ENGWE Engine Pro 3.0 Boost Elektrische Fiets Handleiding

Veiligheidsinstructies

Beste gebruiker, Bedankt voor uw aankoop van de Engine Pro 3.0 Boost. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt. Volg de instructies nauwkeurig op om de levensduur van het product te verlengen en de veiligheid te garanderen. Stel het product niet bloot aan extreme temperaturen. Raadpleeg bij twijfel de officiële handleiding.

Algemene Veiligheidsinstructies:

• Lees alle instructies voordat u het product gebruikt.
• Bewaar deze handleiding voor toekomstige referentie.
• Gebruik het product alleen waar toegestaan en volg de lokale verkeersregels.
• Inspecteer het product voor elk gebruik op schade of losse onderdelen.
• Gebruik de meegeleverde oplader en accessoires.
• Stel het product niet bloot aan water of extreme weersomstandigheden, tenzij gespecificeerd.
• Gebruik de fiets niet onder invloed van alcohol of medicijnen.
• Draag altijd een helm (verplicht in veel regio's).
• Laad de batterij op in een goed geventileerde ruimte, weg van brandbare materialen.
• Gebruik de fiets niet als de batterij beschadigd is.
• Raadpleeg een professional voor complexe reparaties.

Belangrijke waarschuwingen:

• De maximale belasting van de fiets is 150 kg.
• Zorg ervoor dat alle schroeven en bouten goed zijn vastgedraaid voor gebruik.
• Controleer de remmen regelmatig.
• Gebruik de fiets niet op oneffen terrein of in gevaarlijke situaties zonder de nodige voorzorgsmaatregelen.

1. Productintroductie

1.1 Paklijst

• Frame met motor
• Batterij
• Stuur
• Zadel
• Voorwiel
• Achterwiel
• Voorspatbord
• Achterspatbord
• Bagagedrager
• Koplamp
• Achterlicht
• Ketting
• Achterderailleur
• Pedalen (links en rechts)
• Oplader
• Gereedschapsset (inclusief M4, M5, M6 schroeven)
• Handleiding

1.2 Componentbeschrijving

• Frame: Hoofdstructuur van de fiets.
• Motor: Geïntegreerd in het achterwiel (of middenmotor, afhankelijk van model).
• Batterij: Verwijderbare lithium-ion batterij voor stroomvoorziening.
• Stuur: Voor besturing en bedieningselementen.
• Zadel: Voor zitcomfort.
• Voorwiel & Achterwiel: Met banden en remschijven.
• Voorspatbord & Achterspatbord: Bescherming tegen opspattend vuil.
• Bagagedrager: Voor het meenemen van bagage.
• Koplamp & Achterlicht: Voor zichtbaarheid en veiligheid.
• Ketting & Achterderailleur: Voor de aandrijving en versnellingen.
• Pedalen: Voor het voortbewegen van de fiets.
• Snelspanner: Voor eenvoudige montage/demontage van wielen en zadel.
• IoT-module: Optioneel voor connectiviteitsfuncties.
• Schokdemper: Voor comfortabel rijden.
• Remmen: Hydraulische schijfremmen voor en achter.

1.3 Functiebeschrijving

Bedieningselementen:

• Voorremhendel: Activeert de voorrem.
• Achterremhendel: Activeert de achterrem.
• Schakelaar: Voor het in-/uitschakelen van de fiets.
• Versnellingspook: Voor het schakelen tussen versnellingen.
• Claxon/Bel: Voor het waarschuwen van anderen.
• Hulpversnelling: Mogelijk een boost-functie of walk-assist.

Weergavescherm (Display):

• Snelheidsweergave: Toont de huidige rijsnelheid.
• Batterijweergave: Toont het resterende batterijniveau (vaak als balkjes of percentage).
• Vermogensweergave: Toont de mate van motorondersteuning.
• Autolichtweergave: Geeft aan of de automatische verlichting actief is.
• Positiesturing: Mogelijk een indicator voor de gekozen rijmodus (bv. Eco, Normal, Sport).
• Waarschuwing: Indicatie voor foutcodes of systeemwaarschuwingen.
• Versnellingsindicator: Toont de momenteel geselecteerde versnelling.

