MITSUBISHI SC-SL2NA-E Centralized Control Panel Installation Guide

SC-SL2NA-E Centralized Control Panel

Specifications:

  • Model Number: PJZ012D108B
  • Power Supply: 50 Hz
  • Compliance: CE, RoHS

Product Usage Instructions:

Safety Precautions:

Before installing or using the product, please read and
understand the safety precautions mentioned in the user manual.

Installation:

  1. Ensure the product is installed within the specified
    temperature range.
  2. Check the required installation space as per the provided
    dimensions.
  3. For wall embedding, follow the specific guidelines
    provided.

Installation Procedure:

  1. Anchoring: Anchor the power cable, wire harness, and electrical
    box before proceeding further.
  2. Wiring: Ensure proper separation of power cable and wire
    harness to prevent interference.
  3. Connect the power cord to the designated connection point as
    per the electrical wiring instructions.
  4. Secure the central control unit to the electrical box or
    control panel using the provided screws.

Maintenance:

Regularly inspect and maintain the product to ensure optimal
performance. Refer to the user manual for specific maintenance
guidelines.

FAQ:

FAQ 1: What are the compatible models for this central control
unit?

All models for Super Link are suitable for use with this central
control unit.

FAQ 2: What accessories should be checked before
installation?

Before installation, ensure you have the following
accessories:

  • A. Central control unit
  • B. User manual
  • C. Switch indicator labels
  • D. Cross-head screws
  • E. Round clamps

FAQ 3: What is the required installation space for this
product?

The required installation space includes specific dimensions for
various aspects as mentioned in the user manual. Ensure to follow
these guidelines for proper installation.

“`

This product complies with following directives

EU

GB

ELRVMoDHCS220201014141//3/3560/5/E/EUEUU

EEREMoRHCSSS.SI..I..I2.2020101616/2/1/11300091312

CE and UKCA markings are applicable to the areas of 50 Hz power supply

L2Càa0ela1tmt1dea/irr6ceqo5cun/teUsivoECel.eEbcsa’easnspetprlatieqlenuseeisoatnucx2o0nré1fog4ir/om3n5es/aàUlEilmaedetinràetélcaetisdvieerenCccEtoiMvuer2aR0no1tH4dS/e305/0UHEz, . DD25V00eiiee1rHst4Cerz/Eä.3M-gM5lii/ctaEtherUkklkeeuoitngn2idslt0od1flieü4er/eR3Brof0eüH/rlEelStUi-cRd,hiidecehieRmtilNciinthiieeteldiinn2ee0irers1npN1az/enu6tnr5zsu/etEnlreUogksm.trrivocehmrtslaiongrinegenutnisgchvoenn IQallmluaeaDsrticrahecitootinvCasEoLèlVeac2pe0pn1lit4cra/a3ble5ile/èUacEollaneffaoalrslamciDaeidraeilltaatliiDvmaireeRntottiaHvzSaio2En0Me1C15/0260H51z/4.U/E3.0/UE, EEL25als00et1icaHn4tdzcr/.ooi3cmn5as/caoUigólEannéycCteicEncoastnro2allo0al c1Dcu4oim/rre3rpce0ltse/ipUvcoaEon,RndcooleaHnaSDllai2ár0erDe1ciart1ie/vdc6aet5idvs/eauUmCdE.eoinmBisaptjraaotiTebeliélnidcstaiórdinco de DLCvVaEen–zRme5ica0chreHktnleiztjr.nrian2lge0i1cso4vn/a3sno5l/teoEUevpo, laRdsoosHienStg-aRoaipnchhEteMlijtnCg-2eR0bic1ieh1dt/l6imj5ne/2Et0Ue1.e4n/3n0e/tEstUro, om

E22As00mt11a14ac//ro63cna50s//CoUUElEEaa.,cpaeliDnctairr-easlteievàsatzáLoVenma20dc1eo4nf/of3or5nr/meUciEidmaeedanetDcoiordemetiaveanDeRirroegHtiaiSvaa

EMC 50 Hz.

225T00011H14z//.63502//0C1E4/35/RoHS.,

CE22001144//3350//EE5UU0,,.RoHS2011/65/E,U.

BuCsayEuyuioimliratLlruaVedtkDiuo,irn5r.es0koHtli,zfi2g0vü1eç42k/03a10y1n//Ea6U5i/siçEaiUynilsigaEeyMçieliCrRliDdoiiHrre.SkDtiifire, k2t0ifi14il/e35/EU

EMC2014/30/EULV2014/35/EU RoHS2011/65/EU CE50 Hz

PJZ012D108B
202107

CENTRALE BEDIENING SC-SL2NA-E
INSTALLATIEHANDLEIDING
· Lees zorgvuldig deze handleiding en volg het op bij de installatie. · Raadpleeg zowel de handleiding voor binnen- als buitenapparatuur voor de installatie. · Het apparaat moet geïnstalleerd worden volgens de nationale bedradingwetgeving. · Het product is een precisietoestel, hanteer het dus met voldoende zorg om te vermijden dat het toestel beschadigd wordt door
vallen en erop te stappen. · Alvorens het aansluitingsblok aan te raken, schakel de stroomvoorziening uit.

Veiligheidsvoorschriften

PJZ012D065A

· Lees deze “Veiligheidsvoorschriften” voor het installatiewerk en volg deze zorgvuldig op. · De veiligheidsvoorschriften worden ingedeeld in “Waarschuwing ” en “opgelet “.
WAARSCHUWING: Onjuiste installatie kan tot ernstige gevolgen leiden zoals ernstige verwondingen of de dood. OPGELET: Verkeerde installatie kan leiden tot ernstige gevolgen die afhankelijk zijn van de omstandigheden. Zorg ervoor dat u de instructies naleeft. Voer na de installatie een proefwerking uit en verzeker u ervan dat er zich geen afwijkingen tijdens de proefwerking voordoen. Leg aan de hand van de gebruikershandleiding de werkingsmethode aan de klant uit.Verzoek aan de klant om deze Installatiehandleiding bij te houden.

WAARSCHUWING
· Laat het installatiewerk over aan de verkoper of professionele technicus. De installatie zelf uitvoeren kan leiden tot onvolledig werk, elektrische schok en brand.
· Installeer het apparaat volgens de installatiehandleiding. Onvolledige installatie kan leiden tot een elektrische schok en brand. · Gebruik enkel de bijgeleverde toebehoren en speciale onderdelen voor het installatiewerk, indien niet kan dit leiden tot een
elektrische schok of brand. · Het elektrisch werk mag enkel door een bevoegde technicus worden uitgevoerd, volgens de <Elektrische Standaards>, <Lokale
wetgeving met betrekking tot elektriciteit> en bedradingspecificaties. Onvolledige installatie kan leiden tot een elektrische schok en brand. · Zorg er bij de bekabeling voor dat de aansluitingen stevig zijn en bevestig de omschreven kabels goed zodat de aansluitingsverbindingen niet onderhevig zijn aan externe krachten. Onvolledige aansluiting kan leiden tot een elektrische schok en brand.
OPGELET
· Voer aarding uit. Sluit de aarddraad niet aan op gasleidingen, waterleidingen, bliksemafleiders of een aarddraad die met telefoons verbonden is. Onvolkomen aarding kan leiden tot elektrische schokken.
· Installeer de centrale bediening niet op volgende plaatsen. 1. Plaatsen met oliedampen, olienevel en plaatsen waar er veel stoom is zoals een keuken, etc. 2. Plaatsen waar er zich bijtend gas bevindt aangezien er sulferdioxide ontstaat. 3. Plaatsen waar er zich apparaten bevinden die radiogolven uitzenden. Dit kan afwijkingen in het bedieningssysteem veroorzaken en abnormale werking. 4. Plaatsen met gevaar op lekkage van brandbaar gas. Plaatsen met vluchtige stoffen die kunnen ontbranden zoals thinner en benzine. Indien er een gaslek zou zijn en het hoopt zich op rond de apparatuur zou het een ontsteking kunnen veroorzaken.
1 Geschikte Modellen Alle modellen voor Super Link
2 Toebehoren Controleer de volgende toebehoren.
ACentrale bediening BGebruikershandleiding CD CIndicatielabels schakelaar DKruiskopschroeven ERonde omleg klemmen
M4 × l25 × 4 stuks Groot 2 stuks Klein 2 stuks

Gebruik de Elektrische doos voor de installatie. Schik ter plaatse

3 Installatie
Installeer de centrale bediening nadat u de voedingstoevoer heeft uitgeschakeld, dit om elektrische schokken te vermijden. Schik of bescherm de bedrading zodat er geen buitensporige kracht op de elektrische bedrading wordt uitgeoefend. Besturings-PCB’s (gedrukte schakelplaten) worden op zowel de bovenste als onderste kasten gemonteerd. Wees voorzichtig dat u de printplaten niet beschadigd bij het gebruiken van schroevendraaiers of andere gereedschappen. De printplaten kunnen door statische elektriciteit beschadigd worden, zorg er dus voor dat u zich van de statische elektriciteit die zich op uw lichaam opstapelde ontdoet alvorens de werkzaamheden aan te vangen. (Statische elektriciteit kan worden ontladen door het besturingsbord en andere geaarde onderdelen aan te raken.)

Installatieplaats

Installeer het toestel in een overdekte plaats die niet aan elektromagnetische golven, water, stof of vreemde substanties wordt blootgesteld. Het bereik van de werkingstemperatuur van dit product is tussen 0°C en 40°C. Installeer het apparaat op een plaats waar de omgevingstemperatuur binnen deze waarden blijft. Wanneer de werkingstemperatuur overschreden wordt, plaats dan een ventilator ter afkoeling.
Wees u er zich van bewust dat het gebruik van deze centrale bediening buiten het bereik van de werkingstemperatuur kan leiden tot problemen met betrekking tot de werking.

Vereiste installatieruimte

215

18.5

13

152

(18.5) (13)

(7.5)

8

90

120

Installatieopening

M4 geleidegat 4 plaatsen

7

7.5

Centrale bediening Diagram 178
De stippellijnen tonen het gedeelte van de installatieopening voor de installatie op het besturingsbord (de afmetingen zijn enkel ter illustratie)
(1) In geval van installatie op het besturingsbord Vergrendel het besturingsbord om personen tegen een elektrische schok tebeschermen. Vermijd het gebruik van warmtehoudende materialen en isolatiematerialen aangezien deze kunnen leiden tot het opbouwen van warmte en de werking van de centrale bediening negatief kunnen beïnvloeden.

Dienstruimte

Voorzijde van de centrale 50mm of meer

bediening

500mm of meer is nodig

Onderzijde van de centrale 500mm of meer

bediening

150mm of meer is nodig

Link, rechts en bovenzijde

van de centrale bediening

50mm of meer is nodig

150mm of meer

Binnenmuur of voorzijden van het besturingsbord

Opgelet
Installeer geen apparaten die de omgevingstemperatuur in hetzelfde besturingsbord kunnen laten stijgen. Installeer ook niet meerdere besturingen in het zelfde besturingspaneel. Ze kunnen tot de ontwikkeling van warmte leiden en leiden tot impulswerking. Indien er meerderes centrale bediening in het zelfde besturingsbord moeten geïnstalleerd worden, neem dan corrigerende maatregelen, zoals het installeren van ventilators, om te verzekeren dat de temperatuur in het besturingsbord niet boven 40°C stijgt.

(2) In case of embedding in a wall
Controleer of er voldoende ruimte beschikbaar is in de wand. Indien de binnentemperatuur van de muur 40ºC overschrijdt, installeer dan de centrale bediening op het besturingsbord.

Binnenmuur

Aansluitingskabels Muur van het gebouw

50mm of meer

Elektriciteitsdoos (voorbereid ter plaatse)

Bij het uitvoeren van de voortgezette installatie van meerdere regelapparaten, zorg ervoor dat de afstand tussen hat apparaat en serviceruimte is zoals aangegeven op de afbeelding.

50mm of meer

50mm of meer

50mm of meer

215mm

150mm of meer 120mm

Installatieprocedure

(1) Indien u verankert in een wand, veranker dan eerst de voedingskabel, draadleiding en Elektriciteitsbak. Hou de voedingskabel en de draadleiding gescheiden om storingen te voorkomen.

Voedingskabel

Opgelet

Draadleiding
Toegelaten Niet toegelaten niet toegelaten
Installeer niet naar boven gericht of Opmerking: Alvorens een externe timer als u zich op een helling bevindt.
of noodstop, zorg ervoor dat de bedrading van de werkplaats eerst is aangesloten.
(3) Sluit het netsnoer aan op het aansluitingspunt. (Zie deel 4 Elektrische bedrading.)
Aansluitblok
De achterzijden van de centrale bediening

(2) Open de bovenste kast door volgende onderstaande procedure te volgen. A Grijp de inspringen aan de linker- en rechterzijde vast, en trek naar voren om het deksel neerwaarts te openen. B Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de schroeven te verwijderen. (Verlies de schroef niet.) C Open het bovenste gedeelte in de richting D terwijl u licht op het bovenste gedeelte drukt.
C

C

D

D

B

A
(4) Gebruik de meegeleverde D kruiskopschroeven om de

centrale bediening aan de elektriciteitsdoos of het

besturingbord vast te maken.

Elektriciteitsdoos

Centrale bediening

Opgelet
Kijk het voltage na en maak sluit correct aan.

(5) Gebruik een precisieschroevendraaier om de instellingen van de besturingselector in te stellen. (Voor verdere details, zie het gedeelte 5 Keuze Bedieningschakelaar.)
(6) Verwijder het beschermblad van het scherm van de centrale bediening
Belangrijk
Verwijder het beschermblad van het centrale bedieningspaneel alvorens het apparaat naar de klant te brengen. Verwijder alvorens de bovenste kast te monteren.

DPlatte kop schroeven
Binnenmuur of voorzijden van het besturingsbord
(7) Breng de bovenste kast terug naar zijn oorspronkelijke positie in de onderste kast zoals ervoor, en span de schroeven voor de kastmontage aan. ( Installatieprocedure (2) B). Dit voltooid de installatieprocedure.
Opgelet
De kast en de voeding zijn een geïntegreerde eenheid. Scheid hen niet.

4 Elektrische bedrading

Gebruik voor de veiligheid de ronde omlegklemmen met geïsoleerde koker om alle kabels met centrale bediening verbinden.

· Voer aarding uit. Sluit de aarddraad niet aan op gasleidingen, waterleidingen, bliksemafleiders of een aarddraad die met telefoons verbonden is.

· Schakel de voeding niet in (lokale schakelaar) tot alle werkzaamheden voltooid zijn.

· Wacht tenminste 2 minuten nadat de binnen- en buitenapparaten ingeschakeld zijn alvorens de voeding in te schakelen.

· Behalve voor de centrale bediening op de afbeelding, worden alle onderdelen ter plaatse verkregen (kabels, schakelaar, relais,

elektriciteitsvoorziening, lampen, etc.).

· Zorg ervoor dat u gemakkelijk bereikbare circuitbrekers installeert in de bedrading van het gebouw.

· Gebruik de meegeleverde ronde omlegklemmen wanneer u kabels op het aansluitingspunt van de elektriciteitsvoorziening en

het Super Link aansluitingsblok.

· Gebruik verbruik invoereenheid, noodstop invoereenheid en externe timer invoereenheid die beantwoorden aan de IEC

Veiligheid Standaard. Zie onderstaande afbeelding voor de
plaatsbepaling van het aansluitingspunt.
Isolatiebekleding

Alvorens de kabels aan te sluiten, verwijder het deksel van het aansluitingblok. Nadat het werk voltooid is, bevestig het deksel van het aansluitingsblok zoals voordien.Het deksel wordt gebruikt om elektrische schokken te voorkomen te wijten aan onopzettelijke aanraking.

Specificaties kabel

Toegestaan
Bedradingschema

Niet toegestaan Draadleiding Super Link

Lokale Wisselstroom 100V-240V schakelaar 50/60Hz
L1, L2
Aardingwerk Invoer Noodstop Invoer verbruiker Invoer externe timer

Uitvoer Besturing Uitvoer fout

Voedingskabel

1.25mm2

Lokale schakelaar

10A

Super Link draadleiding (Opmerking 1, Opmerking 2)

0.75mm2 – 1.25mm2 gewapende draad (MVVS 2-spelkernen)Max. 1000m per snoer (Max. afstand: 1000m, Totale lengte kabel: 1000m)

Uitvoer werking, uitvoer fout, invoer verbruik, invoer noodstop, invoerkabel externe timer

0.75mm2 – 1.25mm2 CVV, CPEV (2 spoelkernen) Max. 200m

Aardkabel

0.75mm2 – 6mm2

Opmerking 1: Wanneer de centrale bediening in werking is, gebruik een afgeschermde kabel voor de Super Link draadleiding. Aard beide uiteinden van de gewapende kabel. (Sluit de aarding voor de centrale bediening met de deel in “Systeembedrading”
Opmerking 2: Als de binnen- en buitenapparaten die met het netwerk verbonden zijn allen compatibele apparaten zijn met de Nieuwe Super Link, is een totale kabellengte van 1500m per lijn mogelijk (maximale afstand: 1000m). Echter, gebruik een draaddiameter van 0.75mm2 indien de totale kabellengte 1000m overschrijdt. Voor meer informatie, gelieve uw vertegenwoordiger of verkoper te contacteren.

Systeembedrading

L1

L2/N

COM

DO1

DO2

COM

DI1

DI2

DI3

A

B

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

(1)

(2)

(3)

(3)

(3)

(3)

Gebruik het Voeding

meegeleverde Wisselstroom

aansluitingspunt 100 tot 240V

(groot)

50/60Hz.

Draadleiding Super Link
Gebruik het meegeleverde aansluitingspunt (klein)

Uitvoer Besturin Uitvoer fout

(01)

(02)

(1) Verbind met aarding voor draadleiding en voedingskabel.

Invoer verbruiker Noodstop ingang Invoer externe timer

(I1)

(I2)

(I3)

(2) De geselecteerde relais die ter plaatse verkregen wordt, moet de volgende specificaties bevatte,: nominale spanning

OPMERKING

van 12V Gelijkstroom en maximaal stroomverbruik van 0.9W Gelijkstroom of minder (80mA of minder) (3) De geselecteerde relais die ter plaatse verkregen wordt, moet de volgende specificaties bevatte,: Niet-voltage “a”
contactinvoer en in staat om een minimale toegepaste last van 12V Gelijkstroom en 10mA of minder te weerstaan. De DO en DI aansluitingspunten zijn polair.

Sluit de voedingskabel niet op een ander aansluitingspunt aan. De verkeerde aansluiting maken kan leiden tot schade of elektrische

Sluit niet meer dan drie of meer kabels op hetzelfde aansluitingspunt aan.

onderdelen verbranden en is heel gevaarlijk.

5 Keuze Bedieningschakelaar

Controleer nogmaals de bedrading alvorens in te schakelen.

Het is mogelijk om de instelling als volgt te wijzigen door de PCB-schakelaars op de centrale bediening SW1 naar SW10,J1,J2,

en J3 in te stellen.Vervang de console indien nodig ter plaatse. Het wordt aanbevolen om deze instelling door gebruik van een

precisieschroevendraaier te veranderen. (1) schakelaar

Functiekeuzeschakelaar compensatie stroomuitval

Nr. Standaard

AAN

UIT

Beschrijving

1

AAN

2

AAN

Zie tabel rechts

Zie tabel rechts Compensatiefunctie bij stroomuitval

3

UIT

Instelling mogelijk Instelling is niet mogelijk Automatische modus display

4

AAN

Weergave

Geen weergave Filtertekenweergave on/off

5

AAN

Nieuw

6

AAN Midden & Ventilator

Vorige Midden

Nieuw/Vorige Super Link(1)
Verzenden van gegevens tijdens verbruikinvoer

SW-1
AAN
AAN UIT UIT

SW-2
AAN
UIT AAN UIT

Functie Het verzenden van programma-instellingen wanneer de stroomvoorziening terug wordt ingeschakeld (De werkingstatus voor de stroomuitval is verzonden wanneer er geen programma is wanneer de stroomvoorziening terug ingeschakeld wordt). Verzenden van de werkingstatus voor stroomuitval (Stel dit niet in)
Er worden geen gegevens verzonden wanneer de stroom terug wordt ingeschakeld

7

UIT

Instelling mogelijk Instelling is niet mogelijk Snelheid 4e ventilator ingesteld

8

UIT

Tijd Dag Maand

Maand Dag Tijd Weergave foutengeschiedenis

9

UIT

Terug naar de oorspronkelijke staat

De eenheden zijn gestopt

Actie na noodstop

10 UIT

(Hou op Off)

SW1 tot 10 (Links-OFF, Rechts-ON)
J1

(2) Overbruggingsdraden

Kortsluiten (standaard) Bij ontkoppeling

J1

Instelling mogelijk

Instelling is niet mogelijk (Inclusief tijdens externe invoer)

J2

J3

Functie
Midden/Instelling op afstand (2) (Inclusief de toegelaten/verboden instellingen van elke afstandsbedieningfunctie)
(Ontkoppel niet.) (Ontkoppel niet.)

1

J2

2

3

4

J3

5

6

7

8

9

10

(1) Schakelen is nodig indien de verbinding is vorige Super Link. Huidige netwerkverbindingstype (Nieuwe of vorige Super Link) hangt af van het model van binnen- en buitenapparatuur, etc. Neem contact op met de vertegenwoordiging of de vertegenwoordiger.
(2) Wanneer J1 wordt ontkoppeld, het Center/Afstand moet niet vanaf deze centrale bediening worden ingesteld. Ontkoppel indien meerdere centrale bediening geïnstalleerd zijn en er andere hoofd centrale bediening bestaan. Wanneer J1 wordt ontkoppeld, worden er enkel gegevens voor de ventilator verzonden tijdens verbruikinvoer (er wordt niets uitgevoerd wanneer SW6 uitgeschakeld is) en voor stop enkel tijdens noodstopinvoer.
6 De Besturingsapparaten instellen

Voer de instellingen voor de apparaten die door de centrale bediening moeten bestuurd worden.

Zie de gebruikershandleiding die aan de centrale bediening bevestigd is voor de instelprocedure.

Bij verzending, werd geen enkel van de apparaten als doelapparaten voor besturing ingesteld, de apparaten die door

deze centrale bediening moeten bestuurd worden moeten dus als besturingsdoelapparaten worden ingesteld.

Er zijn drie vormen van instellingen beschikbaar.

A Apparaten worden geselecteerd als besturingsdoelen voor centrale

Groepinstelling

bediening en als groep bestuurd

B Apparaten worden als besturingsdoelen voor centrale bediening

Individuele instelling

geselecteerd maar niet gegroepeerd

niet-doelapparaten voor besturing

C Apparaten worden niet als besturingsdoelen voor centrale bediening geselecteerd

( of apparaten worden gecontroleerd door een andere centrale bediening)

Stel op de huidige tijd Dit is nodig voor de programma-instellingen en weergave van foutgeschiedenis.

Schakel de voeding in en druk dan tegelijkertijd ruim vijf seconden op de drie toetsen van (MENU, RESET en GROUP No. 10),

dit kan de instelinhouden initialiseren.

· Groepcontrole bij gebruik van meerdere apparaten

Deze centrale bediening kan tot 64 doelapparaten

regelen (tot 48 bij gebruik van vorige Super Link instellingen). Meerdere centrale bediening moeten geïnstalleerd zijn om 65 of meer airconditioningapparaten te besturen.

a SC-SL2NA-E

b SC-SL2NA-E

c SC-SL2NA-E

Bij het aansluiten van meerdere centrale bediening op een enkel netwerk, kunnen groepinstellingen voor elke centrale bediening gemaakt worden.

1

2

a-Gr1

3

4

5

6

7

a-Gr2

b-Gr1

8

9 10

c-Gr1

45 46 47 48 a-Gr16 c-Gr16

Documents / Resources

MITSUBISHI SC-SL2NA-E Centralized Control Panel [pdf] Installation Guide
SC-SL2NA-E, SC-SL2NA-E Centralized Control Panel, Centralized Control Panel, Control Panel

References

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *