Vlam-indicator
Gebruikershandleiding
versie 1.0
© RC Electronics doo
Oktober 2021
Flarm Indicator – gebruikershandleiding Documentrevisie: 1.0
Oktober 2021
Contactgegevens
Uitgever en producent:
RC Electronics doo
Otemna 1c
3201 Šmartno tegen Rožni dolini
Slovenië
E-mailadres: support@rc-electronics.eu
Revisiegeschiedenis
De volgende tabel toont een volledige beschrijving van de wijzigingen die in dit document zijn aangebracht.
DATUM | BESCHRIJVING |
Oktober 2021 | – Eerste vrijgave van document |
1 Inleiding
De Flarm Indicator is een digitaal flarmbewakingsinstrument. Het beschikt over een rond “2.1”-inch display dat volledig zichtbaar is in direct zonlicht. Met een geïntegreerde Ambi-Light-sensor past het apparaat het helderheidsniveau van het scherm dynamisch aan, afhankelijk van het blootgestelde zonlicht. Dit helpt het energieverbruik te optimaliseren en zorgt voor optimaal zicht.
Voor gebruikersinteractie met de Flarm Indicator-eenheid is slechts één draaiknop nodig. Met een ingebouwde meertalige spraakmodule biedt het apparaat de piloot gesproken waarschuwingen, waarschuwingen, visuele ondersteuning van Flarm, een database met zweefvliegtuigen met Flarm ID en nog veel meer.
Hieronder vindt u de korte lijst van de Flarm Indicator-functionaliteit:
- Interne pieper
- Geïntegreerde spraakmodule
- Enkele draai-drukknoppen voor gebruikersinterface
- Twee datapoorten voor 3rd party Flarm-apparaten
- Geïntegreerde Flarm-splitter
- Zijwaarts gerichte micro SD-kaartpoort voor gegevensoverdracht
- Audio-aansluitpoort met 3.5 mm-connector als optie (1W of intercom-uitgang)
- Intercomaudio-uitgang als optie voor gemotoriseerde vliegtuigen
- Interne Flarm-zweefvliegtuigdatabase met Flarm-ID's, roepnamen, enz.
- Ondersteuning voor meerdere talen
1.1 Behoudt zich alle rechten voor
RC Electronics behoudt zich alle rechten voor op dit document en de hierin opgenomen informatie. Productbeschrijvingen, namen, logo's of productontwerpen kunnen geheel of in afzonderlijke segmenten onderworpen zijn aan eigendomsrechten.
Elk gebruik van dit document door middel van reproductie, wijziging of gebruik door derden, zonder schriftelijke toestemming van RC Electronics, is verboden.
Dit document kan alleen worden bijgewerkt of gewijzigd door RC Electronics. Dit document kan op elk moment door RC Electronics worden herzien.
Voor meer aanvullende informatie kunt u terecht op onze webplaats https://www.rc-electronics.eu/
2 Basisbediening
In de volgende sectie zullen we meer details geven over de Flarm Indicator-eenheid. We laten u de eenvoudigste manier zien om uw nieuwe apparaat en de functies ervan te gebruiken.
2.1 Opstarten
Om het apparaat in te schakelen is geen interactie nodig. Nadat de hoofdstroomvoeding is aangesloten, start het apparaat automatisch de stroomprocedure. De unit wordt gevoed via de RJ12-connector van de Flarm-unit!
Eenmaal ingeschakeld, verschijnt het Flarm Indicator-introscherm.
2.2 voorzijde view
Figuur 1: Referentie voorzijde view van de eenheid. Ook het Flarm Indicator-introscherm.
- 1 - Hoofdscherm
- 2 - Apparaatversie
- 3 - Druk-draaiknop
2.3 Gebruikersinterface
Eén draaiknop wordt door de piloot gebruikt om met de eenheid te communiceren. Om meer inzicht te krijgen in het gebruik ervan, zullen we alle functies in de volgende subparagrafen beschrijven. Knop kan met de klok mee worden gedraaid (CW) of tegen de klok in (CCW) rotatie met toevoeging van een centrale drukschakelaar.