Veelgebruikte functiebeschrijvingen:

• Aan/Uit: Druk op de aan/uit-knop om de fiets te starten of te stoppen.
• Motorondersteuning aanpassen: Gebruik de knoppen (+) en (-) op het stuur om de mate van motorondersteuning te verhogen of te verlagen.
• Koplampen aan/uit: Houd de (+) knop ingedrukt om de koplampen in te schakelen of uit te schakelen.
• Walk-assist modus: Houd de (-) knop ingedrukt om de walk-assist modus te activeren (fiets loopt mee met 3-6 km/u).
• Instellingen menu: Houd de aan/uit-knop langer dan 3 seconden ingedrukt om het instellingenmenu te openen.

2. Snelstartgids

Maximale belasting: 150 kg [max-load-icon]

2.1 Installatiehandleiding

Waarschuwing: Met de klok mee is vastdraaien, tegen de klok in is losdraaien. Gebruik de meegeleverde gereedschappen (M4, M5, M6 schroeven).

2.1.1 Installatiehandleiding - Algemeen

Controleer na het uitpakken of alle onderdelen aanwezig zijn en niet beschadigd zijn. Plaats de batterij in het batterijcompartiment en sluit deze aan.

2.1.2 Installatiehandleiding - Uitpakken

Verwijder alle verpakkingsmaterialen voorzichtig. Controleer de fiets op eventuele transportschade.

2.1.3 Installatiehandleiding - Cockpit-installatie

Bevestig het stuur aan de stuurpen met de meegeleverde schroeven (M5). Zorg ervoor dat het stuur recht staat en stevig vastzit.

2.1.4 Montage-instructies - Bagagedrager

Bevestig de bagagedrager aan het frame met de meegeleverde schroeven (M6, M5). Zorg voor een stevige montage.

2.1.5 Montage-instructies - Achterlicht

Monteer het achterlicht aan de achterkant van het frame of de bagagedrager met de meegeleverde schroeven (M5).

2.1.6 Installatiegids - Installatie van voorspatbord en voetsteun

Bevestig het voorspatbord aan de voorvork met de meegeleverde schroeven (M4, M5). Monteer de voetsteun indien aanwezig.

2.1.7 Installatiehandleiding - Installatie van wielen

Monteer het voorwiel en achterwiel in de daarvoor bestemde uitvaleinden. Gebruik de snelspanners om de wielen stevig vast te zetten. Zorg ervoor dat de remklauwen correct zijn uitgelijnd.

2.1.8 Installatiehandleiding - Zadelinstallatie en afstelling

Plaats de zadelpen in de zadelbuis van het frame. Stel de hoogte van het zadel in op een comfortabele positie en zet de zadelpen vast met de snelspanner. Zorg ervoor dat het zadel recht staat.

2.1.9 Installatiehandleiding - Koplampinstallatie

Bevestig de koplamp aan de voorvork of het stuur met de meegeleverde bevestigingsmaterialen (M5, M6). Sluit de kabel aan op de batterij of het display.

2.1.10 Installatiehandleiding - Pedaalinstallatie

Bevestig de pedalen aan de cranks. Let op: het linkerpedaal heeft een linkse schroefdraad (tegen de klok in vastdraaien), het rechterpedaal heeft een rechtse schroefdraad (met de klok mee vastdraaien).

2.1.11 Installatiehandleiding - Banden oppompen

Pomp de banden op tot de aanbevolen druk. De aanbevolen bandenspanning is niet meer dan 20 PSI. Gebruik een geschikte fietspomp.

2.1.12 Installatiehandleiding - Compleet effect

De fiets is nu volledig gemonteerd en klaar voor gebruik.

2.2 Hoe te vouwen

Volg deze stappen om de fiets in te vouwen:

1. Verwijder de batterij (zie 2.3).
2. Vouw het stuur naar beneden.
3. Vouw het frame in door de vergrendeling te openen.
4. Vouw de pedalen naar binnen.
5. Vouw het zadel naar beneden.

2.3 Hoe de batterij te verwijderen

Om de batterij te verwijderen, steekt u de meegeleverde batterijsleutel in het slot en draait u deze met de klok mee. Trek vervolgens de batterij voorzichtig uit het frame.

2.4 Hoe opladen

Er zijn twee oplaadmethoden:

• Laad de batterij rechtstreeks op het frame op: Sluit de oplader aan op de oplaadinterface op het frame.
• Laad de batterij los op: Verwijder de batterij (zie 2.3) en laad deze op met de meegeleverde oplader.

Oplaadindicatie:

• Knipperend groen lampje: Klaar om op te laden of aan het opladen.
• Constant groen lampje: Volledig opgeladen.
• Knipperend rood lampje: Storing.

2.5 Batterij activering

Activeer de batterij voor het eerste gebruik:

1. Laad de batterij volledig op (zie 2.4).
2. Wacht ongeveer 10 seconden nadat de batterij is aangesloten op het frame. Het rode lampje brandt altijd tijdens het opladen.

2.6 Hoe te rijden

Stap 1: Stel het stuur en het zadel af Stel de hoogte van het stuur en het zadel af op de juiste rijhoogte, afhankelijk van de lengte van de gebruiker. Zorg ervoor dat de snelspanners van de zadelbuis en het stuur stevig zijn vastgemaakt.

Stap 2: Schakel de stroom in en pas de koplampen aan Schakel de fiets in door de aan/uit-knop op het display of de batterij ingedrukt te houden. Houd de aan/uit-knop [power-button] of de (+) knop [plus-button] ingedrukt om de koplampen in te schakelen. Druk op de aan/uit-knop [power-button] om de verlichting aan/uit te zetten.

Stap 3: Pas de versnelling aan Gebruik de versnellingspook [shifter] om de versnelling aan te passen. De versnellingsindicator [gear-indicator] toont de huidige versnelling. U kunt de motorondersteuning aanpassen met de (+) en (-) knoppen. De meeste fietsen hebben 5 versnellingen en een walk-assist modus (houd de '-' knop ingedrukt).

Stap 4: Fietsen op de weg Voor uw veiligheid raden wij u aan een helm te dragen tijdens het fietsen. Houd u aan de verkeersregels.

Stap 5: Reminstructies Gebruik de voor- en achterremhendels om te remmen. Oefen geleidelijk druk uit op de remhendels. Bij hogere snelheden is het belangrijk om beide remmen tegelijkertijd te gebruiken voor een effectieve stop.

2.7 Instrumentinstellingen

Als de standaardinstellingen niet aan uw wensen voldoen, kunt u deze personaliseren door deze stappen te volgen:

Voer de persoonlijke instellingen in: Houd in de ingeschakelde toestand de knoppen [power-button] en [mode-button] langer dan 2 seconden ingedrukt om het instellingenmenu te openen (zie diagram 1).

Selecteer een optie: Druk op de knoppen [up-button] of [down-button] om een instellingsoptie te selecteren. Gebruik de [mode-button] om de keuzes aan te passen en druk vervolgens nogmaals op de [mode-button] om de instelling te bevestigen.

Instellingen:

• Rijhoogte: Stel de hoogte van het display in.
• Wachtwoord: Schakel het wachtwoord in of uit.
• Wijzig wachtwoord: Stel een nieuw wachtwoord in (zie diagram 2).
• Fabrieksinstellingen: Kies 'yes' om alle persoonlijke instellingen terug te zetten naar de fabrieksinstellingen.

Installatiemethoden:

1. Druk langer dan 2 seconden op de knoppen [up-button] en [down-button] om de instelling op te slaan en af te sluiten.
2. Druk op de knop [mode-button] om de instelling op te slaan.
3. Kies 'Back' onderaan de interface en klik om af te sluiten.
4. Als er geen actie wordt ondernomen binnen 1 minuut, verlaat het display automatisch de instellingeninterface.

3. Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud

Veiligheid eerst: Houd u aan de nationale en lokale verkeersregels. Zorg ervoor dat de fiets in goede staat verkeert voor elk gebruik. Gebruik de fiets niet als er problemen zijn.

3.1 Voorzorgsmaatregelen bij gebruik

• Helm: Draag altijd een goedgekeurde helm.
• Remmen: Controleer de remmen regelmatig. Oefen met remmen in een veilige omgeving.
• Verlichting: Zorg ervoor dat de koplampen en achterlichten werken, vooral bij weinig licht.
• Banden: Controleer de bandenspanning en de staat van de banden.
• Batterij: Laad de batterij op volgens de instructies. Vermijd blootstelling aan extreme temperaturen.
• Onderhoud: Voer regelmatig onderhoud uit zoals beschreven in deze handleiding.
• Vouwen: Volg de instructies voor het vouwen en uitvouwen om schade te voorkomen.
• Waterdichtheid: De fiets is waterbestendig (IPX5), maar vermijd onderdompeling of langdurige blootstelling aan zware regen.

3.2 Onderhoud en zelfinspectie

Regelmatige inspectie:

• Frame: Controleer op scheuren of deuken.
• Wielen: Controleer spaken, velgen en banden.
• Remmen: Controleer remblokken, remschijven en hendels.
• Aandrijving: Controleer ketting, tandwielen en derailleur.
• Batterij: Controleer op fysieke schade.
• Elektronica: Controleer kabels en connectoren.

Motoronderhoud: De motor vereist weinig onderhoud. Houd de motor schoon en vrij van vuil. Bij problemen, raadpleeg een professional.

Onderhoud van de batterij:

• Laad de batterij op volgens de instructies.
• Bewaar de batterij op een koele, droge plaats.
• Vermijd diepontlading. Laad de batterij op als deze langdurig niet wordt gebruikt.
• Gebruik alleen de originele oplader.

3.3 Probleemoplossing en methoden voor probleemoplossing

Foutcodes

4. Servicegids

4.1 After-sales service en garantieomvang

Voor garantieclaims of service kunt u contact opnemen met de klantenservice van ENGWE. De garantie dekt fabricagefouten en defecten in materiaal en afwerking onder normaal gebruik. Schade door onjuist gebruik, modificatie, ongelukken of normale slijtage valt buiten de garantie.

Garantieperiode:

• Frame: 12 maanden
• Wielen, stuur, opklapbare zitbuis, band: 12 maanden
• Remmen, remschijf, remhendel, zadel, zadelpen, ketting, kettingwiel, pedalen, trapas, trapaslager, voorspatbord, achterspatbord, bagagedrager, snelspanner, stuurpen, schokdemper: 6 maanden
• Koplampen, achterlichten: 3 maanden
• Motor: 12 maanden
• Accu: 12 maanden

Opmerking: Niets van de Beperkte Garantie is van toepassing op een volgende eigenaar of andere begunstigde van de e-bike.

4.2 Garantiekaart en onderhoudsgegevens

Bewaar uw garantiekaart en onderhoudsgegevens zorgvuldig. Deze documenten zijn nodig voor garantieclaims en service.

4.3 Productparametertabel

*Het maximale vaarbereik kan variëren afhankelijk van factoren zoals temperatuur (aanbevolen tussen 25°C en -10°C), wind, versnellingskeuze, belasting (75 kg), wegdek, en de mate van ondersteuning. Een lagere belasting en efficiënter rijgedrag verhogen het bereik.