zijn verbonden met de analoge ingang van het apparaat (4-20mA, I/O9). Het uiteinde van de Protective Earth (PE)-draad is geïsoleerd met tape of krimpfolie en vrij gelaten.
Figuur 3. Ex.ampde verbinding.
5.2 Actieve mA-sensor
de voltage naar het meetcircuit van de actieve meettransmitter/sensor wordt geleverd door de transmitter/sensor zelf. De plusgeleider van het meetcircuit is verbonden met de analoge ingang van het Labcom 221 GPS-apparaat (4-20 mA, I/O9) en de aardgeleider van het circuit is verbonden met de aardingsconnector (GND).
Figuur 4. Ex.ampde verbinding
5.3 Schakeluitgang
Figuur 5. Ex.ampde verbinding
Het Labcom 221 BAT-apparaat heeft één digitale uitgang. De goedgekeurde voltagHet bereik is 0…40VDC en de maximale stroom is 1A. Voor grotere belastingen moet een apart hulprelais worden gebruikt, dat wordt aangestuurd door de Labcom 221 BAT.
5.4 Schakelingangen
Figuur 6. Ex.ampde verbindingen
1 bruin I/O7
2 geel DIG1
3 zwarte GND
4 Twee aparte schakelaars
5.5 voorbeeldampde verbindingen
5.5.1 Verbinding idOil-LIQ
Figuur 7. idOil-LIQ-sensorverbinding
1 zwarte I/O2
2 zwarte I/O9
De Labcom 221 BAT-gegevensoverdrachtseenheid + idOil-LIQ-sensor mag niet in potentieel explosieve omgevingen worden geïnstalleerd.
5.5.2 Verbinding idOil-SLU
Figuur 8. idOil-SLU-sensorverbinding
1 zwarte I/O2
2 zwarte I/O9
De Labcom 221 BAT-gegevensoverdrachtseenheid + idOil-LIQ-sensor mag niet in potentieel explosieve omgevingen worden geïnstalleerd.
5.5.3 Verbinding idOil-OIL
Figuur 9. idOil-OIL-sensorverbinding
1 zwarte I/O2
2 zwarte I/O9
De Labcom 221 BAT-gegevensoverdrachtseenheid + idOil-OIL-sensor mag niet in potentieel explosieve omgevingen worden geïnstalleerd.
5.5.4 Aansluiting GA-SG1
Figuur 10. GA-SG1-sensoraansluiting
1 zwarte I/O2
2 zwarte I/O9
5.5.5 Verbinding SGE25
Figuur 11. SGE25-sensorverbinding
1 rode I/O2
2 zwarte I/O9
5.5.6 Aansluiting 1-draads temperatuursensor
Figuur 12. 1-draads temperatuursensoraansluiting
1 rode I/O5
2 geel I/O8
3 zwarte GND
5.5.7 Verbinding DMU-08 en L64
Figuur 13. Aansluiting van DMU-08- en L64-sensoren
1 witte I/O2
2 bruin I/O9
3 PE Isoleer de draad
Als de DMU-08-sensor moet worden aangesloten, moet een kabelverlenging (bijv. LCJ1-1) worden gebruikt om de DMU-08-sensordraden aan te sluiten op het apparaat en van waaruit een aparte kabel wordt aangesloten op de lijnconnectoren van de Labcom 221 BAT (niet meegeleverd). Het uiteinde van de Protective Earth (PE)-draad moet worden geïsoleerd door middel van tape of krimpfolie en moet vrij worden gelaten.
5.5.8 Aansluiting Nivusonic CO 100 S
Aansluiting Nivusonic-meetcircuit
Nivusonic relais tip aansluiting (pos. puls)
Nivusonic optische tipverbinding (negatieve puls)
Figuur 14. Nivusonic CO 100 S-aansluiting
5.5.9 Aansluiting MiniSET/MaxiSET
Figuur 15. Ex.ampde verbinding
1 zwart DIG1 of I/O7
2 zwarte GND
3 schakelaar
De sensorkabel is aangesloten op de aardingsterminal (GDN) van het instrument. De tweede sensorkabel kan worden aangesloten op de DIG1- of I/07-connector. Standaard werkt de sensor als een bovengrensalarm. Als de sensor moet fungeren als een ondergrensalarm, moet de vlotterschakelaar van de sensor worden verwijderd en omgekeerd
6 batterijen
De Labcom 221 BAT wordt gevoed door batterijen. Het apparaat wordt gevoed door twee 3.6V lithiumbatterijen (D/R20), die tot meer dan tien jaar meegaan. De batterijen zijn eenvoudig te vervangen.