2.3.1 Druk-draaiknop
Met behulp van de druk-draaiknop zijn de volgende functies mogelijk:
- Door rotatie wordt het weergegeven radarbereik gewijzigd of worden de waarden in de bewerkingsvelden gewijzigd.
- Kort indrukken voor bevestiging, toegang tot submenu's en bevestiging van bewerkingswaarden.
- Als u deze 2 seconden indrukt, gaat u naar het menu vanaf de hoofdpagina of verlaat u de submenu's.
2.4 Software-update
Nieuwe updates zullen worden gepubliceerd op webplaats www.rc-electronics.eu Na het downloaden van de update fileKopieer het naar een speciale micro-SD-kaart en gebruik de onderstaande updateprocedure:
- Schakel het apparaat uit door de stroomtoevoer af te sluiten.
- Plaats een micro-SD-kaart in de zijsleuf van het apparaat.
- Herstel de stroomtoevoer en wacht tot de update is voltooid.
- Na een succesvolle update kan de micro-SD-kaart worden verwijderd.
OPMERKING
Zorg ervoor dat er tijdens de software-update externe netvoeding aanwezig is.
2.5 Apparaat afsluiten
2.5.1 Verlies van hoofdingangsvermogen
Tijdens de vlucht kan een korte onderbreking van de hoofdstroom optreden wanneer de piloot overschakelt van de primaire naar de secundaire batterij. Gedurende die tijd kan het apparaat opnieuw opstarten.
3 Pagina voorbijview
Elke pagina is zo ontworpen dat de beste gebruikerservaring wordt geboden en dat deze duidelijk leesbaar is op het volledig ronde 2.1-inch display.
3.1 Hoofdpagina
Met het extern aangesloten Flarm-apparaat op een datapoort van de Flarm Indicator kunnen objecten in de buurt zijn viewed op de hoofdlijn Flarm-radarpagina. De weergegeven grafische radar met aanvullende numerieke informatie op het hoofdscherm geeft de piloot snel benodigde informatie over de omringende objecten.
Figuur 2: Flarm Radar-referentiepagina.
Het hoofdscherm toont een grafische radar, met alle gedetecteerde objecten in de buurt. De pilootpositie wordt weergegeven als een groen weergegeven zweefvliegtuig in het midden van het scherm. Gekleurde pijlen vertegenwoordigen objecten in de buurt. Blauwe pijlen tonen objecten die hoger zijn, bruine pijlen die lager zijn en witte pijlen die zich op dezelfde hoogte bevinden met een afstand van ±20m. Het geselecteerde object is geel gekleurd.
Het onderste gedeelte van het scherm is gereserveerd voor aanvullende gegevens van het momenteel geselecteerde object, evenals voor de momenteel geselecteerde radarschaal.
- F.VAR - zal vario-informatie van het geselecteerde object weergeven.
- F.ALT - zal de relatieve hoogte van het geselecteerde object weergeven.
- F.VERD –zal de relatieve afstand tot ons weergeven.
- F.ID - toont de ID (3-lettercode) van het geselecteerde object.
Door kort op de onderste draaiknop te drukken, kan de piloot een ander object van de weergegeven radar selecteren. Switch ververst ook de geselecteerde objectinformatie onderaan het scherm. Zodra er kort op wordt gedrukt, wordt het momenteel geselecteerde object gemarkeerd met de gele cirkel. Schakelen tussen objecten gebeurt door de draaiknop rechtsom of linksom te draaien. Het uiteindelijk geselecteerde object is het bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Met alleen de rotatie met de draaiknop kan het bereik van de weergegeven radar worden gewijzigd van 1 km tot 9 km. Er is geen korte of lange druk op de draaiknop nodig om deze wijziging uit te voeren.
Figuur 3: Flarm Radar-referentie.
- 1 – Weergegeven type van het geselecteerde zweefvliegtuig of naam uit de Flarm-database.
- 2 – Onze huidige positie.
- 3 – (Bruine pijl) Object, met de lagere hoogte.
- 4 – Aanvullende informatie over het momenteel geselecteerde zweefvliegtuig.
- 5 – (Gele pijl) Momenteel geselecteerd object.
- 6 – (Blauwe pijl) Object, met grotere hoogte.
- 7 – Radarbereik (kan worden geselecteerd van 1 tot 9).
