MaxBlend 2: Gebruiksaanwijzingen
Handleiding voor Lucht/Zuurstof Gasmengapparaat
Introductie
De MaxBlend 2 is een compact lucht-/zuurstofgasmengapparaat met een ingebouwde zuurstofmonitor op batterijen. Het apparaat levert een precieze menging van medische lucht en zuurstof en monitort de geselecteerde zuurstofconcentraties in de gasstroom. Het apparaat is ontworpen voor gebruik in professionele gezondheidszorgomgevingen.
Veiligheidswaarschuwingen
WAARSCHUWING: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet vermeden wordt, kan leiden tot overlijden of ernstig letsel.
- Controleer altijd de voorgeschreven stroom voordat u deze aan de patiënt toedient en monitor de stroom regelmatig.
- Volg altijd de ANSI- en CGA-normen voor de hantering van medische gasproducten, flowmeters en zuurstof.
- Gebruik de MaxBlend 2 NIET, tenzij er gekwalificeerd personeel aanwezig is dat onmiddellijk kan reageren op alarmen, uitvallen of plotse storingen.
- Patiënten die aan levensinstandhoudingsapparatuur liggen, moeten te allen tijde visueel gemonitord worden.
- NEGEER de geluidsalarmen van de MaxBlend 2 NIET. De alarmen geven omstandigheden aan die uw onmiddellijke aandacht vereisen.
- GEBRUIK GEEN onderdelen, accessoires of opties die niet geautoriseerd zijn voor het gebruik met de MaxBlend 2.
- GEBRUIK GEEN stoomautoclaaf of stel de MaxBlend 2 op geen andere manier bloot aan temperaturen hoger dan 50 °C (122 °F).
- PLAK GEEN tape op het alarm, belemmer de werking ervan niet of verwijder het alarm niet tijdens klinisch gebruik.
- BEDEK de sensorpoort op de zijde van de MaxBlend 2 NIET.
- GEBRUIK GEEN smeermiddelen op de MaxBlend 2.
- GEBRUIK de MaxBlend 2 NIET totdat de correcte werking ervan geverifieerd is.
VOORZORGSMAATREGELEN: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet vermeden wordt, kan leiden tot licht of matig letsel en schade aan eigendommen.
- BERG DE MaxBlend 2 niet op in warme ruimten voor langdurige periodes.
- Om het risico op elektrostatische schokken te verkleinen mag u GEEN antistatische of elektrisch geleidende slangen gebruiken met de MaxBlend 2.
- DOMPEL de MaxBlend 2 niet onder in vloeibare sterilisatiemiddelen of in om het even welke vloeistoffen.
- SPUIT GEEN reinigingsoplossingen rechtstreeks op de sensorpoort, de ontluchtingsdemper of de opening van de zoemer.
- ZORG ERVOOR dat er GEEN reinigingsoplossingen samenlopen op het voorpaneel, de sensorpoort of de ontluchtingsdemper.
- STERILISEER de MaxBlend 2 NIET.
- GEBRUIK GEEN hogedrukpistool om de MaxBlend 2 te reinigen of te drogen.
- REINIG de MaxBlend 2 niet te veel.
- Gebruik de MaxBlend 2 altijd met schone, droge medische gassen.
- HAAL de MaxBlend 2 NIET uit elkaar.
- Zorg ervoor dat de MaxBlend 2 stevig gemonteerd is.
- De uitlaten van het apparaat kunnen een druk leveren die zo hoog is als de inlaatdruk.
- GEBRUIK de zuurstofsensor NIET, als deze beschadigd lijkt of aan het lekken is.
Specificaties
Classificatie: Beschermingsklasse: II, type B; Bescherming tegen water: IPX1; Bedrijfsmodus: Continu.
Voedingsspecificatie: 7,5 V(MAX) 1,9 W/250 mA(MAX).
Garantie: Maxtec garandeert de MaxBlend 2 voor drie jaar tegen materiaal- of fabricagefouten. De MAX-550E-zuurstofsensor is gegarandeerd voor twee jaar.
EMC-kennisgeving: Dit apparaat voldoet aan de limieten van IEC 60601-1-2 voor medische producten.
MRI-kennisgeving: Bedien de MaxBlend 2 niet in een MRI-omgeving of in de nabijheid van hoogfrequente chirurgische diathermieapparaten, defibrillatoren of therapeutische apparatuur met een korte golflengte.
Bedieningsprocedures
2.1 Instelling en installatie
2.1.1 Batterij-installatie
De MaxBlend 2 werkt op vier “AA”-alkalinebatterijen. Vervang de batterijen indien nodig.
2.1.2 Instelling van de MaxBlend 2
- Sluit de persluchtbron aan op de luchtinlaatconnector.