Figuur 16 Labcom 221 BAT-batterijen
Batterij-informatie:
Soort: Lithium
Maat: D/R20
Deeltagen: 3.6V
Hoeveelheid: Twee (2) stuks
Max. vermogen: Minimaal 200mA
7 Veelgestelde vragen over probleemoplossing
Als de instructies in dit gedeelte niet helpen bij het oplossen van het probleem, noteer dan het apparaatnummer en neem in eerste instantie contact op met de verkoper van het apparaat of anders met het e-mailadres labkonet@labkotec.fi of de klantenservice van Labkotec Oy op +358 29 006 6066.
PROBLEEM | OPLOSSING |
Het apparaat maakt geen contact met de LabkoNet-server = verbindingsfout | Open de deksel van het apparaat en druk drie (3) seconden lang op de TEST-knop aan de rechterkant van het circuitbord (als het apparaat verticaal staat). Dit dwingt het apparaat om contact te maken met de server. |
Het apparaat is verbonden met de server, maar de meet-/toenamegegevens worden niet bijgewerkt op de server. | Zorg ervoor dat de sensor/transmitter in orde is. Controleer of de aansluitingen en geleiders vastzitten aan de klemmenstrook. |
Het apparaat is verbonden met de server, maar de positiegegevens worden niet bijgewerkt. | Wijzig de installatielocatie van het apparaat, zodat het verbinding maakt met de positioneringssatelliet. |
8 Technische specificaties Labcom 221 BAT
TECHNISCHE SPECIFICATIES Labcom 221 BAT
Afmetingen | 185mm x 150mm x 30mm |
Behuizing | IP-adres 68 IP 67 bij gebruik van een externe antenne (optie) IK08 (stootbescherming) |
Gewicht | 310 gram |
Doorvoeren | Kabeldiameter 2.5-6.0 mm |
Operationele omgeving | Temperatuur: -30ºC…+60ºC |
Levering voltage | Intern 2 stuks 3.6V lithiumbatterijen (D,R20)
Extern 6-28 VDC, echter meer dan 5 W |
Antennes (*) | GSM-antenne intern/extern
GPS-antenne intern |
Gegevensoverdracht | LTE-M / NB-IoT Encryptie AES-256 en HTTPS |
Positionering | GPS |
Meetinvoer (*) | 1 st 4-20 mA +/-10 µA 1 st 0-30 V +/- 1 mV |
Digitale ingangen (*) | 2 stuks 0-40 VDC, alarm- en tellerfunctie voor ingangen |
Schakeluitgangen (*) | 1 pc digitale uitgang, max 1 A, 40 VDC |
Overige verbindingen (*) | SDI12, 1-draads, i2c-bus en Modbus |
Goedkeuringen: | |
Gezondheid en veiligheid | EN 62368-1 EN 62368-1 EN 62311 |
EMC | EN 301-489 EN 301-489 EN 301-489 EN 301-489 |
Radiospectrumefficiëntie | EN 301 511 EN 301-908 EN 301-908 EN 303 413 |
RoHS | ENIEC 63000 |
Artikel 10(10) en 10(2) | Geen exploitatiebeperkingen in enige EU-lidstaat. |
(*) is afhankelijk van de apparaatconfiguratie
DOC002199-NL-1
Documenten / Bronnen
![]() |
Labkotec Labcom 221 BAT-gegevensoverdrachteenheid [pdf] Gebruikershandleiding Labcom 221 BAT gegevensoverdrachteenheid, Labcom 221 BAT, gegevensoverdrachteenheid, overdrachteenheid, eenheid |