NOOIT instellingen
Om binnen te komen Instellingen pagina, moet u lang op de draaiknop drukken. Eenmaal in het menu kan de piloot de parameters van de unit instellen. Bladeren door het menu gebeurt door rechtsom of linksom te draaien op de draaiknop. Om de parameters op subpagina's te selecteren of te bevestigen, moet de piloot kort op de draaiknop drukken. De waarde van de geselecteerde parameter kan vervolgens worden gewijzigd door de knop in CW of CCW te draaien.
Om terug te keren naar Instellingen pagina, selecteer de afsluitoptie of druk lang op de draaiknop.
Elke bevestigde gewijzigde parameter wordt vervolgens opgeslagen in het interne geheugen van de unit. Als de stroomuitschakeling plaatsvindt, gaan de opgeslagen parameters niet verloren.
3.2.1 Details
Submenupagina Details laat de piloot toe viewkunt u informatie over het momenteel geselecteerde object op de radarhoofdpagina toevoegen of wijzigen.
De volgende instellingen kunnen viewaangepast of aangepast in de Details submenu:
- Flarm-ID
- Registratie
- Roepnaam
- Frequentie
- Type
Figuur 4: Verwijzing naar subpagina Details.
OPMERKING
Flarm ID is de enige parameter die niet door de piloot kan worden aangepast.
3.2.2 Stem
In de Stem setup-submenu. De piloot kan het volume en de mixerinstelling voor gesproken waarschuwingen aanpassen. De submenupagina bevat ook instellingen voor extra gesproken waarschuwingen, die uitgeschakeld of ingeschakeld kunnen blijven voor gebruik tijdens een vlucht. De Stem submenu bevat de volgende instellingen:
- Volume
Bereik: 0% tot 100% - Stemtest
Om het audioniveau te testen. - Flauw verkeer
Opties:- Inschakelen
- Uitzetten
- Flarm-waarschuwingen
Opties:- Inschakelen
- Uitzetten
- Flarm obstakel
Opties:- Inschakelen
- Uitzetten
- Flarm h. afstand
Opties:- Inschakelen
- Uitzetten
- Flarm versus afstand
Opties:- Inschakelen
- Uitzetten
Figuur 5: Referentie van het spraaksubmenu.
3.2.3 Eenheden
De weergave-eenheden voor elke numerieke en grafische weergegeven indicator worden aangepast in de Eenheden submenu. Op de indicatoren kunnen de volgende instellingen worden gemaakt:
- Hoogte
Optionele eenheden:- ft
- m
- Klim tarief
Optionele eenheden:- mevrouw
- m
- Afstand
Optionele eenheden:- km
- nm
- mi
Figuur 6: Verwijzing naar het submenu Eenheden.
3.2.4 Datapoort
De werkconfiguratie van de externe datapoorten wordt ingesteld op de subpagina Gegevenspoort. De piloot kan de volgende parameters instellen:
- Gegevens poort - parameter om de communicatiesnelheid tussen de Flarm Indicator-datapoorten en het extern aangesloten apparaat in te stellen. Er kan gekozen worden uit de volgende snelheden:
- BR4800
- BR9600
- BR19200
- BR38400
- BR57600
- BR115200
OPMERKING
De communicatiesnelheid van de datapoort geldt hetzelfde voor datapoort 1 en datapoort 2.
Figuur 7: Referentie van het submenu Datapoort.
NOOIT lokalisatie
Lokale instellingen kunnen worden ingesteld in de Lokalisatie submenu met de voorkeurstaal. Piloot kan kiezen tussen de Engelse en Duitse taal.
Figuur 8: Referentie van het submenu Lokalisatie.
3.2.6 Wachtwoord
Er kunnen speciale functiewachtwoorden worden gebruikt:
- 46486 – zal Flarm Indicator instellen op de standaard fabrieksstatus
(alle instellingen worden gewist en standaardinstellingen worden gebruikt)
Figuur 9: Referentie van het wachtwoordsubmenu.
3.2.7 Informatie
Unieke apparaat-ID's zijn te zien in het submenu Informatie. De weergegeven lijst toont de volgende identificatiegegevens:
- Serienr. - serienummer van de Flarm Indicatoreenheid.
- Firmware- huidige versie van de actieve firmware.
