TOSHIBA-LOGO

TOSHIBA TCB-SFMCA1V-E multifunctionele sensor

TOSHIBA-TCB-SFMCA1V-E-Multifunctionele sensor-PRO

Dank u voor uw aankoop van de “Multifunctionele sensor” voor de TOSHIBA airconditioner.
Lees voordat u met de installatiewerkzaamheden begint deze handleiding aandachtig door en installeer het product op de juiste manier.

Modelnaam: TCB-SFMCA1V-E
Dit product wordt gebruikt in combinatie met een ventilatie-unit met warmteterugwinning. Gebruik de multifunctionele sensor niet alleen of in combinatie met producten van andere bedrijven.

Productinformatie

Dank u voor uw aankoop van de multifunctionele sensor voor de TOSHIBA airconditioner. Dit product wordt gebruikt in combinatie met een ventilatie-unit met warmteterugwinning. Houd er rekening mee dat het niet alleen of in combinatie met producten van andere bedrijven mag worden gebruikt.

Specificaties

  • Modelnaam: TCB-SFMCA1V-E
  • Producttype: Multifunctionele sensor (CO2 / PM)

Lijst met instellingen voor CO2/PM2.5-sensor DN-code
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de DN-code-instellingen en hun beschrijvingen:

DN-code Beschrijving GEGEVENS EN BESCHRIJVING INSTELLEN
560 Controle van de CO2-concentratie 0000: ongecontroleerd
0001: Gecontroleerd
561 Weergave van de CO2-concentratie op de afstandsbediening 0000: Verbergen
0001: Weergave
562 Correctie van de weergave van de CO2-concentratie op de afstandsbediening 0000: Geen correctie
-0010 – 0010: Weergavewaarde afstandsbediening (geen correctie)
0000: Geen correctie (hoogte 0 m)
563 CO2-sensor hoogtecorrectie
564 Kalibratiefunctie CO2-sensor 0000: Automatische kalibratie ingeschakeld, Kalibratie forceren uitgeschakeld
0001: Automatische kalibratie uitgeschakeld, Kalibratie forceren uitgeschakeld
0002: Automatische kalibratie uitgeschakeld, Kalibratie forceren ingeschakeld
565 Kalibratie van CO2-sensorkracht
566 PM2.5-concentratiecontrole
567 PM2.5 Concentratie afstandsbediening display
568 PM2.5 Concentratie-afstandsbediening displaycorrectie
790 CO2-doelconcentratie 0000: ongecontroleerd
0001: Gecontroleerd
793 PM2.5 doelconcentratie
796 Ventilatieventilatorsnelheid [AUTO] vaste werking
79A Vaste instelling ventilatorsnelheid
79B Concentratiegecontroleerde minimale ventilatorsnelheid

Instructies voor productgebruik

Hoe u elke instelling kunt instellen
Volg deze stappen om de instellingen te configureren:

  1. Stop de ventilatie-unit met warmteterugwinning.
  2. Raadpleeg de installatiehandleiding van de ventilatie-unit met warmteterugwinning (7 Installatiemethode voor elke systeemconfiguratie) of de installatiehandleiding van de afstandsbediening (9. DN-instelling in het menu 7 Lokale instellingen) voor details over het instellen van de DN-code.

Sensorverbindingsinstellingen
Om automatische regeling van de ventilatorsnelheid uit te voeren met behulp van de CO2/PM2.5-sensor, wijzigt u de volgende instelling:

DN-code GEGEVENS INSTELLEN
Multifunctionele sensor (CO2 / PM) 0001: Met aansluiting

Veelgestelde vragen

  • Vraag: Kan ik de multifunctionele sensor afzonderlijk gebruiken?
    A: Nee, dit product is ontworpen voor gebruik in combinatie met een ventilatie-unit met warmteterugwinning. Als u het op zichzelf gebruikt, kan dit leiden tot onjuiste functionaliteit.
  • Vraag: Kan ik de multifunctionele sensor gebruiken met producten van andere bedrijven?
    A: Nee, dit product mag alleen worden gebruikt met de TOSHIBA airconditioner en de gespecificeerde ventilatie-unit met warmteterugwinning.
  • Vraag: Hoe kalibreer ik de CO2-sensor?
    A: Raadpleeg de DN-code-instellingen voor kalibratie van de CO2-sensor. De handleiding biedt opties voor autokalibratie en krachtkalibratie.

