FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar
Gebruiksaanwijzing
INVOERING
OVERVIEW
De Pro Modulaire Temperatuurregelaar van de FTS werkt in combinatie met een glycolsysteem onder druk om temperatuurcontrole over de inhoud van uw vat te bieden. Het werkt door een temperatuursensor te gebruiken om de huidige waarde (PV) van uw schip te lezen, en een uitvoer te activeren op basis van de ingestelde waarde (SV) om PV met SV te matchen. Wanneer koeling nodig is, gaat de magneetklep open om de glycolstroom door de koelmantels of spoelen van uw vat mogelijk te maken totdat de ingestelde waarde is bereikt. 
INSTELLINGEN
DE FTS PRO AANZETTEN
De FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar wordt geleverd met een kabel gemarkeerd met “110~240VAC-in”. De drie draden in deze kabel komen overeen met heet (bruine draad), neutraal (blauwe draad) en aarde (groen/gele draad). Er is met opzet een stekker uit de kabel weggelaten om verschillende methoden mogelijk te maken die worden gebruikt voor het leveren van 110~240VAC aan de unit. Als u een stekker installeert, zorg er dan voor dat er een aardlekschakelaar/contactdoos is geïnstalleerd.
SENSOR INSTALLATIE
De FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar wordt geleverd met een kabel gemarkeerd met "Sensor". De twee draden in deze kabel (rood en zwart) worden aangesloten op uw temperatuursensor. Als u een Ss Brewtech-vat gebruikt, is uw tank uitgerust met een PT100 platina-weerstandsthermometer. De rode en zwarte draden worden aangesloten op klemmen 1 en 2 op de stekker van de thermometer. De richting van de draden doet er niet toe, zolang ze maar op klem 1 en 2 zijn aangesloten.
SOLENOIDDE INSTALLATIE
De FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar wordt geleverd met een ½” (1-3.5 bbl Unitank) of ¾” (5 bbl en grotere Unitank) elektrische magneetklep. De installatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, afhankelijk van voorkeur en configuratie. Wij adviseren de installatie van een handmatige bypass-leiding/klepopstelling, evenals een leiding/klepopstelling om de glycolleiding vrij te maken in het geval dat onderhoud nodig is.
SENSOR: INSTELLINGEN & KALIBRATIE
INSTELLINGEN
De ingangsinstelling kan worden gemanipuleerd op basis van het type sensor dat wordt gebruikt. De juiste ingangsinstelling voor een PT100-sensor is “Cn-t: 1”. Dit zou de standaardinstelling op uw controller moeten zijn. Als u een sensorfoutmelding (S.ERR) leest, controleer dan nogmaals uw verbindingen met de sensor en zorg ervoor dat “Cn-t” is ingesteld op 1. Als u een ander type sensor gebruikt, raadpleeg dan de bijgevoegde tabel om bepaal de juiste ingangsinstelling voor uw specifieke sensor.
Ss Brewtech Pro Tanks worden geleverd met een temperatuursensor van het type PT100. Om het type temperatuursensor in te stellen, begint u door op de “Niveautoets” te drukken (3 of meer seconden).
Druk vervolgens op de “Modustoets” totdat u “Cn-t” ziet. Druk ten slotte op de toets “Omhoog” of “Omlaag” om “1” te selecteren voor een PT100-sonde. Voor andere temperatuursensoropties verwijzen wij u naar de tabel op de volgende pagina.
Houd de “Niveautoets” langer dan 3 seconden ingedrukt om terug te keren naar het hoofdscherm.
ANDERE TEMPERATUURSENSOROPTIES
| Invoertype | Naam | Waarde instellen | Instelbereik ingangstemperatuur | |
| Platina-weerstand, ze zijn van het ingangstype van de meter | Platina weerstandsthermometer | Pt100 | 0 | -200 tot 850 (°C)/ -300 tot 1500 (°F) |
| 1 | -199.9 tot 500.0 (°C)/ -199.9 tot 900.0 (°F) | |||
| 2 | 0.0 tot 100.0 (°C)/ 0.0 tot 210.0 (°F) | |||
| JPt100 | 3 | -199.9 tot 500.0 (°C)/ -199.9 tot 900.0 (°F) | ||
| 4 | 0.0 tot 100.0 (°C)/ 0.0 tot 210.0 (°F) |
KALIBRATIE
Voor gebruik is het belangrijk om ervoor te zorgen dat uw sensor goed is gekalibreerd. Er zijn verschillende manieren om een temperatuursensor te kalibreren, maar de eenvoudigste manier is door een ijswatermengsel te gebruiken. Wanneer u uw sensor in een ijswatermengsel plaatst, moet deze een temperatuur van 32 °F (0 °C) aangeven. Voer de “ijsmethode” van kalibratie uit en documenteer de eventuele offset. U kunt vervolgens een temperatuurafwijking op de controller instellen om deze variatie weer te geven.
Houd de “Level Key” korter dan 1 seconde ingedrukt en gebruik vervolgens de “Mode Key” totdat u “Cn5” ziet. Gebruik vervolgens de toets “Omhoog” of “Omlaag” om de temperatuurafwijking te wijzigen.
Druk korter dan 1 seconde op de “Niveautoets” om naar het hoofdscherm te gaan.
De Pro Modular Temperature Controller van de FTS gebruikt een digitale controller van Omron als ‘brein van de operatie’. Het bevat een hele reeks menu-opties en instellingen die niet cruciaal zijn voor de basiswerking van uw FTSs Pro. Hieronder worden enkele van de meer relevante menu-instellingen beschreven. Voor meer gedetailleerde informatie kunt u de Omron Programmeerhandleidingen raadplegen.
TEMPERATUUREENHEDEN
Met de Pro Modular Temperature Controller van de FTS kan de gebruiker schakelen tussen Fahrenheit en Celsius. Om dit te doen, houdt u de “Level Key” gedurende 3 seconden of langer ingedrukt en drukt u vervolgens op de “Mode Key” totdat u “dU” ziet. Druk op de toetsen “Omhoog” of “Omlaag” om te schakelen tussen Fahrenheit (F) en Celsius (C). 
HYSTERESE
Met de FTSs Pro Modulaire Temperatuurregelaar kunt u een hysteresiswaarde instellen. Deze waarde vertegenwoordigt het aantal graden verwijderd van de ingestelde waarde dat de Omron een uitgang zal activeren. Houd de “Level Key” gedurende 3 seconden of langer ingedrukt en druk vervolgens op de “Mode Key” totdat u “HYS” ziet. Druk op de toetsen “Omhoog” of “Omlaag” om de waarde aan te passen.
BijvoorbeeldampAls de hysteresis bijvoorbeeld is ingesteld op “1” (standaardinstelling), gaat de magneetklep alleen open als de PV één graad of meer boven de SV ligt. Wij adviseren deze waarde op “1” te laten staan om overcycli van het systeem te voorkomen.
DECIMALE PUNTEN
De controller kan worden ingesteld om de op de controller weergegeven decimale punt aan te passen. Dit is handig als u een fijnere temperatuurregeling wenst, of als u een kleinere hysteresiswaarde gebruikt. Houd de “Niveautoets” korter dan 1 seconde ingedrukt en druk vervolgens op de “Modustoets” totdat u “do” ziet. Gebruik de toetsen “Omhoog” of “Omlaag” om de decimalen te verplaatsen. Druk korter dan 1 seconde op de “Niveautoets” om af te sluiten. 
WERKZAAMHEDEN
LOOP
In de “Run”-modus kan de gebruiker een ingestelde waarde selecteren met behulp van de toetsen omhoog en omlaag. Dit kan worden gebruikt om de fermentatietemperaturen op peil te houden, of voor koelingsdoeleinden. Wanneer de ingestelde waarde onder de huidige waarde ligt, wordt “OUT” weergegeven op de controller en gaat de magneetklep open. Wanneer de ingestelde waarde is bereikt, verdwijnt “OUT” van het display en wordt de magneetklep gesloten.
CRASH
In de “Crash”-modus kan de gebruiker snel overschakelen naar een programmeerbare “crash”-temperatuur (bijvoorbeeld 0°C).ample). De controller onthoudt deze temperatuur en door simpelweg aan de schakelaar te draaien, kunt u naar deze temperatuur overschakelen zonder de toetsen omhoog en omlaag te gebruiken.
Documenten / Bronnen
 |
Ss brewtech FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar [pdf] Gebruiksaanwijzing FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar, FTSs Pro, modulaire temperatuurregelaar |
 |
Ss brewtech FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar [pdf] Gebruikershandleiding FTSs Pro-controller, FTSs Pro, modulaire temperatuurregelaar, FTSs Pro modulaire temperatuurregelaar |