- Sluit de perszuurstofbron aan op de 02-inlaatfitting.
- Laat gas stromen door de blender gedurende ten minste één minuut om partikels te verwijderen.
2.1.3 Installatie van de sensor
- Bevestig de stroomrichtklep op de zuurstofsensor.
- Plaats de sensor in de sensorpoort achter de flowmeter.
- Bevestig de sensorkabel aan de sensor en de monitor.
- Kalibreer de sensor voordat u deze gebruikt.
2.2 Monitoring
Controleer de zuurstofconcentratie van het geleverde gas bij de beoogde instelling voordat u het apparaat bij een patiënt gebruikt.
2.3 Procedure voor de instelling van de alarmen
De alarmen kunnen worden ingesteld voor lage en hoge zuurstofconcentraties. Er is ook een 'smart alarm'-modus beschikbaar.
2.3.1 Instelling van het laag alarm
Gebruik de OMLAAG-knop om de lage FiO2-alarmlimiet in te stellen. De waarde kan worden aangepast in stappen van 1%.
2.3.2 Instelling van het hoog alarm
Gebruik de OMHOOG-knop om de hoge FiO2-alarmlimiet in te stellen. De waarde kan worden aangepast in stappen van 1%.
2.3.3 Modus van het smart alarm
De smart alarm-modus stelt de alarmgrenzen automatisch in op basis van de huidige zuurstofaflezing.
2.4 Basisbediening
- Zorg ervoor dat de sensor correct is aangesloten.
- Zet de regelknop van de zuurstofblender op de gewenste zuurstofinstelling.
- Schakel de unit in met de AAN-/UIT-knop.
- Laat de zuurstofaflezing stabiliseren.
- Stel de flowmeter af op de gewenste stroomsnelheid.
2.5 Alarmtoestanden en prioriteiten
Het apparaat geeft visuele en geluidsalarmen voor verschillende omstandigheden, zoals lage/hoge zuurstofniveaus, netspanning en batterijvermogen.
2.6 Werking van de achtergrondverlichting
De achtergrondverlichting kan handmatig worden ingeschakeld voor 30 seconden, of automatisch wanneer een knop wordt ingedrukt in een donkere omgeving.
2.7 Werking van de externe stroomvoorziening
Een externe 7,5 V DC-voeding is beschikbaar voor verlengde batterijlevensduur. Batterijen zijn nog steeds nodig voor noodstroom.
2.8 Kalibratieprocedures
2.8.1 Kalibratie naar 100% zuurstof
De MaxBlend 2 moet gekalibreerd worden met 100% zuurstof voordat deze in klinisch gebruik wordt genomen. Maxtec beveelt een wekelijkse kalibratie aan.
2.8.2 Kalibratie naar kamerlucht
De MaxBlend 2 kan ook gekalibreerd worden naar kamerlucht (20,9%).
2.9 Werking van de flowmeter
De flowmeter wordt gebruikt om de gasstroom in te stellen. De ontluchtingstuimelschakelaar moet correct worden ingesteld voor nauwkeurige metingen.
Prestatie Test
Voer de prestatie test uit zoals beschreven in deel 3.0 voordat u het apparaat in klinisch gebruik neemt.
Problemen Oplossen
Dit gedeelte biedt oplossingen voor veelvoorkomende problemen, zoals afwijkingen in zuurstofconcentratie, drukverschilalarmen, lege schermen en sensor kalibratieproblemen.
Reinigen en Desinfecteren
De externe oppervlakken van het apparaat kunnen worden gereinigd en gedesinfecteerd met Super-Sani Cloth-doekjes. Volg de instructies zorgvuldig om schade aan het apparaat te voorkomen.
Service en Onderhoud
Maxtec beveelt aan om de prestatietest ten minste één keer per jaar uit te voeren. De MaxBlend 2 moet minimaal om de drie jaar worden nagezien en onderhouden door een gecertificeerde servicetechnicus van Maxtec.
6.2 De O2-sensor vervangen
De zuurstofsensor heeft een verwachte levensduur van twee jaar en moet worden vervangen wanneer problemen optreden.
6.3 Test van het monitoralarm
De alarmen moeten jaarlijks getest worden.
Afkortingengids
Een lijst met veelgebruikte termen en hun beschrijvingen, zoals CGA, DISS, FiO2, LPM en PSIG.
Specificaties
8.1 Specificaties van het instrument
Bevat details over het gewicht, de voedingsbron, levensduur van de batterijen, bereik van de zuurstofmeting, schermresolutie, aanpassingsbereik van de 02-concentratie, druk gasvoorziening, drukval, ontluchtingsstroom en uitgangsstroombereik.