Lijst met instellingen voor CO2/PM2.5-sensor DN-code

Verwijzen naar Hoe u elke instelling instelt voor de details van elk item. Raadpleeg de installatiehandleiding van de ventilatie-unit met warmteterugwinning voor andere DN-codes.

DN-code Beschrijving GEGEVENS INSTELLEN en beschrijving Fabrieksinstelling
560 Controle van de CO2-concentratie 0000: ongecontroleerd

0001: Gecontroleerd

0001: Gecontroleerd
561 Weergave van de CO2-concentratie op de afstandsbediening 0000: Verbergen

0001: Weergave

0001: Weergave
562 Correctie van de weergave van de CO2-concentratie op de afstandsbediening 0000: Geen correctie

-0010 – 0010: Weergavewaarde afstandsbediening (geen correctie)

+ instelgegevens × 50 ppm

0000: Geen correctie
563 CO2-sensor hoogtecorrectie 0000: Geen correctie (hoogte 0 m)

0000 – 0040: Instelgegevens ×100 m hoogtecorrectie

0000: Geen correctie (hoogte 0 m)
564 Kalibratiefunctie CO2-sensor 0000: Autokalibratie ingeschakeld, Kalibratie forceren uitgeschakeld 0001: Autokalibratie uitgeschakeld, Kalibratie forceren uitgeschakeld 0002: Autokalibratie uitgeschakeld, Kalibratie forceren ingeschakeld 0000: Automatische kalibratie ingeschakeld, Kalibratie forceren uitgeschakeld
565 Kalibratie van CO2-sensorkracht 0000: Geen kalibratie

0001 – 0100: Kalibreren met instelgegevens × 20 ppm concentratie

0000: Geen kalibratie
566 PM2.5-concentratiecontrole 0000: ongecontroleerd

0001: Gecontroleerd

0001: Gecontroleerd
567 PM2.5 concentratie-afstandsbedieningsdisplay 0000: Verbergen

0001: Weergave

 

0001: Weergave

568 PM2.5 concentratie afstandsbediening displaycorrectie 0000: Geen correctie

-0020 – 0020: Weergavewaarde afstandsbediening (geen correctie)

+ instelgegevens × 10 μg/m3

0000: Geen correctie
5F6 Multifunctionele sensor (CO2 / PM)

verbinding

0000: Zonder verbinding

0001: Met aansluiting

0000: Zonder verbinding
790 CO2-doelconcentratie 0000: 1000 ppm

0001: 1400 ppm

0002: 800 ppm

0000: 1000 ppm
793 PM2.5 doelconcentratie 0000: 70 µg/m3

0001: 100 µg/m3

0002: 40 µg/m3

0000: 70 µg/m3
796 Ventilatieventilatorsnelheid [AUTO] vaste werking 0000: Ongeldig (volgens de ventilatorsnelheid in de instellingen van de afstandsbediening) 0001: Geldig (vastgesteld op ventilatorsnelheid [AUTO]) 0000: Ongeldig (volgens de ventilatorsnelheid in de instellingen van de afstandsbediening)
79A Vaste instelling ventilatorsnelheid 0000: Hoog

0001: Gemiddeld

0002: Laag

0000: Hoog
79B Concentratiegecontroleerde minimale ventilatorsnelheid 0000: Laag

0001: Gemiddeld

0000: Laag

Hoe u elke instelling instelt

Configureer de instellingen wanneer de ventilatie-unit met warmteterugwinning is gestopt (Zorg ervoor dat u de ventilatie-unit met warmteterugwinning stopt). Raadpleeg de installatiehandleiding van de ventilatie-unit met warmteterugwinning (“7 Installatiemethode voor elke systeemconfiguratie”) of de installatiehandleiding van de afstandsbediening (“9. DN-instelling” in het “7 Lokale instellingenmenu”) voor details over hoe om de DN-code in te stellen.

Sensorverbindingsinstellingen (zorg ervoor dat u deze implementeert)
Om automatische regeling van de ventilatorsnelheid uit te voeren met behulp van de CO2/PM2.5-sensor, wijzigt u de volgende instelling (0001: Met verbinding).

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001
5F6 Multifunctionele sensor (CO2/PM) aansluiting Zonder verbinding (fabrieksinstelling) Met verbinding

CO2 / PM2.5 doelconcentratie-instelling
Doelconcentratie is de concentratie waarbij de ventilatorsnelheid het hoogst is. De ventilatorsnelheid wordt automatisch gewijzigd in 7 stagafhankelijk van de CO2-concentratie en PM2.5-concentratie. De CO2-doelconcentratie en PM2.5-doelconcentratie kunnen in de onderstaande instellingen worden gewijzigd.