- Hardware - versie van de hardware die in de Flarm Indicator-eenheid wordt gebruikt.
Figuur 10: Referentie van het Info-submenu.
3.3 Waarschuwingen
Zie onderstaande afbeeldingen voor de waarschuwingsreferenties.
Verkeer waarschuwing geeft aan of er een vliegtuig in de buurt is. Het rode richtingssymbool geeft de gedetecteerde richting van het vliegtuig aan.
Een rode ruit geeft aan of het nabijgelegen vliegtuig zich onder of boven onze huidige hoogte bevindt.
Figuur 11: Verkeerswaarschuwing view.
An Obstakel Er wordt een waarschuwing gegeven als de piloot te dicht bij een obstakel komt.
Een rode ruit geeft aan of het nabijgelegen obstakel hoger of lager is.
Figuur 12: Obstakelwaarschuwing view.
Zone Er wordt een waarschuwing gegeven als de piloot de verboden zone nadert. Het type zone wordt ook weergegeven in het grote grijze gebied van het display.
Een rode ruit geeft aan of de nabijgelegen zone hoger of lager is.
Figuur 13: Zonewaarschuwing view.
4 Achterkant van eenheid
De Flarm Indicator bevat de volgende externe randapparatuuraansluitingen.
Figuur 14: Referentie achterkant view van de Flarm-indicator.
Beschrijving:
- Audio 3.5 mm mono-uitgang voor luidspreker of intercom (als optie).
- Data 1 en Data 2 die worden gebruikt om apparaten met het RS232-communicatieprotocol aan te sluiten. Via deze datapoorten wordt stroom ontvangen. Zie pinoutspecificatie
4.1 Pin-out datapoort
Figuur 15: Pin-out dataconnectoren
Pincode |
Pinbeschrijving |
1 |
Voedingsingang/-uitgang (9 - 32Vdc) |
2 |
Niet gebruikt |
3 |
Niet gebruikt |
4 |
RS232 data-ingang (Farm Indicator ontvangt data) |
5 |
RS232-gegevensuitvoer (Farm-indicator verzendt gegevens) |
6 |
Grond (GND) |
5 Fysische eigenschappen
Dit gedeelte wordt gebruikt om mechanische en elektrische eigenschappen te beschrijven.
Afmetingen | 65mm x 62mm x 30mm |
Gewicht | 120 gram |
5.1 Elektrische eigenschappen
STROOMVERBRUIK
Ingangsvolumetage | 9V (Vdc) tot 32V (Vdc) |
Ingangsstroom | 80mA @ 13V (Vdc) |
AUDIO (STROOMAFGIFTE)
Uitgangsvermogen | 1W (RMS) @ 8Ω of 300mV voor intercom als optie |
DATAPOORTS (STROOMAFGIFTE)
Uitgangsvolumetage | Hetzelfde als Ingangsvoltage van de voedingsconnector |
Uitgangsstroom (MAX) | -500 mA @ 9V (Vdc) tot 32 (Vdc) per poort |
6 Installatie van de unit
6.1 Mechanische installatie
De Flarm-indicatoreenheid past in een standaardgat van 57 mm in het instrumentenpaneel, dus er is geen extra uitsparing nodig. Om het toestel in het instrumentenpaneel te installeren, draait u de drie montageschroeven (zwart) los met een schroevendraaier en de knop van de draaischakelaar.
Gebruik geen geweld om de knop te verwijderen. Verwijder eerst het inpersdeksel om bij de schroef te komen. Na het losdraaien van de schroef trekt u de knop eraf. Draai vervolgens de bevestigingsmoer voor draaischakelaars los.
Plaats het toestel in het instrumentenpaneel en draai eerst de twee zwarte schroeven erin en daarna de montagemoeren voor draaischakelaars. Plaats daarna de knop terug op de draaischakelaar. Vergeet niet de knop weer op zijn plaats te draaien en het indrukdeksel er weer op te plaatsen.
Documenten / Bronnen
![]() |
RC Electronics Flarm Indicator Standaard 57 mm-eenheid met een rond grafisch display [pdf] Gebruikershandleiding Flarm-indicator Standaard 57 mm-eenheid met een rond grafisch display, Flarm-indicator |