8.2 Alarmspecificaties
Details over de activeringscriteria voor het drukverschilalarm en de bereiken voor lage en hoge zuurstofalarmen.
8.3 O2-sensorspecificaties
Bevat informatie over de totale nauwkeurigheid, nauwkeurigheid van de zuurstofmeting, lineariteit, reactietijd en opslagtemperatuurbereik van de O2-sensor.
Factoren die een invloed hebben op de kalibratie
9.1 Temperatuureffect
De nauwkeurigheid van het apparaat kan worden beïnvloed door temperatuurvariaties. Thermisch evenwicht is essentieel voor nauwkeurige metingen.
9.2 Drukeffect
Wijzigingen in de barometerdruk kunnen de zuurstofaflezing beïnvloeden. Herkalibratie is aanbevolen bij hoogteveranderingen.
9.3 Vochtigheidseffect
De vochtigheid in het gasmonster kan de zuurstofaflezing beïnvloeden. Gebruik schoon en droog medisch gas.
9.4 Blootstelling aan anesthetische gassen
De MaxBlend 2 is niet significant beïnvloed door veelgebruikte anesthetische gassen, maar is niet ontworpen voor ontvlambare gasmengsels.
Werking
11.1 Operationeel schema
Een diagram dat het operationele schema van de MaxBlend 2 toont.
11.2 Mengen
Beschrijft hoe de MaxBlend 2 twee gasbronnen mengt om de gewenste zuurstofconcentratie te bereiken.
11.3 Gasuitlaat
Details over de drie gasuitlaten en de werking van de aanvullende gasontluchting.
11.4 Alarm-/bypassfunctie
Uitleg over het drukverschilalarm en de bypassfunctie die geactiveerd wordt wanneer de gasdrukken significant verschillen.
Stroomkarakteristieken
Grafieken die de drukval van de MaxBlend 2 tonen bij verschillende stroomsnelheden en inlaatdrukken.
Elektromagnetische Compatibiliteit
Informatie over de naleving van de apparatuur met elektromagnetische emissie- en immuniteitsnormen, inclusief aanbevolen scheidingsafstanden voor RF-communicatieapparatuur.
Related Documents
![]() |
MaxBlend 2 - Instrucciones de Uso y Mantenimiento Manual completo para el MaxBlend 2, un dispositivo de mezcla de aire/oxígeno con monitor integrado. Incluye instrucciones de operación, configuración, mantenimiento, solución de problemas y especificaciones técnicas para garantizar un uso seguro y eficaz. |
![]() |
Maxtec MicroMax Air-Oxygen Blender - User Manual and Technical Specifications Comprehensive user manual and technical specifications for the Maxtec MicroMax Air-Oxygen Blender (Model R203M13-001), covering intended use, safety warnings, operating instructions, maintenance, troubleshooting, and specifications. |
![]() |
EyeMax2 Preemie Neonatal Eye Protection Device - Instructions and Precautions Comprehensive instructions and safety precautions for using the Maxtec EyeMax2 Preemie, a Class I Medical Device designed for neonatal eye protection during UV phototherapy for jaundice. Includes sizing guide, usage steps, and regulatory information. |
![]() |
Maxtec SmartStack IV Pole Instructions for Use This document provides instructions for use, safety warnings, cleaning, maintenance, and warranty information for the Maxtec SmartStack IV pole. It is intended for healthcare professionals and outlines proper usage to ensure patient and user safety. |
![]() |
Maxtec MaxN2+ Nitrogen Analyzer Operating Manual & Instructions Comprehensive operating manual and instructions for the Maxtec MaxN2+ Nitrogen Analyzer (Models R217P65, R217P66, R217P67), covering system overview, operation, calibration, maintenance, specifications, and spare parts. |
![]() |
Maxtec MAXO2+ AE Industrial Oxygen Analyzer: Operating Manual and Instructions Comprehensive operating manual and instructions for the Maxtec MAXO2+ AE Industrial oxygen analyzer. Covers system overview, operation, calibration, maintenance, specifications, and troubleshooting. |
![]() |
MaxFLO2 Low Flow Air & Oxygen Mixer Operating Manual Operating manual and instructions for use for the MaxTEC MaxFLO2 Low Flow Air & Oxygen Mixer. Includes indications for use, warnings, cautions, installation, operation, performance checks, troubleshooting, specifications, and theory of operation. |
![]() |
Maxtec Handi+ Industrial Oxygen Analyzer: Instructions for Use Comprehensive instructions for the Maxtec Handi+ industrial oxygen analyzer, covering setup, operation, calibration, error codes, maintenance, and specifications. Features the MAX-250 oxygen sensor for accurate monitoring. |