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001 0002
790 CO2-doelconcentratie 1000 ppm (fabrieksinstelling) 1400ppm 800ppm
793 PM2.5 doelconcentratie 70 μg/m3 (fabrieksinstelling) 100 μg/m3 40 μg/m3
  • Hoewel de ventilatorsnelheid automatisch wordt geschakeld met de ingestelde CO2-concentratie of PM2.5-concentratie als doel, verschilt de detectieconcentratie afhankelijk van de gebruiksomgeving en de installatieomstandigheden van het product enz., dus de concentratie kan boven de doelconcentratie uitkomen, afhankelijk van de werking. omgeving.
  • Als algemene richtlijn geldt dat de CO2-concentratie 1000 ppm of minder moet zijn. (REHVA (Federatie van Europese Verenigingen voor Verwarming, Ventilatie en Airconditioning))
  • Als algemene richtlijn geldt dat de PM2.5-concentratie (daggemiddelde) 70 μg/m3 of minder moet zijn. (Ministerie van Milieu van China)
  • De concentratie waarbij de ventilatorsnelheid het laagst is, verandert niet, zelfs niet als de bovenstaande instellingen zijn geconfigureerd, waarbij de CO2-concentratie 400 ppm is en de PM2.5-concentratie 5 μg/m3.

Weergave-instellingen van de afstandsbediening
De weergave van de CO2-concentratie en PM2.5-concentratie op de afstandsbediening kan worden verborgen met de volgende instellingen.

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001
561 Weergave van de CO2-concentratie op de afstandsbediening Verbergen Weergave (fabrieksinstelling)
567 PM2.5 concentratie-afstandsbedieningsdisplay Verbergen Weergave (fabrieksinstelling)
  • Zelfs als de concentratie verborgen is op het display van de afstandsbediening, wordt, wanneer de DN-code “560” en “566” regeling is ingeschakeld, automatische regeling van de ventilatorsnelheid uitgevoerd. Zie hoofdstuk 5 voor DN-code “560” en “566”.
  • Als de concentratie verborgen is, worden bij een sensorstoring ook de CO2-concentratie “- – ppm”, PM2.5-concentratie “- – μg/m3” niet weergegeven.
  • Het weergavebereik van de concentratie is als volgt: CO2: 300 – 5000 ppm, PM2.5: 0 – 999 μg/m3.
  • Raadpleeg hoofdstuk 6 voor details over het display van de afstandsbediening in een groepsverbindingssysteem.

Correctie van de concentratieweergave van de afstandsbediening
Detectie van de CO2-concentratie en PM2.5-concentratie wordt uitgevoerd in het RA-luchtpad van het hoofdgedeelte van de ventilatie-unit met warmteterugwinning. Omdat er ook oneffenheden zullen optreden in de concentratie binnenshuis, kan er een verschil ontstaan ​​tussen de concentratie die wordt weergegeven op de afstandsbediening en de omgevingsmeting etc.. In een dergelijke situatie kan de door de afstandsbediening weergegeven concentratiewaarde worden gecorrigeerd.

DN-code GEGEVENS INSTELLEN -0010 – 0010
562 Correctie van de weergave van de CO2-concentratie op de afstandsbediening Weergavewaarde afstandsbediening (geen correctie) + instellingsgegevens × 50 ppm (fabrieksinstelling: 0000 (geen correctie))
DN-code GEGEVENS INSTELLEN -0020 – 0020
568 PM2.5 concentratie afstandsbediening displaycorrectie Weergavewaarde afstandsbediening (geen correctie) + instellingsgegevens × 10 μg/m3

(fabrieksinstelling: 0000 (geen correctie))

  • De CO2-concentratie verschijnt als “- – ppm” als de gecorrigeerde waarde te laag is.
  • Als de gecorrigeerde PM2.5-concentratie negatief is, wordt deze weergegeven als “0 μg/m3”.
  • Corrigeer alleen de concentratieweergavewaarde die door de afstandsbediening wordt weergegeven.
  • Raadpleeg hoofdstuk 6 voor details over het display van de afstandsbediening in een groepsverbindingssysteem.

Concentratiecontrole-instelling
Automatische ventilatorsnelheidsregeling op basis van de CO2-concentratie of PM2.5-concentratie kan individueel worden geselecteerd. Wanneer beide bedieningselementen zijn ingeschakeld, draait de unit met een ventilatorsnelheid die dicht bij de doelconcentratie ligt (de hoogste van de concentraties).

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001
560 Controle van de CO2-concentratie Ongecontroleerde Gecontroleerd (fabrieksinstelling)
566 PM2.5-concentratiecontrole Ongecontroleerde Gecontroleerd (fabrieksinstelling)
  • Zowel de CO2-concentratieregeling als de PM2.5-concentratieregeling zijn ingeschakeld in de standaard fabrieksinstellingen. Wees dus extra voorzichtig wanneer een van beide regelingen is uitgeschakeld, aangezien de volgende fouten kunnen optreden.
    1. Als de CO2-concentratieregeling is uitgeschakeld en de PM2.5-concentratie op een laag niveau wordt gehouden, zal de ventilatorsnelheid dalen, waardoor de CO2-concentratie binnenshuis kan stijgen.
    2. Als de PM2.5-concentratiecontrole is uitgeschakeld en de CO2-concentratie op een laag niveau wordt gehouden, zal de ventilatorsnelheid dalen, waardoor de PM2.5-concentratie binnenshuis kan stijgen.
  • Zie hoofdstuk 6 voor details over de concentratiecontrole in een groepsverbindingssysteem.

Weergave op afstandsbediening en concentratiecontrole volgens systeemconfiguratie

  • Alleen ventilatiesysteem met warmteterugwinning
    (wanneer meerdere ventilatie-units met warmteterugwinning in een groep zijn aangesloten) De CO2/PM2.5-concentratie die wordt weergegeven op de afstandsbediening (RBC-A*SU5*) is de concentratie die wordt gedetecteerd door de sensor die is aangesloten op de header-unit. Automatische ventilatorsnelheidsregeling via sensor is alleen van toepassing op ventilatie-units met warmteterugwinning aangesloten op een sensor. Ventilatie-units met warmteterugwinning die niet op sensoren zijn aangesloten, werken met een vaste ventilatorsnelheid wanneer Fan speed [AUTO] is geselecteerd. (Zie sectie 8)
  • Wanneer het systeem is gekoppeld aan airconditioners
    De CO2/PM2.5-concentratie die wordt weergegeven op de afstandsbediening (RBC-A*SU5*) is de concentratie die wordt gedetecteerd door de sensor die is aangesloten op de ventilatie-unit met warmteterugwinning met het kleinste binnenadres. Automatische ventilatorsnelheidsregeling via sensor is alleen van toepassing op ventilatie-units met warmteterugwinning aangesloten op een sensor. Ventilatie-units met warmteterugwinning die niet op sensoren zijn aangesloten, werken met een vaste ventilatorsnelheid wanneer Fan speed [AUTO] is geselecteerd. (Zie sectie 8)

Minimale instelling ventilatorsnelheid
Bij gebruik met automatische ventilatorsnelheidsregeling wordt de minimale ventilatorsnelheid ingesteld op [Laag], maar dit kan worden gewijzigd naar [Gemiddeld]. (In dit geval wordt de ventilatorsnelheid op 5 niveaus geregeld)

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001
79B Concentratiegecontroleerde minimale ventilatorsnelheid Laag (fabrieksinstelling) Medium

Vaste ventilatorsnelheidsinstelling zonder sensor wanneer er een sensorstoring is
In de systeemconfiguratie in sectie 6 hierboven zullen ventilatie-units met warmteterugwinning zonder sensor werken met een vaste ventilatorsnelheidsinstelling wanneer de ventilatorsnelheid [AUTO] is geselecteerd met de afstandsbediening. Bovendien zal bij ventilatie-units met warmteterugwinning die zijn uitgerust met een sensor, de unit ook op een vaste ventilatiesnelheid draaien als de sensor die de concentratieregeling uitvoert uitvalt (*1). Deze vaste ventilatorsnelheid kan worden ingesteld.

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001 0002
79A Vaste instelling ventilatorsnelheid Hoog (fabrieksinstelling) Medium Laag

Wanneer deze DN-code is ingesteld op [Hoog], zal het apparaat in de [Hoog]-modus werken, zelfs als de DN-code “5D” is ingesteld op [Extra Hoog]. Indien de ventilatorsnelheid ingesteld moet worden op [Extra Hoog], zie dan de installatiehandleiding van de WTW-ventilatie-unit (5. Vermogensinstelling voor toegepaste regeling) en stel de DN-code “750” en “754' in op 100%.

  • 1 Als zowel de CO2- als de PM2.5-concentratieregeling zijn ingeschakeld en een van beide sensoren uitvalt, draait de unit op automatische regeling van de ventilatorsnelheid met de functionerende sensor.

Instellingen CO2-sensorkalibratiefunctie
De CO2-sensor gebruikt de laagste CO2-concentratie van de afgelopen week als referentiewaarde (equivalent aan de algemene atmosferische CO1-concentratie) om automatische kalibratie uit te voeren. Wanneer het toestel wordt gebruikt op een locatie waar de atmosferische CO2-concentratie altijd hoger is dan de algemene referentiewaarde (langs hoofdwegen enz.), of in een omgeving waar de CO2-concentratie binnenshuis altijd hoger is, kan de gedetecteerde concentratie sterk afwijken van de werkelijke concentratie als gevolg van het autokalibratie-effect, dus schakel de automatische kalibratiefunctie uit of voer waar nodig een krachtkalibratie uit.

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001 0002
564 Automatische kalibratiefunctie CO2-sensor Autokalibratie ingeschakeld Forceer kalibratie uitgeschakeld

(fabrieksinstelling)

Autokalibratie uitgeschakeld Forceer kalibratie uitgeschakeld Autokalibratie uitgeschakeld Kalibratie forceren ingeschakeld
DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001 – 0100
565 Kalibratie van CO2-sensorkracht Geen kalibratie (fabrieksinstelling) Kalibreer met instelgegevens × 20 ppm concentratie

Voor krachtkalibratie stelt u, na het instellen van de DN-code “564” op 0002, de DN-code “565” in op een numerieke waarde. Voor het uitvoeren van een krachtkalibratie is afzonderlijk een meetinstrument nodig dat de CO2-concentratie kan meten. Laat de ventilatie-unit met warmteterugwinning draaien op een tijdsperiode waarin de CO2-concentratie stabiel is, en stel snel de CO2-concentratiewaarde gemeten aan de luchtinlaat (RA) in met de afstandsbediening volgens de voorgeschreven methode. De krachtkalibratie wordt slechts één keer uitgevoerd nadat de configuratie is beëindigd. Niet periodiek uitgevoerd.

CO2-sensor hoogtecorrectie
Correctie van de CO2-concentratie wordt uitgevoerd afhankelijk van de hoogte waarop de ventilatie-unit met warmteterugwinning is geïnstalleerd.

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0000 – 0040
563 CO2-sensor hoogtecorrectie Geen correctie (hoogte 0 m) (fabrieksinstelling) Instelgegevens × 100 m hoogtecorrectie

Ventilatieventilatorsnelheid [AUTO] vaste bedrijfsinstelling
Voor een systeem dat is aangesloten op een airconditioner kan de ventilatorsnelheid [AUTO] niet worden geselecteerd via de afstandsbediening. Door de instelling van de DN-code “796” te wijzigen, is het mogelijk om de ventilatie-unit met warmteterugwinning op ventilatorsnelheid [AUTO] te laten draaien, ongeacht de ventilatorsnelheid ingesteld door de afstandsbediening. Houd er in dit geval rekening mee dat de ventilatorsnelheid vast wordt ingesteld op [AUTO].

DN-code GEGEVENS INSTELLEN 0000 0001
796 Ventilatieventilatorsnelheid [AUTO] vaste werking Ongeldig (volgens de ventilatorsnelheid in de instellingen van de afstandsbediening) (fabrieksinstelling) Geldig (vast bij ventilatorsnelheid [AUTO])

Lijst met controlecodes voor CO2 PM2.5-sensor

Raadpleeg de installatiehandleiding van de ventilatie-unit met warmteterugwinning voor andere controlecodes.

Controleer code Typische oorzaak van problemen Oordelen

apparaat

Controleer punten en beschrijving
E30 Binnenunit – communicatieprobleem sensorkaart Binnen Wanneer communicatie tussen de binnenunit en de sensorkaarten niet mogelijk is (werking gaat door)
J04 Probleem met CO2-sensor Binnen Wanneer er een probleem met de CO2-sensor wordt gedetecteerd (werking gaat door)
J05 Probleem met PM-sensor Binnen Wanneer er een probleem met de PM2.5-sensor wordt gedetecteerd (werking gaat door)

* “Binnen” in “Beoordelingsapparaat” verwijst naar de ventilatie-unit met warmteterugwinning of de airconditioner.

Documenten / Bronnen

TOSHIBA TCB-SFMCA1V-E multifunctionele sensor [pdf] Gebruikershandleiding
TCB-SFMCA1V-E Multifunctionele sensor, TCB-SFMCA1V-E, multifunctionele sensor, functiesensor, sensor

Referenties

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd *