Instruction Manual for STIHL models including: MS 172 C-BE Chainsaw, MS 172 C-BE, Chainsaw
Tronçonneuse MS 172 C-BE STIHL - Tronçonneuse particulièrement simple à utiliser | KING VERT
Tronçonneuse MS 162 C-BE STIHL - Modèle d'entrée de gamme avec le STIHL Ergostart | KING VERT
Tronçonneuse MS 172 STIHL - Tronçonneuse compacte et polyvalente | KING VERT
File Info : application/pdf, 104 Pages, 4.96MB
DocumentDocumentMS 162, 172 2 - 34 34 - 71 71 - 103 Handleiding Notice d'emploi Gebrauchsanleitung Vertaling van de originele handleiding 0000009217_007_NL Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. Papier is recyclebaar. Nederlands Inhoudsopgave 1 Voorwoord...................................................2 2 Informatie met betrekking tot deze handlei- ding............................................................. 2 3 Overzicht.....................................................3 4 Veiligheidsinstructies.................................. 4 5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik.........12 6 Motorzaag completeren............................ 12 7 Kettingrem inschakelen en lossen............ 16 8 Brandstof mengen en kettingzaag vullen..16 9 Motor starten en afzetten.......................... 17 10 Motorzaag controleren.............................. 19 11 Met de motorzaag werken........................ 20 12 Na de werkzaamheden............................. 25 13 Vervoeren................................................. 25 14 Opslaan.....................................................25 15 Reinigen....................................................25 16 Onderhoud................................................ 27 17 Repareren................................................. 28 18 Storingen opheffen....................................28 19 Technische gegevens............................... 29 20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettin- gen............................................................ 31 21 Onderdelen en toebehoren....................... 33 22 Milieuverantwoord afvoeren......................33 23 EU-conformiteitsverklaring........................ 33 24 UKCA-conformiteitsverklaring................... 34 1 Voorwoord Geachte cliënt(e), Wij zijn blij dat u hebt gekozen voor STIHL. Wij ontwikkelen en produceren onze producten in topkwaliteit in overeenstemming met de behoef- ten van onze klanten. Zo ontstaan producten met een hoge betrouwbaarheid, ook bij extreme belasting. STIHL staat ook voor service met topkwaliteit. Onze dealers staan garant voor deskundig advies en instructie alsmede een uitgebreide technische begeleiding. STIHL kiest uitdrukkelijk voor een duurzame en verantwoordelijke omgang met de natuur. Deze gebruiksaanwijzing is voor u bedoeld als onder- steuning om uw STIHL-product gedurende een lange levensduur veilig en milieuvriendelijk te gebruiken. Wij danken u voor uw vertrouwen in ons en wen- sen u veel plezier met uw STIHL product. BELANGRIJK! VOOR GEBRUIK GOED DOOR- LEZEN EN BEWAREN. 2 Informatie met betrekking tot deze handleiding 2.1 Aanduiding van de waarschu- wingen in de tekst WAARSCHUWING De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen leiden tot ernstig letsel of zelfs tot de dood. De genoemde maatregelen kunnen ernstig letsel of de dood voorkomen. LET OP De aanwijzing duidt op gevaren die kunnen leiden tot materiële schade. De genoemde maatregelen kunnen materi- ele schade voorkomen. 2.2 Symbolen in de tekst Dit symbool verwijst naar een hoofdstuk in deze handleiding. © ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2023 0458-200-7621-A. VA0.B23. Dr. Nikolas Stihl 2 0458-200-7621-A 3 Overzicht 3 Overzicht 3.1 Kettingzaag 1 2 3 # 9 4 8 5 7 10 11 6 15 12 14 16 13 17 18 27 19 26 20 25 21 24 23 22 0000097413_002 1 Carburateurstelschroef De carburateurstelschroef is bedoeld voor het instellen van de carburateur. 2 Voorste handbeschermer De voorste handbeschermer beschermt de linkerhand tegen het contact met de zaagket- ting, dient voor het inschakelen van de ket- tingrem en schakelt bij een terugslag de ket- tingrem automatisch in. 3 Uitlaatdemper De uitlaatdemper reduceert de geluidsemissie van de kettingzaag. 4 Kam De kam ligt tijdens de werkzaamheden met de kettingzaag tegen het hout. 5 Zaagblad Het zaagblad geleidt de zaagketting. 6 zaagketting De zaagketting zaagt het hout. 7 Spanbout De spanbout dient voor het instellen van de kettingspanning. Nederlands 8 Kettingtandwiel Het kettingtandwiel drijft de zaagketting aan. 9 Kettingtandwieldeksel Het kettingtandwieldeksel dekt het ketting- tandwiel af en bevestigt het zaagblad op de kettingzaag. 10 Moer De moer bevestigt het kettingtandwieldeksel op de kettingzaag. 11 Kettingvanger De kettingvanger vangt een weggeworpen of gebroken zaagketting op. 12 Kettingbeschermer De kettingbeschermer biedt bescherming tegen het contact maken met de zaagketting. 13 Bougie De bougie ontsteekt het brandstof-luchtmeng- sel in de motor. 14 Kapsluiting De kapsluiting bevestigt de kap op de ketting- zaag. 15 Kap De kap bedekt de motor. 16 Vellijst Met behulp van de vellijst kan de velrichting worden gecontroleerd. 17 Bougiestekker De bougiestekker verbindt de bougiekabel met de bougie. 18 luchtfilter Het luchtfilter filtert de door de motor aange- zogen lucht. 19 Combischakelaar De combischakelaar dient voor de instelling voor het starten, voor het draaien en voor het afzetten van de motor. 20 Gashendelblokkering De gashendelblokkering dient voor het vrijge- ven van de gashendel. 21 Bedieningshandgreep De bedieningshandgreep dient voor het bedienen, vasthouden en hanteren van de kettingzaag. 22 achterste handbeschermer De achterste handbeschermer beschermt de rechterhand tegen contact met een wegge- worpen of gebroken zaagketting. 23 Gashendel De gashendel dient voor het oplopen van het toerental van de motor. 0458-200-7621-A 3 Nederlands 24 brandstoftankdop De brandstoftankdop sluit de brandstoftank af. 25 Starthandgreep De starthandgreep dient voor het starten van de motor. 26 Olietankdop De olietankdop sluit de olietank af. 27 Draagbeugel De draagbeugel dient voor het vasthouden, hanteren en dragen van de kettingzaag. # Machinenummer 3.2 Uitvoeringskenmerken De kettingzaag kan, afhankelijk van de exportuit- voering, de volgende uitrustingskenmerken heb- ben: A B 1 2 1 0000097414_001 3 Hand-benzinepomp (A) 1 Hand-benzinepomp De hand-benzinepomp vergemakkelijkt het starten van de motor. Kettingsnelspanner (B) 1 Spanring De spanring verschuift het zaagblad en spant of ontspant hierdoor de zaagketting. 2 Spantandwiel Via het spantandwiel kan de kettingspanning worden afgesteld. 3 Vleugelmoer De vleugelmoer bevestigt het kettingtandwiel- deksel op de kettingzaag. 3.3 Pictogrammen De pictogrammen kunnen op de kettingzaag staan en hebben de volgende betekenis: Dit pictogram duidt de brandstoftank aan. Dit pictogram duidt de olietank voor zaag- kettingolie aan. 4 Veiligheidsinstructies In deze richting wordt de kettingrem ingeschakeld of gelost. Dit pictogram geeft de draairichting van de zaagketting aan. Draairichting om de zaagketting te span- nen Dit pictogram duidt de hand-benzinepomp aan. In deze richting wordt de combischakelaar geplaatst om de motor af te zetten. In deze stand wordt de combischakelaar geplaatst om de motor af te zetten. In deze stand van de combischakelaar is de motor in werking. In deze stand van de combischakelaar wordt de motor gestart. In deze stand van de combischakelaar wordt de motor op het starten voorbereid. LWA Gegarandeerd geluidsvermogenniveau volgens de richtlijn 2000/14/EG in dB(A) om de geluidsemissie van pro- ducten vergelijkbaar te maken. 4 Veiligheidsinstructies 4.1 Waarschuwingssymbolen De waarschuwingssymbolen op de kettingzaag hebben de volgende betekenis: Op de veiligheidsinstructies en de maatregelen hiervoor letten. De handleiding lezen, begrijpen en bewaren. Veiligheidsbril, gehoorbescherming en veiligheidshelm dragen. Op de veiligheidsinstructies met betrekking tot terugslag en de maatre- gelen hiertegen letten. 4.2 Gebruik conform de voorschrif- ten De kettingzagen STIHL MS 162 en STIHL MS 172 dienen voor het zagen van hout en voor het snoeien en vellen van bomen. WAARSCHUWING Als de kettingzaag niet volgens voorschrift wordt gebruikt kunnen personen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen en kan er materi- ele schade ontstaan. 4 0458-200-7621-A 4 Veiligheidsinstructies De kettingzaag zo gebruiken als in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven. 4.3 Eisen aan de gebruiker WAARSCHUWING Gebruikers die niet zijn geïnstrueerd kunnen de gevaren van de kettingzaag niet herkennen of niet inschatten. De gebruiker of andere per- sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. De handleiding lezen, begrijpen en bewaren. Als de kettingzaag aan een andere persoon wordt overhandigd: de handleiding meege- ven. Controleren of de gebruiker aan de vol- gende eisen voldoet: De gebruiker is uitgerust. De gebruiker is lichamelijk, sensorisch en geestelijk in staat, de kettingzaag te gebruiken en hiermee te werken. Als de gebruiker lichamelijk, sensorisch of geestelijk beperkt is, mag de gebruiker slechts onder toezicht van of na instruc- tie door een hiertoe verantwoordelijke of bevoegde persoon hiermee werken. De gebruiker kan de gevaren van de kettingzaag herkennen en inschatten. De gebruiker is meerderjarig of de gebruiker wordt overeenkomstig de nationale regelgeving onder toezicht onderwezen in een beroep. De gebruiker is geïnstrueerd door een STIHL dealer of een hiertoe vakkundig persoon, voordat deze voor de eerste keer de kettingzaag in gebruik neemt. De gebruiker verkeert niet onder invloed van alcohol, medicamenten of drugs. Als de gebruiker voor het eerst met een ket- tingzaag werkt: het zagen van rondhout op een zaagbok of een schraag oefenen. Indien er onduidelijkheden bestaan: contact opnemen met een STIHL dealer. Het ontstekingssysteem van de kettingzaag genereert een elektromagnetisch veld. Het elektromagnetische veld kan pacemakers beïnvloeden. De gebruiker kan ernstig of dodelijk letsel oplopen. Als de gebruiker een pacemaker draagt: Garanderen dat de pacemaker niet wordt beïnvloed. Nederlands 4.4 Kleding en uitrusting WAARSCHUWING Tijdens de werkzaamheden kunnen lange haren in de kettingzaag worden getrokken. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. Lang haar zodanig in een knot dragen en beveiligen, dat het zich boven de schouders bevindt. Tijdens de werkzaamheden kunnen voorwer- pen met een hoge snelheid naar boven wor- den geslingerd. De gebruiker kan letsel oplo- pen. Een nauwsluitende veiligheidsbril dragen. Geschikte veiligheidsbrillen zijn aan de hand van de norm EN 166 of de nationale voorschriften getest en met de betreffende code- ring te koop. STIHL adviseert een gelaatsbeschermer te dragen. Een strak bovenstuk met lange mouwen dragen. Tijdens de werkzaamheden wordt geluid geproduceerd. Geluid kan het gehoor bescha- digen. Gehoorbeschermers dragen. Vallende takken kunnen leiden tot hoofdletsel. Als tijdens de werkzaamheden voor- werpen kunnen vallen: een veilig- heidshelm dragen. Tijdens de werkzaamheden kan stof opdwar- relen en kunnen er dampen ontstaan. Inge- ademd(e) stof en dampen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid en allergische reac- ties veroorzaken. Als er stof opdwarrelt of damp ontstaat: een stofmasker dragen. Hiertoe ongeschikte kleding kan blijven haken in hout, struikgewas en in de kettingzaag. Gebruikers zonder geschikte kleding kunnen ernstig letsel oplopen. Nauwsluitende kleding dragen. Sjaals en sieraden afdoen. Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker in contact komen met de ronddraaiende zaag- ketting. De gebruiker kan hierdoor ernstig let- sel oplopen. Een lange broek met snijprotectie dragen. Tijdens de werkzaamheden kan de gebruiker zich snijden aan het hout. Tijdens de reini- gings- of onderhoudswerkzaamheden kan de 0458-200-7621-A 5 Nederlands gebruiker in contact komen met de zaagket- ting. De gebruiker kan letsel oplopen. Werkhandschoenen van een slijtvast mate- riaal dragen. Als de gebruiker ongeschikt schoeisel draagt, kan hij uitglijden. Als de gebruiker in contact komt met de ronddraaiende zaagketting, kan deze snijwonden oplopen. De gebruiker kan letsel oplopen. Kettingzaaglaarzen met snijprotectie dra- gen. 4.5 Werkgebied en -omgeving WAARSCHUWING Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen de gevaren van de kettingzaag en de opge- worpen voorwerpen niet herkennen en de gevaren hiervan niet inschatten. Onbevoegde personen, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ont- staan. Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op afstand houden van het werkgebied. Kettingzaag niet zonder toezicht laten. Zorg ervoor dat kinderen niet met de ket- tingzaag kunnen spelen. Als de motor draait, stromen hete uitlaatgas- sen uit de uitlaatdemper. Hete uitlaatgassen kunnen licht ontvlambare materialen ontsteken en branden veroorzaken. De hete uitlaatgassen uit de buurt van licht ontvlambare materialen houden. 4.6 Veilige staat 4.6.1 Kettingzaag De kettingzaag verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan: De kettingzaag is niet beschadigd. Er lekt geen brandstof uit de kettingzaag. De brandstoftankdop en de olietankdop zijn gesloten. De kettingzaag is schoon. De kettingvanger is gemonteerd en niet beschadigd. De kettingrem functioneert. De bedieningselementen werken en zijn niet gewijzigd. De kettingsmering functioneert. De inloopsporen op het kettingtandwiel zijn niet dieper dan 0,5 mm. Een in deze gebruiksaanwijzing aangegeven combinatie van zaagblad en zaagketting is gemonteerd. 4 Veiligheidsinstructies Het zaagblad en de zaagketting zijn correct gemonteerd. De zaagketting is correct gespannen. Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze kettingzaag is gemonteerd. Het toebehoren is correct gemonteerd. WAARSCHUWING In een niet-veilige staat kunnen de componen- ten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtingen worden uitgescha- keld en kan er olie weglekken. Personen kun- nen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Met een onbeschadigde kettingzaag wer- ken. Als er brandstof uit de kettingzaag lekt: niet met de kettingzaag werken en contact opnemen met een STIHL dealer. Brandstoftankdop en olietankdop sluiten. Als de kettingzaag vuil is: kettingzaag reini- gen. Met een gemonteerde en onbeschadigde kettingvanger werken. Aan de kettingzaag geen wijzigingen aan- brengen. Uitzondering: montage van een in deze gebruiksaanwijzing aangegeven com- binatie van zaagblad en zaagketting. Als de bedieningselementen niet functione- ren: Niet met de kettingzaag werken. Alleen origineel STIHL toebehoren voor deze kettingzaag monteren. Zaagblad en zaagketting zo monteren als in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven. Monteer toebehoren zoals in deze gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij- zing van het toebehoren beschreven staat. Geen voorwerpen in de openingen van de kettingzaag steken. Versleten of beschadigde stickers vervan- gen. Als er onduidelijkheid bestaat: contact opnemen met een STIHL dealer. 4.6.2 Zaagblad Het zaagblad verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan: Het zaagblad is niet beschadigd. Het zaagblad is niet vervormd. De groef is zo diep als of dieper dan de mini- male groefdiepte, 19.3. Er bevinden zich geen bramen op de randen van de groef. De groef is niet versmald of verbreed. 6 0458-200-7621-A 4 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING In een onveilige staat kan het zaagblad de zaagketting niet meer correct geleiden. De ronddraaiende zaagketting kan van het zaag- blad springen. Personen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. Met een onbeschadigd zaagblad werken. Als de diepte van de groef kleiner is dan de minimale groefdiepte: zaagblad vervangen. Zaagblad wekelijks ontdoen van bramen. Als één en ander niet duidelijk is: verzoe- ken wij u contact op te nemen met een STIHL dealer. 4.6.3 Zaagketting De zaagketting verkeert in de veilige staat als aan de volgende voorwaarden is voldaan: De zaagketting is niet beschadigd. De zaagketting is correct aangescherpt/gesle- pen. De slijtagemarkeringen op de zaagtanden zijn zichtbaar. WAARSCHUWING In een niet-veilige staat kunnen componenten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheidsinrichtingen zijn uitgeschakeld. Per- sonen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. Met een onbeschadigde zaagketting wer- ken. Zaagketting correct aanscherpen/slijpen. Indien er onduidelijkheden bestaan: contact opnemen met een STIHL dealer. 4.7 Brandstof en tanken WAARSCHUWING De voor deze kettingzaag gebruikte brandstof bestaat uit een mengsel van benzine en twee- taktmotorolie. De brandstof en benzine vatten zeer gemakkelijk vlam. Als brandstof of ben- zine in contact komen met open vuur of hete voorwerpen, kunnen de brandstof of de ben- zine branden of explosies veroorzaken. Perso- nen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Bescherm de brandstof en benzine tegen hitte en vuur. Mors niet met brandstof en benzine. Als er brandstof is gemorst: verwijder de brandstof met een doek en probeer de motor pas te starten als alle onderdelen van de kettingzaag droog zijn. Niet roken. 0458-200-7621-A Nederlands Niet tanken in de nabijheid van vuur. Schakel de motor vóór het tanken uit en laat deze afkoelen. Start de motor op ten minste 3 m afstand van de plek waar getankt werd. Ingeademde brandstof- en benzinedampen kunnen personen vergiftigen. Adem de brandstof- en benzinedampen niet in. Tank op een goed geventileerde plaats. Tijdens de werkzaamheden of in een zeer warme omgeving loopt de temperatuur van de kettingzaag op. Afhankelijk van de soort brandstof, de hoogte, de omgevingstempera- tuur en de temperatuur van de kettingzaag zet de brandstof uit en kan overdruk in de brand- stoftank ontstaan. Als de brandstoftankdop wordt geopend, kan er brandstof naar buiten spuiten en ontbranden. De gebruiker kan ern- stig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Laat de kettingzaag afkoelen voordat de brandstoftankdop wordt geopend. Draai de brandstoftankdop langzaam en niet ineens open. Kleding, die in contact komt met brandstof of benzine, is lichter ontvlambaar. Personen kun- nen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Als kleding in contact komt met brandstof of benzine: verwissel de kleding. Brandstof, benzine en tweetaktmotorolie kun- nen schadelijk zijn voor het milieu. Mors niet met brandstof, benzine en twee- taktmotorolie. Voer de brandstof, benzine en tweetaktmo- torolie volgens de voorschriften en milieu- vriendelijk af. Als de brandstof, benzine of tweetaktmotorolie in contact komen met de huid of ogen, kunnen de huid of ogen geïrriteerd raken. Vermijd contact met brandstof, benzine en tweetaktmotorolie. Als contact met de huid heeft plaatsgevon- den: was de betreffende plekken op de huid met veel water en zeep. Als contact met de ogen heeft plaatsgevon- den: was de ogen ten minste 15 minuten met veel water en raadpleeg een arts. Het ontstekingssysteem van de kettingzaag genereert vonken. Vonken kunnen naar buiten treden en in een licht ontvlambare of een explosieve omgeving brand en explosies ver- oorzaken. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ont- staan. 7 Nederlands Maak gebruik van bougies die in deze handleiding staan beschreven. Breng de bougie aan en draai deze stevig vast. Druk de bougiestekker stevig vast. Als in de kettingzaag een brandstof wordt getankt die werd gemengd uit ongeschikte benzine of ongeschikte tweetaktmotorolie of die een verkeerde mengverhouding van ben- zine en tweetaktmotorolie heeft, kan de ket- tingzaag worden beschadigd. Meng de brandstof zoals in deze handlei- ding staat beschreven. Als brandstof gedurende langere tijd wordt opgeslagen, kan het mengsel uit benzine en tweetaktmotorolie zich ontmengen of veroude- ren. Als de kettingzaag wordt getankt met ont- mengde of verouderde brandstof, kan de ket- tingzaag worden beschadigd. Voordat de kettingzaag wordt getankt: brandstof doormengen. Gebruik een mengsel van benzine en twee- taktmotorolie dat niet ouder is dan 30 dagen (STIHL MotoMix: 5 jaar). 4.8 Werken 4.8.1 Zagen WAARSCHUWING Als er buiten het werkgebied geen personen binnen gehoorafstand aanwezig zijn, kan in geval van nood geen hulp worden gevraagd. Zorg ervoor dat er personen op gehooraf- stand buiten het werkgebied aanwezig zijn. Als de gebruiker de motor niet correct start, kan de gebruiker de controle over de ketting- zaag verliezen. De gebruiker kan hierdoor ern- stig letsel oplopen. De motor zo starten als in deze handleiding staat beschreven. Als de zaagketting de grond of voorwerpen raakt: de motor niet starten. De gebruiker kan in bepaalde omstandighe- den niet meer geconcentreerd werken. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen, struikelen, vallen en ernstig letsel oplopen. Werk rustig en doordacht. Als de lichtomstandigheden en het zicht slecht zijn: niet met de kettingzaag werken. Kettingzaag alleen bedienen. Niet boven schouderhoogte werken. Pas op voor obstakels. Werk rechtop staand op de grond en zorg voor goed evenwicht. Als in de hoogte moet 4 Veiligheidsinstructies worden gewerkt: een hoogwerker of een veilige steiger gebruiken. Als er vermoeidheidsverschijnselen optre- den: las een pauze in. Als de motor draait, worden uitlaatgassen geproduceerd. Ingeademde uitlaatgassen kun- nen personen vergiftigen. Uitlaatgassen niet inademen. Op een goed geventileerde plaats met de kettingzaag werken. Als er misselijkheid, hoofdpijn, gezichts- stoornissen, gehoorverlies of duizeligheid optreedt: de werkzaamheden beëindigen en contact opnemen met een arts. Als de gebruiker gehoorbeschermers draagt en de motor draait, kan de gebruiker geluiden beperkt waarnemen en inschatten. Werk rustig en doordacht. Als met de kettingzaag wordt gewerkt en de combischakelaar in stand staat, kan de gebruiker niet met de kettingzaag goed onder controle werken. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. Combischakelaar in stand plaatsen. De motor zo starten als in deze handleiding staat beschreven. Als met een ingeschakelde kettingrem gas wordt gegeven, kan de kettingrem worden beschadigd. Voor het zagen de kettingrem lossen. Door de ronddraaiende zaagketting kan de gebruiker snijwonden oplopen. De gebruiker kan hierdoor ernstig letsel oplopen. De ronddraaiende zaagketting niet aanra- ken. Als de zaagketting door een voorwerp wordt geblokkeerd: motor afzetten en ket- tingrem inschakelen. Pas dan het voorwerp dat de blokkade veroorzaakt wegnemen. De ronddraaiende zaagketting wordt warm en zet uit. Als de zaagketting niet voldoende wordt gesmeerd en nagespannen, kan de zaagketting van het zaagblad springen of bre- ken. Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Zaagkettingolie gebruiken. Tijdens de werkzaamheden regelmatig de spanning van de zaagketting controleren. Als de spanning van de zaagketting te laag is: de zaagketting spannen. Als de werking van de kettingzaag zich tijdens de werkzaamheden wijzigt of deze zich onge- woon gedraagt, kan de kettingzaag in een onveilige staat verkeren. Personen kunnen 8 0458-200-7621-A 4 Veiligheidsinstructies ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. De werkzaamheden beëindigen en contact opnemen met een STIHL dealer. Tijdens de werkzaamheden kunnen trillingen door de kettingzaag worden gevormd. Handschoenen dragen. Neem pauzes. Als er tekenen van een verstoring van de doorbloeding optreden: raadpleeg een arts. Als de ronddraaiende zaagketting contact maakt met een hard voorwerp kunnen vonken ontstaan. Vonken kunnen in een makkelijk brandbare omgeving brand veroorzaken. Per- sonen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplo- pen en er kan materiële schade ontstaan. Werk niet in een makkelijk brandbare omgeving. Als de gashendel wordt losgelaten, draait de zaagketting nog even door. De bewegende zaagketting kan snijwonden toebrengen aan personen. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. Wacht tot de zaagketting niet meer draait. 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 WAARSCHUWING Als hout dat onder spanning staat wordt gezaagd, kan het zaagblad worden ingeklemd. De gebruiker kan de controle over de ketting- zaag verliezen en zwaar letsel oplopen. Eerst een ontlastingszaagsnede in de druk- zijde (1) aanbrengen, vervolgens een kap- zaagsnede in de trekzijde (2) aanbrengen. 4.8.2 Van takken ontdoen WAARSCHUWING Als de gevelde boom eerst aan de onderzijde van alle takken wordt ontdaan kan de boom niet meer worden ondersteund door takken op de grond. Tijdens de werkzaamheden kan de boom bewegen. Personen kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel oplopen. Grotere takken aan de onderzijde pas door- zagen als de boom op lengte is gezaagd. Niet staand op de stam werken. Nederlands Tijdens het van takken ontdoen kan een afge- zaagde tak naar beneden vallen. De gebruiker kan struikelen, vallen en ernstig letsel oplo- pen. Boom vanaf de voet van de stam naar de boomkruin toe van takken ontdoen. 4.8.3 Vellen WAARSCHUWING Ongeoefende personen kunnen de gevaren bij het vellen niet inschatten. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. De gebruiker moet beschikken over rele- vante kennis van kaptechnieken en erva- ring met kapwerkzaamheden. Als er onduidelijkheden zijn: een ervaren expert raadplegen voor ondersteuning en voor het bepalen van de geschikte veltech- niek. Tijdens het vellen kan een boom en kunnen takken op personen of voorwerpen vallen. Hoe groter vallende delen zijn, des te groter het risico is dat personen ernstig of dodelijk letsel kunnen oplopen. Het gevolg kan materiële schade zijn. Bepaal de velrichting zo dat het gebied waarin de boom valt open/vrij is. Houd buitenstaanders, kinderen en dieren buiten een afstand van een cirkel van 2,5 boomlengtes om het werkgebied. Verwijder afgebroken of dorre takken voor het vellen uit de kroon van de boom. Als afgebroken of dorre takken niet uit de kroon van de boom kunnen worden verwij- derd: een ervaren expert raadplegen voor ondersteuning en voor het bepalen van de geschikte veltechniek. Let op de boomkruin en boomkruinen van naast staande bomen en ontwijk vallende takken. Als de boom valt, kan deze bij de stam breken of in de richting van de gebruiker terugslaan. De gebruiker kan ernstig of dodelijk letsel oplopen. Plan een vluchtweg zijwaarts achter de boom. Loop achterwaarts de vluchtweg in en let op de vallende boom. Loop niet achteruit hellingafwaarts. Obstakels in het werkgebied en op de vlucht- weg kunnen de gebruiker hinderen. De gebrui- ker kan struikelen en vallen. De gebruiker kan ernstig of dodelijk letsel oplopen. 0458-200-7621-A 9 Nederlands Verwijder obstakels uit het werkgebied en van de vluchtweg. Als de breuklijst, de veiligheidsband of de borglijst wordt ingezaagd of te vroeg wordt doorgezaagd, kan de velrichting niet meer worden aangehouden of de boom kan te vroeg vallen. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Zaag de breuklijst niet in of door. Zaag de veiligheidsband of borglijst als laat- ste door. Als de boom te vroeg begint te vallen: de velsnede onderbreken en op de vluchtweg terugwijken. Als de ronddraaiende zaagketting met het bovenste kwart gedeelte van het zaagblad contact maakt met een harde velspie en snel wordt afgeremd, kan terugslag ontstaan. Per- sonen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplo- pen. Gebruik velspieën van aluminium of kunst- stof. Als een boom niet geheel op de grond valt of in een andere boom blijft hangen, kan de gebruiker het vellen niet meer gecontroleerd voltooien. Onderbreek het vellen en trek de boom met behulp van een lier of een hiertoe geschikt voertuig naar de grond. 4.9 Reactiekrachten 4.9.1 Terugslag 4 Veiligheidsinstructies WAARSCHUWING 0000-GXX-4119-A0 Als er terugslag ontstaat kan de kettingzaag in de richting van de gebruiker omhoog worden geslingerd. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en ernstig letsel oplo- pen of zelfs worden gedood. De kettingzaag met beide handen vasthou- den. Het lichaam buiten het verlengde zwenkbe- reik van de kettingzaag houden. Zo werken als in deze handleiding staat beschreven. Niet met het bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus werken. Met een correct aangescherpte/geslepen en correct gespannen zaagketting werken. Een terugslaggereduceerde zaagketting gebruiken. Een zaagblad met een kleine zaagbladneus gebruiken. Met vol gas zagen. 4.9.2 In het hout trekken 0000-GXX-2732-A0 0000-GXX-1348-A0 Een terugslag kan door de volgende oorzaken ontstaan: De ronddraaiende zaagketting maakt met het bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus contact met een hard voorwerp en wordt snel afgeremd. De ronddraaiende zaagketting is bij de zaag- bladneus ingeklemd. De kettingrem kan een terugslag niet voorko- men. Als met de onderzijde van het zaagblad wordt gewerkt, wordt de kettingzaag weggetrokken van de gebruiker. WAARSCHUWING Als de ronddraaiende zaagketting contact maakt met een hard voorwerp en snel wordt afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met grote kracht van de gebruiker weg worden getrokken. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo- pen of zelfs worden gedood. 10 0458-200-7621-A 4 Veiligheidsinstructies De kettingzaag met beide handen vasthou- den. Zo werken als in deze handleiding staat beschreven. Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei- den. De kam correct plaatsen. Met vol gas zagen. 4.9.3 Terugstoot Als met de bovenzijde van het zaagblad wordt gewerkt, wordt de kettingzaag naar de gebruiker toe gestoten. WAARSCHUWING Als de ronddraaiende zaagketting contact maakt met een hard voorwerp en snel wordt afgeremd, kan de kettingzaag plotseling met grote kracht naar de gebruiker toe worden gestoten. De gebruiker kan de controle over de kettingzaag verliezen en zwaar letsel oplo- pen of zelfs worden gedood. De kettingzaag met beide handen vasthou- den. Zo werken als in deze handleiding staat beschreven. Het zaagblad recht in de zaagsnede gelei- den. Met vol gas zagen. 4.10 Vervoer WAARSCHUWING Tijdens het vervoer kan de kettingzaag kante- len of verschuiven. Personen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ont- staan. Schakel de motor uit. Kettingrem inschakelen. De kettingbeschermer zo over het zaagblad schuiven dat deze het gehele zaagblad afdekt. Kettingzaag met spanbanden, riemen of een net dusdanig beveiligen, dat hij niet kan kantelen en niet kan bewegen. 0000-GXX-1349-A0 0000-GXX-2733-A0 Nederlands Nadat de motor heeft gedraaid, kunnen de uit- laatdemper en de motor heet zijn. De gebrui- ker kan bij contact hiermee brandwonden oplopen. De kettingzaag met de rechterhand zo op de draagbeugel dragen dat het zaagblad naar achteren is gericht. 4.11 Opslaan WAARSCHUWING Kinderen kunnen de gevaren van de ketting- zaag niet herkennen en ook niet inschatten. Kinderen kunnen ernstig letsel oplopen. Motor afzetten. Kettingrem inschakelen. Kettingbeschermer zo over het zaagblad schuiven dat deze het gehele zaagblad afdekt. De kettingzaag buiten het bereik van kinde- ren opslaan. De elektrische contacten op de kettingzaag en metalen onderdelen kunnen door vocht corro- deren. De kettingzaag kan worden bescha- digd. De kettingzaag schoon en droog opslaan. 4.12 Reiniging, onderhoud en repa- ratie WAARSCHUWING Als tijdens de reinigings-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden de motor draait, kan de zaagketting onbedoeld gaan draaien. Per- sonen kunnen ernstig letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Motor afzetten. Kettingrem inschakelen. Nadat de motor heeft gedraaid kunnen de uit- laatdemper en de motor heet zijn. Personen kunnen zich verbranden. Wachten tot de uitlaatdemper en de motor zijn afgekoeld. Agressieve reinigingsmiddelen, het reinigen met een waterstraal of puntige voorwerpen kunnen de kettingzaag, het zaagblad en de 0458-200-7621-A 11 Nederlands zaagketting beschadigen. Als de kettingzaag, het zaagblad of de zaagketting niet op de juiste wijze werden gereinigd, kunnen compo- nenten niet meer correct functioneren en kun- nen de veiligheidsinrichtingen zijn uitgescha- keld. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. Kettingzaag, zaagblad en zaagketting reini- gen zoals staat beschreven in deze hand- leiding. Als de kettingzaag niet zo wordt onderhouden of gerepareerd als staat beschreven in deze handleiding kunnen componenten niet meer correct functioneren en kunnen de veiligheids- inrichtingen zijn uitgeschakeld. Personen kun- nen ernstig of dodelijk letsel oplopen. Kettingzaag zo onderhouden of repareren als in deze handleiding staat beschreven. Als het zaagblad en de zaagketting niet zo worden onderhouden of gerepareerd als staat beschreven in deze handleiding kunnen com- ponenten mogelijk niet meer correct functione- ren en kunnen de veiligheidsinrichtingen wor- den uitgeschakeld. Personen kunnen ernstig letsel oplopen. Zaagblad en zaagketting zo onderhouden of repareren als in deze gebruiksaanwijzing staat beschreven. Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk- zaamheden aan de zaagketting kan de gebrui- ker letsel oplopen door de scherpe zaagtan- den. De gebruiker kan letsel oplopen. Werkhandschoenen van een slijtvast mate- riaal dragen. 5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik 5.1 Kettingzaag klaarmaken voor gebruik Telkens voor het begin van de werkzaamheden moeten de volgende handelingen worden uitge- voerd: Controleren of de volgende delen zich in de veilige staat bevinden: Kettingzaag, 4.6.1. Zaagblad, 4.6.2. Zaagketting, 4.6.3. Kettingzaag reinigen, 15.1. Zaagblad en zaagketting monteren, 6.1. Zaagketting spannen, 6.2. Zaagkettingolie bijvullen, 6.3. Kettingrem controleren, 10.4. Kettingzaag tanken, 8.2. Bedieningselementen controleren, 10.5. 5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik Kettingsmering controleren, 10.6. Als de stappen niet kunnen worden uitge- voerd: de kettingzaag niet gebruiken en con- tact opnemen met een STIHL dealer. 6 Motorzaag completeren 6.1 Zaagblad en zaagketting mon- teren en uitbouwen 6.1.1 Zaagblad en zaagketting monteren De combinaties van zaagblad en zaagketting die bij het kettingtandwiel passen en daarmee gemonteerd mogen worden, staan aangegeven in de technische gegevens, 20.1. Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 2 4 3 1 Moer (1) zo ver linksom draaien tot het ketting- tandwieldeksel (2) kan worden weggenomen. Kettingtandwieldeksel (2) verwijderen. Spanbout (3) zolang linksom draaien, tot de spanschuif (4) links tegen de behuizing ligt. 0000097415_001 0000-GXX-2954-A0 Zaagketting vervolgens in de groef van het zaagblad leggen, zodat de pijlen op de verbin- dingsschakels van de zaagketting aan de bovenzijde in de draairichting gericht zijn. 6 7 55 8 0000097416_001 12 0458-200-7621-A 6 Motorzaag completeren Het zaagblad met de zaagketting zo op de ket- tingzaag plaatsen dat aan de volgende voor- waarden wordt voldaan: De aandrijfschakels van de zaagketting val- len in de tanden van het kettingtandwiel (7). De tapeinden (5) zitten in het sleufgat van het zaagblad (6). De pen van de spanschuif (4) valt in het boorgat (8) van het zaagblad (6). De stand van het zaagblad (6) speelt geen rol. De opdruk op het zaagblad (6) kan ook onderste- boven staan. Kettingrem lossen. 3 6 Nederlands Kettingtandwieldeksel (3) verwijderen. 4 5 Spanring (4) wegnemen. Draai de bout (5) los. 6 5 0000099376_001 0000098250_001 0000097417_001 4 Spanbout (3) zolang rechtsom draaien, tot de zaagketting aansluit op het zaagblad. Hierbij de aandrijfschakels van de zaagketting in de groef van het zaagblad leiden. Het zaagblad (6) en de zaagketting liggen tegen de kettingzaag. Kettingtandwieldeksel (2) zo op de kettingzaag plaatsen, dat deze gelijkligt aan de ketting- zaag. Moer (1) aanbrengen en vastdraaien. 6.1.2 Zaagblad en zaagketting monteren (kettingsnelspanner) De combinaties van zaagblad en zaagketting die bij het kettingtandwiel passen en daarmee gemonteerd mogen worden, staan aangegeven in de technische gegevens, 20.1. Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 1 3 2 Zaagblad (6) zo op de spanring (4) leggen dat beide tappen van de spanring (4) in de borin- gen van het zaagblad zitten. De oriëntering (plaatsing) van het zaagblad (6) speelt geen rol. De opdruk op het zaagblad kan ook ondersteboven staan. Bout (5) aanbrengen en goed vastdraaien. 4 Zaagketting vervolgens in de groef van het zaagblad leggen, zodat de pijlen op de verbin- dingsschakels van de zaagketting aan de bovenzijde in de draairichting gericht zijn. Spanring (4) tot aan de aanslag rechtsom draaien. 4 23 0000-GXX-1201-A0 0000097418_001 Greep (1) van de vleugelmoer (2) opklappen. Vleugelmoer (2) zo lang linksom draaien tot het kettingtandwieldeksel (3) kan worden weg- genomen. 0458-200-7621-A 6 13 0000097420_001 Nederlands Zaagblad met spanring en zaagketting zo op de kettingzaag plaatsen dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De spanring (4) is naar de gebruiker gericht. De aandrijfschakels van de zaagketting val- len in de tanden van het kettingtandwiel (2). De kop van de bout (3) valt in het sleufgat van het zaagblad (6). 4 6 Motorzaag completeren Spanring tot aan de aanslag rechtsom draaien. De zaagketting is ontspannen. Zaagblad en zaagketting verwijderen. Bout van de spanring losdraaien. Spanring wegnemen. 6.2 Zaagketting spannen 6.2.1 Zaagketting spannen Tijdens het gebruik rekt de zaagketting uit of trekt samen. De spanning van de zaagketting verandert. Tijdens de werkzaamheden moet de zaagkettingspanning regelmatig worden gecon- troleerd en moet deze zo nodig worden nage- spannen. Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 0000097421_001 0000097422_001 Kettingrem lossen. Spanring (4) zo lang linksom draaien tot de zaagketting tegen het zaagblad ligt. Hierbij de aandrijfschakels van de zaagketting in de groef van het zaagblad leiden. Het zaagblad en de zaagketting liggen tegen de kettingzaag. Het kettingtandwieldeksel zo op de ketting- zaag aanbrengen, dat dit gelijkligt met de ket- tingzaag. Als het kettingtandwieldeksel niet gelijkligt met de kettingzaag: het spantandwiel verdraaien en het kettingtandwieldeksel opnieuw aan- brengen. De tanden van het spantandwiel grijpen aan in de tanden van de spanring. De vleugelmoer zo lang rechtsom draaien tot het kettingtandwieldeksel stevig op de ketting- zaag is bevestigd. Greep van de vleugelmoer inklappen. 6.1.3 Zaagblad en zaagketting uitbouwen Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Moer zo ver linksom draaien tot het ketting- tandwieldeksel kan worden weggenomen. Neem het kettingtandwieldeksel weg. Spanbout tot aan de aanslag linksom draaien. De zaagketting is ontspannen. Zaagblad en zaagketting verwijderen. 6.1.4 Zaagblad en zaagketting demonteren (kettingsnelspanner) Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Greep van de vleugelmoer omhoog klappen. Vleugelmoer zo lang linksom draaien tot het kettingtandwieldeksel kan worden weggeno- men. Neem het kettingtandwieldeksel weg. 1 a 2 Moeren (1) losdraaien. Kettingrem lossen. Zaagblad bij de neus optillen en de span- schroef (2) zo lang rechtsom of linksom draaien, tot aan de volgende voorwaarden is voldaan: De afstand a in het midden van het zaag- blad bedraagt 1 mm tot 2 mm. De zaagketting kan nog met twee vingers en met geringe krachtsinspanning over het zaagblad worden getrokken. Als er een Carving-zaagblad is gemonteerd: spanbout (2) zo lang rechtsom draaien tot de aandrijfschakels van de zaagketting aan de onderzijde van het zaagblad nog voor de helft zichtbaar zijn. Zaagblad bij de neus verder optillen en de moeren (1) vastdraaien. Als de afstand a in het midden van het zaag- blad niet 1 mm tot 2 mm bedraagt: zaagketting opnieuw spannen. Als bij een gemonteerd Carving-zaagblad de aandrijfschakels van de zaagketting aan de onderzijde van het zaagblad voor minder dan de helft zichtbaar zijn: zaagketting opnieuw spannen. 14 0458-200-7621-A 6 Motorzaag completeren 6.2.2 Zaagketting spannen (kettingsnel- spanner) Tijdens het gebruik rekt de zaagketting uit of trekt samen. De spanning van de zaagketting verandert. Tijdens de werkzaamheden moet de zaagkettingspanning regelmatig worden gecon- troleerd en moet deze zo nodig worden nage- spannen. Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Nederlands Motorzaag zo op een vlakke ondergrond plaat- sen dat de olietankdop naar boven is gericht. Het gebied rondom de olietankdop schoonma- ken met een vochtige doek. 0000-GXX-1205-A1 2 a 1 Greep van de vleugelmoer (1) omhoog klap- pen. Vleugelmoer (1) 2 slagen linksom draaien. De vleugelmoer (1) is losgedraaid. Kettingrem lossen. Zaagblad bij de neus optillen en het spantand- wiel (2) zo lang rechtsom of linksom draaien, tot aan de volgende voorwaarden is voldaan: De afstand a in het midden van het zaag- blad bedraagt 1 mm tot 2 mm. De zaagketting kan nog met twee vingers en met geringe krachtsinspanning over het zaagblad worden getrokken. Als er een Carving-zaagblad is gemonteerd: spantandwiel (2) zo lang rechtsom of linksom draaien tot de aandrijfschakels van de zaag- ketting aan de onderzijde van het zaagblad nog voor de helft zichtbaar zijn. Zaagblad bij de neus verder optillen en de vleugelmoer (1) zo lang rechtsom draaien tot het kettingtandwieldeksel stevig op de ketting- zaag is bevestigd. Als de afstand a in het midden van het zaag- blad niet 1 mm tot 2 mm bedraagt: zaagketting opnieuw spannen. Als bij een gemonteerd Carving-zaagblad de aandrijfschakels van de zaagketting aan de onderzijde van het zaagblad voor minder dan de helft zichtbaar zijn: zaagketting opnieuw spannen. Greep van de vleugelmoer (1) inklappen. 6.3 Zaagkettingolie bijvullen De zaagkettingolie zorgt voor de smering en de koeling van de ronddraaiende zaagketting. Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 0000097423_001 De olietankdop met een geschicht gereed- schap zo lang linksom draaien tot de olietank- dop kan worden weggenomen. Olietankdop wegnemen. De zaagkettingolie zo bijvullen dat er geen zaagkettingolie wordt gemorst en de olietank niet tot aan de rand wordt gevuld. Olietankdop op de olietank plaatsen. Olietankdop met een gesschikt gereedschap rechtsom handvast draaien. De olietank is gesloten. 6.4 Kam monteren Als de kettingzaag van een kettingsnelspanner is voorzien, moet de kam zijn gemonteerd. Zaagblad en zaagketting uitbouwen. 1 2 Kam (1) aanbrengen. Bouten (2) aanbrengen en vastdraaien. De kam (1) mag niet worden verwijderd. 0000097424_001 0000-GXX-1206-A1 0458-200-7621-A 15 Nederlands 7 Kettingrem inschakelen en lossen 7.1 Kettingrem inschakelen De kettingzaag is uitgerust met een kettingrem. De kettingrem wordt bij een voldoende sterke terugslag automatisch ingeschakeld door de massatraagheid van de handbeschermer of kan worden ingeschakeld door de gebruiker. Handbeschermer met de linkerhand weg van de draagbeugel duwen. De handbeschermer klikt hoorbaar vast. De kettingrem is ingeschakeld. 7.2 Kettingrem lossen 0000-GXX-2932-A0 7 Kettingrem inschakelen en lossen JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC of ISO-L-EGD worden gebruikt. STIHL schrijft de tweetaktmotorolie STIHL HP Ultra of een gelijkwaardige hoogwaardige motor- olie voor om de emissiegrenswaarden gedu- rende de machinelevensduur te kunnen waarbor- gen. Controleer of het octaangetal van de benzine ten minste 90 RON bedraagt en het alcohol- percentage van de benzine niet hoger is dan 10%. (voor Brazilië 27%). Controleer of de gebruikte tweetaktmotorolie voldoet aan de eisen. Meet afhankelijk van de gewenste hoeveel- heid brandstof de juiste hoeveelheden twee- taktmotorolie en benzine in de mengverhou- ding 1:50 af. Voorbeelden van brandstofmeng- sels: 20 ml tweetaktmotorolie, 1 l benzine 60 ml tweetaktmotorolie, 3 l benzine 100 ml tweetaktmotorolie, 5 l benzine Vul eerst tweetaktmotorolie, dan benzine in een schone, voor brandstof geschikte jerry- can. Meng de brandstof door. 8.2 Kettingzaag tanken Motor afzetten en kettingrem inschakelen. De kettingzaag laten afkoelen. Plaats de kettingzaag zo op een vlakke onder- grond dat de brandstoftankdop naar boven is gericht. Maak het gebied rondom de brandstoftankdop schoon met een vochtige doek. 0000-GXX-2933-A0 Handbeschermer met de linkerhand richting de gebruiker trekken. De handbeschermer klikt hoorbaar vast. De kettingrem is gelost. 8 Brandstof mengen en ket- tingzaag vullen 8.1 Brandstof mengen De voor deze kettingzaag benodigde brandstof bestaat uit een mengsel van motorolie en ben- zine, in de mengverhouding 1:50. STIHL adviseert de kant-en-klaar gemengde brandstof STIHL MotoMix. Als brandstof zelf wordt gemengd, mag alleen een STIHL tweetaktmotorolie of een andere hoogwaardige motorolie van de klasse JASO FB, Blijf de brandstoftankdop met een geschikt gereedschap linksom draaien totdat deze eraf kan worden gehaald. Verwijder de brandstoftankdop. 0000097425_001 16 0458-200-7621-A 9 Motor starten en afzetten LET OP Brandstof kan onder inwerking van licht, zon- nestraling en extreme temperaturen sneller ontmengen of verouderen. Als ontmengde of oude brandstof wordt getankt, kan de ketting- zaag worden beschadigd. Meng de brandstof. Tank geen brandstof die langer dan 30 dagen (STIHL MotoMix: 5 jaar) is bewaard. Tank de brandstof dusdanig dat er geen brandstof wordt gemorst en laat ten minste 15 mm tot aan de rand van de brandstof- tank vrij. Nederlands 9.2 Motor op het starten voorberei- den Juiste startprocedure kiezen. 2 5 0000097427_001 1 4 3 Kettingrem (2) inschakelen. Als er een hand-benzinepomp (1) beschikbaar is: hand-benzinepomp (1) ten minste 10 keer indrukken. Gashendelblokkering (5) indrukken en inge- drukt houden. Gashendel (4) indrukken en ingedrukt houden. Combischakelaar (3) in stand plaatsen. A B C 0000097426_001 Plaats de brandstoftankdop op de brandstof- tank. Draai de brandstoftankdop met een geschikt gereedschap rechtsom en haal deze goed aan. De brandstoftank is gesloten. 9 Motor starten en afzetten 9.1 Juiste startprocedure kiezen Wanneer moet de motor op het starten worden voorbereid? De motor moet op het starten worden voorbe- reid, als aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan: De motor is op omgevingstemperatuur. De motor sloeg af bij de eerste keer gas geven na het starten. De motor sloeg af omdat de brandstoftank leeg was. Motor voorbereiden op het starten, 9.2 en vervolgens de motor starten, 9.3. Wanneer kan de motor direct worden gestart? De motor kan direct worden gestart als de motor minimaal 1 minuut heeft gedraaid en slechts voor een korte werkonderbreking werd afgezet. Start de motor, 9.3. Kettingzaag op een van de 3 mogelijke manie- ren vasthouden: De kettingzaag op een vlakke ondergrond plaatsen, met de linkerhand op de draag- beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt, op de grond drukken en de punt van de rechter kettingzaaglaars in de achterste handgreep steken. De kettingzaag op een vlakke ondergrond plaatsen, met de linkerhand op de draag- beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt, op de grond drukken en de hak van de rechter kettingzaaglaars in de achterste handgreep steken. Kettingzaag met de linkerhand op de draag- beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt en de achterste handgreep tussen de knieën of de bovenbenen klem- men. 0000-GXX-2936-A2 0458-200-7621-A 17 Nederlands Trek de starthandgreep met de rechterhand langzaam uit tot er weerstand waarneembaar is. Net zo lang de starthandgreep snel uittrekken en teruggeleiden tot de motor eenmalig ont- steekt en afslaat. Als de motor eerder afsloeg omdat de brandstoftank leeg was: de starthandgreep er maximaal 5 keer uit trekken. 9.3 Motor starten Juiste startprocedure kiezen. 2 3 5 0000-GXX-2937-A1 9 Motor starten en afzetten De kettingzaag op een vlakke ondergrond plaatsen, met de linkerhand op de draag- beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt, op de grond drukken en de punt van de rechter kettingzaaglaars in de achterste handgreep steken. De kettingzaag op een vlakke ondergrond plaatsen, met de linkerhand op de draag- beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt, op de grond drukken en de hak van de rechter kettingzaaglaars in de achterste handgreep steken. Kettingzaag met de linkerhand op de draag- beugel zo vasthouden dat de duim om de draagbeugel valt en de achterste handgreep tussen de knieën of de bovenbenen klem- men. 0000-GXX-2937-A1 1 4 Kettingrem (2) inschakelen. Kettingbeschermer lostrekken. Als er een hand-benzinepomp (1) beschikbaar is: hand-benzinepomp (1) ten minste 10 keer indrukken. Gashendelblokkering (5) indrukken en inge- drukt houden. Gashendel (4) indrukken en ingedrukt houden. Combischakelaar (3) in stand plaatsen. Gashendelblokkering (5) en gashendel (4) los- laten. Combischakelaar (3) in stand plaatsen. A B C 0000-GXX-2936-A2 Kettingzaag op een van de 3 mogelijke manie- ren vasthouden: 0000097428_001 Trek de starthandgreep met de rechterhand langzaam uit tot er weerstand waarneembaar is. Trek de starthandgreep net zolang snel uit en terug totdat de motor draait. Gashendelblokkering (5) indrukken en inge- drukt houden. Gashendel (4) kort indrukken. De combischakelaar (3) springt in de stand . De motor draait stationair. LET OP Als met een ingeschakelde kettingrem gas wordt gegeven, kan de kettingrem worden beschadigd. Voor het zagen de kettingrem lossen. Kettingrem lossen. De kettingzaag is klaar voor gebruik. Als de zaagketting bij stationair toerental mee- draait: storingen verhelpen. Het stationair toerental is niet correct inge- steld. Als de motor niet start: de motor voorbereiden op het starten en vervolgens opnieuw probe- ren de motor te starten. 18 0458-200-7621-A 10 Motorzaag controleren 9.4 Motor uitschakelen 1 Nederlands 0000097429_001 0000-GXX-1217-A0 3 2 Gashendel (2) en gashendelblokkering (3) los- laten. De motor gaat stationair draaien. Combischakelaar (1) in stand plaatsen. De motor slaat af en de combischakelaar (1) veert terug in de stand . Als de motor niet afslaat: Combischakelaar in stand plaatsen. De motor slaat af. De kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De combischakelaar is defect. 10 Motorzaag controleren 10.1 Kettingtandwiel controleren Schakel de motor uit. Kettingrem lossen. Kettingtandwieldeksel uitbouwen. Zaagblad en zaagketting uitbouwen. De groefdiepte van het zaagblad meten met behulp van het meetkaliber van het STIHL vij- lkaliber. Zaagblad vervangen, als aan een van de vol- gende voorwaarden wordt voldaan: Het zaagblad is beschadigd. De gemeten groefdiepte is kleiner dan de minimale groefdiepte van het zaagblad, 19.3. De groef van het zaagblad is versmald of verbreed. Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u contact op te nemen met een STIHL dea- ler. 10.3 Zaagketting controleren Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 1 2 0000-GXX-1218-A0 a Inloopsporen bij het kettingtandwiel met een STIHL vijlkaliber controleren. Als de inloopsporen dieper zijn dan a = 0,5 mm: de kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. Het kettingtandwiel moet vervangen worden. 10.2 Zaagblad controleren Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Zaagketting en zaagblad uitbouwen. 0458-200-7621-A 0000-GXX-1216-A0 De hoogte van de dieptebegrenzer (1) meten met behulp van het STIHL vijlkaliber (2). Het STIHL vijlkaliber moet passen bij de steek van de zaagketting. Als een dieptebegrenzer (1) boven het vijlkali- ber (2) uitsteekt: dieptebegrenzer (1) afvijlen, 16.3. 1 2 3 0000-GXX-1372-A0 4 Controleren of de slijtagemarkeringen (1 tot 4) op de zaagtanden zichtbaar zijn. 19 Nederlands Als één van de slijtagemarkeringen op een zaagtand niet zichtbaar is: de zaagketting niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. Met behulp van een STIHL vijlkaliber controle- ren of de aanscherphoek van de zaagtanden van 30° is aangehouden. Het STIHL vijlkaliber moet passen bij de steek van de zaagketting. Als de aanscherphoek van 30° niet werd aan- gehouden: de zaagketting aanscherpen/slij- pen. Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u contact op te nemen met een STIHL dea- ler. 10.4 Kettingrem controleren Motor afzetten en kettingrem inschakelen. WAARSCHUWING De zaagtanden van de zaagketting zijn scherp. De gebruiker kan zich verwonden. Werkhandschoenen van een slijtvast mate- riaal dragen. Proberen, de zaagketting met de hand over het zaagblad te trekken. Als de zaagketting niet met de hand over het zaagblad kan worden getrokken werkt de ket- tingrem. Als de zaagketting met de hand over het zaag- blad kan worden getrokken: de kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De kettingrem is defect. 10.5 Bedieningselementen controle- ren Gashendelblokkering en gashendel Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Proberen de gashendel in te drukken, zonder de gashendelblokkering in te drukken. Als de gashendel kan worden ingedrukt: de kettingzaag niet gebruiken en contact opne- men met een STIHL dealer. De gashendelblokkering is defect. Gashendelblokkering indrukken en ingedrukt houden. Gashendel indrukken en weer loslaten. Als de gashendel stroef beweegt of niet terug- veert in de uitgangsstand: de kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De gashendel is defect. 11 Met de motorzaag werken Motor afzetten Motor starten. Combischakelaar in stand plaatsen. De motor slaat af en de combischakelaar veert terug in de stand . Als de motor niet afslaat: Combischakelaar in stand plaatsen. De motor slaat af. De kettingzaag niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De combischakelaar is defect. 10.6 Kettingsmering controleren Motor starten en kettingrem lossen. Zaagblad op een lichtgekleurd oppervlak rich- ten. Gas geven. Zaagkettingolie wordt weggeslingerd en is her- kenbaar op het lichtgekleurde oppervlak. De kettingsmering functioneert. Als er geen weggeslingerde zaagkettingolie zichtbaar is: Motor afzetten. Zaagkettingolie bijvullen. Kettingsmering opnieuw controleren. Als er nog steeds geen zaagkettingolie op het lichtgekleurde oppervlak zichtbaar is: de kettingzaag niet gebruiken en contact opne- men met een STIHL dealer. De kettingsme- ring is defect. 11 Met de motorzaag werken 11.1 Kettingzaag vasthouden en bedienen De kettingzaag zo met de linkerhand op de draagbeugel en de rechterhand op de bedie- ningshandgreep vasthouden en bedienen, dat de duim van de linkerhand om de draagbeugel en de duim van de rechterhand om de bedie- ningshandgreep valt. 0000-GXX-2948-A1 20 0458-200-7621-A 11 Met de motorzaag werken 11.2 Zagen WAARSCHUWING Als er een terugslag optreedt kan de ketting- zaag naar boven in de richting van de gebrui- ker worden geslingerd. De gebruiker kan ern- stig of dodelijk letsel oplopen. Met vol gas zagen. Niet met het bovenste kwart gedeelte van de zaagbladneus zagen. Zaagblad met vol gas zo in de zaagsnede geleiden dat het zaagblad niet scheef wordt gedrukt. Nederlands 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 Als de tak onder spanning staat: ontlastings- snede (1) in de drukzijde zagen en vervolgens vanaf de trekzijde met een zaagsnede (2) doorzagen. 11.4 Vellen 11.4.1 Velrichting en vluchtwegen vastleggen Velrichting zo bepalen dat het gebied waarin de boom valt open/vrij is. 0000-GXX-2949-A1 0000-GXX-1246-A0 Kam tegen het hout plaatsen en als draaipunt gebruiken. Zaagblad volledig zo door het hout geleiden, dat de kam altijd weer opnieuw tegen het hout wordt geplaatst. Aan het einde van de zaagsnede het gewicht van de kettingzaag opvangen. 11.3 Snoeien Kettingzaag op de stam laten rusten. Zaagblad met vol gas met een hefboombewe- ging tegen de tak drukken. Tak met de bovenzijde van het zaagblad door- zagen. 0000-GXX-2950-A1 B B Vluchtweg (B) zo bepalen dat aan de vol- gende voorwaarden wordt voldaan: De vluchtweg (B) ligt in een hoek van 45° ten opzichte van de velrichting (A). Op de vluchtweg (B) bevinden zich geen obstakels. De boomkruin kan in het oog worden gehouden. Als de vluchtweg (B) op een helling ligt moet de vluchtweg (B) evenwijdig aan de helling lopen. 11.4.2 Werkgebied bij de stam voorbereiden Obstakels in het werkgebied op de stam ver- wijderen. Begroeiing op de stam verwijderen. 0000-GXX-1247-A0 0458-200-7621-A 21 Nederlands Als de stam grote, gezonde worteluitlopers heeft: de worteluitlopers eerst loodrecht en vervolgens horizontaal inzagen en vervolgens verwijderen. 11.4.3 Basisbeginselen voor de velsnede 11 Met de motorzaag werken Horizontale zoolzaagsnede inzagen. De schuine daksnede in een hoek van 45° ten opzichte van de horizontale zoolzaagsnede inzagen. 0000-GXX-1250-A1 C E C 1/10 Ø G 0000-GXX-1251-A1 C Valkerf De valkerf bepaalt de velrichting. NL Breuklijst De breuklijst geleidt de boom als een schar- nier naar de grond. De breuklijst is 1/10 van de stamdiameter breed. E Velsnede Door middel van de velsnede wordt de stam doorgezaagd. De velsnede ligt 1/10 van de stamdiameter (minimaal 3 cm) boven de zool van de valkerf. F Veiligheidsband De veiligheidsband steunt de boom en voor- komt voortijdig omvallen. De veiligheidsband is 1/10 tot 1/5 van de stamdiameter breed. G Borglijst De borglijst steunt de boom en voorkomt voortijdig omvallen. De borglijst is 1/10 tot 1/5 van de stamdiameter breed. 11.4.4 Valkerf inzagen De valkerf bepaalt de richting waarin de boom valt. De nationale richtlijnen voor het aanbrengen van de valkerf moeten worden aangehouden. 1 0000097446_001 Kettingzaag zo uitlijnen dat de valkerf haaks ten opzichte van de velrichting staat en de ket- tingzaag dicht bij de grond is. De velrichting met de vellijst (1) controleren. 22 Als het hout gezond en langdradig is: splin- tsneden zo inzagen, dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De spintsneden zijn aan beide zijden gelijk. De spintsneden bevinden zich ter hoogte van de valkerfzool. De spintsneden zijn 1/10 van de stamdia- meter breed. De stam scheurt niet open als de boom valt. 11.4.5 Insteken Het insteken is een werktechniek die voor het vellen noodzakelijk is. 1. 3. 2. Het zaagblad met de onderzijde van de zaag- bladneus en vol gas aanbrengen. Zo ver inzagen, dat de zaagsnede tweemaal zo diep is als de breedte van het zaagblad. In de insteekstand zwenken. Zaagblad insteken. 11.4.6 Geschikte velsnede kiezen Het kiezen van de juiste velsnede hangt van de volgende omstandigheden af: de natuurlijke hoek waaronder de boom staat de takvorming van de boom beschadigingen aan de boom de gezondheidstoestand van de boom indien er sneeuw op de boom ligt: de sneeuw- belasting de hellingrichting de windrichting en de windsnelheid aanwezige naast staande bomen 0458-200-7621-A 0000-GXX-1252-A0 11 Met de motorzaag werken Er wordt onderscheid gemaakt tussen de ver- schillende ontwikkelingen van deze omstandig- heden. In deze handleiding worden slechts 2 ontwikkelingen beschreven. Nederlands 3. 0000-GXX-1253-A0 0000-GXX-1255-A0 1 2 1 Normale boom Een normale boom staat rechtop en heeft een gelijkmatige boomkruin. 2 Overhangende boom Een overhangende boom staat schuin en heeft een boomkruin die in de velrichting is gericht. 11.4.7 Normale boom met kleine stamdiame- ter vellen Een normale boom wordt geveld door middel van een velsnede met veiligheidsband. Deze vel- snede moet worden uitgevoerd als de stamdia- meter kleiner is dan de werkelijke zaagblad- lengte van de motorzaag. Waarschuwing roepen. 1. 2. Velwig aanbrengen. De velwig moet bij de stamdiameter en de breedte van de velsnede passen. Waarschuwing roepen. Veiligheidsband met uitgestrekte armen, van buitenaf en horizontaal in het vlak van de vel- snede doorzagen. De boom valt. 11.4.8 Normale boom met grote stamdiame- ter vellen Een normale boom wordt geveld door middel van een velsnede met veiligheidsband. Deze vel- snede moet worden uitgevoerd als de stamdia- meter groter is dan de werkelijke zaagbladlengte van de motorzaag. Waarschuwing roepen. 1. 2. 3. 4. 5. 0000-GXX-1254-A0 0000-GXX-1256-A0 Het zaagblad insteken in de velsnede tot dit aan de andere zijde van de stam weer zicht- baar is, 11.4.5. De kam achter de breuklijst plaatsen en als draaipunt gebruiken. De velsnede maken in de richting van de breuklijst. De velsnede maken in de richting van de vei- ligheidsband. Kam ter hoogte van de velsnede aanbrengen en als draaipunt gebruiken. Motorzaag horizontaal in de velsnede geleiden en zo ver mogelijk zwenken. De velsnede maken in de richting van de breuklijst. De velsnede maken in de richting van de vei- ligheidsband. Wisselen naar de tegenoverliggende zijde van de stam. Zaagblad in hetzelfde vlak in de velsnede ste- ken. De velsnede maken in de richting van de breuklijst. De velsnede maken in de richting van de vei- ligheidsband. 0458-200-7621-A 23 Nederlands 6. 0000-GXX-1257-A0 Velwig aanbrengen. De velwig moet bij de stamdiameter en de breedte van de velsnede passen. Waarschuwing roepen. Veiligheidsband met uitgestrekte armen, van buitenaf en horizontaal in het vlak van de vel- snede doorzagen. De boom valt. 11.4.9 Overhangende boom met kleine stam- diameter vellen Een overhangende boom wordt door middel van een velsnede met borglijst geveld. Deze vel- snede moet worden uitgevoerd als de stamdia- meter kleiner is dan de werkelijke zaagblad- lengte van de motorzaag. Waarschuwing roepen. 1. 2. 0000-GXX-1258-A0 Het zaagblad insteken in de velsnede tot dit aan de andere zijde van de stam weer zicht- baar is, 11.4.5. De velsnede maken in de richting van de breuklijst. De velsnede maken in de richting van de borg- lijst. 11 Met de motorzaag werken De borglijst met uitgestrekte armen van bui- tenaf en schuin van boven doorzagen. De boom valt. 11.4.10 Overhangende boom met grote stam- diameter vellen Een overhangende boom wordt geveld door mid- del van een velsnede met borglijst. Deze vel- snede moet worden uitgevoerd als de stamdia- meter groter is dan de werkelijke zaagbladlengte van de motorzaag. Waarschuwing roepen. 1. 2. 3. 5. 6. 4. 0000-GXX-1260-A0 Kam ter hoogte van de velsnede achter de borglijst aanbrengen en als draaipunt gebrui- ken. Motorzaag horizontaal in de velsnede geleiden en zo ver mogelijk zwenken. De velsnede maken in de richting van de breuklijst. De velsnede maken in de richting van de borg- lijst. Wisselen naar de tegenoverliggende zijde van de stam. Kam ter hoogte van de velsnede achter de breuklijst aanbrengen en als draaipunt gebrui- ken. Motorzaag horizontaal in de velsnede geleiden en zo ver mogelijk zwenken. De velsnede maken in de richting van de breuklijst. De velsnede maken in de richting van de borg- lijst. 0000-GXX-1261-A0 0000-GXX-1259-A0 Waarschuwing roepen. 24 Waarschuwing roepen. 0458-200-7621-A 12 Na de werkzaamheden De borglijst met uitgestrekte armen van bui- tenaf en schuin van boven doorzagen. De boom valt. 12 Na de werkzaamheden 12.1 Na het werk Motor afzetten en kettingrem inschakelen. De kettingzaag laten afkoelen. Als de kettingzaag nat is: de kettingzaag laten drogen. Kettingzaag reinigen. Luchtfilter reinigen. Zaagblad en zaagketting reinigen. De moeren op het kettingtandwieldeksel los- draaien. Spanbout 2 slagen linksom draaien. De zaagketting is ontspannen. De moeren op het kettingtandwieldeksel vast- draaien. De kettingbeschermer zo over het zaagblad schuiven dat deze het gehele zaagblad afdekt. Kettingsnelspanner Motor afzetten en kettingrem inschakelen. De kettingzaag laten afkoelen. Als de kettingzaag nat is: de kettingzaag laten drogen. Kettingzaag reinigen. Luchtfilter reinigen. Zaagblad en zaagketting reinigen. Vleugelmoer losdraaien. Spantandwiel 2 slagen linksom draaien. De zaagketting is ontspannen. Vleugelmoer vastdraaien. De kettingbeschermer zo over het zaagblad schuiven dat deze het gehele zaagblad afdekt. 13 Vervoeren 13.1 Kettingzaag vervoeren Motor afzetten en kettingrem inschakelen. De kettingbeschermer zo over het zaagblad schuiven dat deze het gehele zaagblad afdekt. Kettingzaag dragen Kettingzaag met de rechterhand zo op de draagbeugel dragen dat het zaagblad naar achteren is gericht. Kettingzaag in een voertuig vervoeren Borg de kettingzaag zo dat deze niet kan kan- telen en verschuiven. 0458-200-7621-A Nederlands 14 Opslaan 14.1 Kettingzaag opslaan Zet de motor af en schakel de kettingrem in. Schuif de kettingbeschermer zo over het zaag- blad dat deze het gehele zaagblad afdekt. Berg de kettingzaag zo op dat aan de vol- gende voorwaarden wordt voldaan: De kettingzaag bevindt zich buiten het bereik van kinderen. De kettingzaag is schoon en droog. Indien de kettingzaag langer dan 30 dagen wordt opgeborgen: Bouw het zaagblad en de zaagketting uit. Open de brandstoftankdop. Leeg de brandstoftank. Sluit de brandstoftank. Als er een hand-benzinepomp beschikbaar is: hand-benzinepomp ten minste 5 keer indrukken, voordat de motor wordt gestart. Start de motor en laat deze net zo lang sta- tionair draaien tot de motor afslaat. 15 Reinigen 15.1 Kettingzaag reinigen Motor afzetten en kettingrem inschakelen. De kettingzaag laten afkoelen. Kettingzaag met een vochtige doek of STIHL harsoplosmiddel reinigen. De ventilatiesleuven met een kwast reinigen. 1 1 1 2 Kapsluitingen (1) zo ver linksom draaien tot de kap (2) kan worden verwijderd. Kap (2) wegnemen. Kettingtandwieldeksel uitbouwen. Cilinderribben en binnenzijde van de kap reini- gen met behulp van een kwast, een vochtige doek of STIHL harsoplosmiddel. Gebied rondom het kettingtandwiel met een vochtige doek of STIHL harsoplosmiddel reini- gen. Kap (2) aanbrengen. Kapsluitingen (1) rechtsom draaien en stevig aandraaien. De kap (2) is gesloten. Kettingtandwieldeksel monteren. 25 0000097430_001 Nederlands 15.2 Zaagblad en zaagketting reini- gen Motor afzetten en kettingrem inschakelen. Zaagblad en zaagketting uitbouwen. 1 3 0000097431_001 2 3 Olietoevoerboring (1), oliekanaal (2) en groef (3) met een kwast, een zachte borstel of STIHL harsoplosmiddel reinigen. Zaagketting met een kwast, een zachte borstel of STIHL harsoplosmiddel reinigen. Zaagblad en zaagketting monteren. 15.3 Luchtfilter reinigen Motor afzetten en kettingrem inschakelen. 5 6 15 Reinigen 7 4 0000097433_001 3 De filterplaat (5) in het filterframe (6) plaatsen. De haak (7) erin hangen en het luchtfilter (4) zodanig plaatsen dat de borgnok (3) hoorbaar vastklikt. Kap (2) aanbrengen. Kapsluitingen (1) rechtsom draaien en stevig aandraaien. De kap (2) is gesloten. 15.4 Bougie reinigen Motor afzetten en kettingrem inschakelen. De kettingzaag laten afkoelen. 1 3 1 1 1 2 Kapsluitingen (1) zo ver linksom draaien tot de kap (2) kan worden verwijderd. Kap (2) wegnemen. 5 6 4 0000097430_001 21 1 Kapsluitingen (1) zo ver linksom draaien tot de kap (2) kan worden verwijderd. Kap (2) wegnemen. Bougiestekker (3) lostrekken. Als het gebied rondom de bougie is vervuild: het gebied rondom de bougie schoonmaken met een doek. De bougie losdraaien. De bougie schoonmaken met een doek. Als de bougie is gecorrodeerd: bougie vervan- gen. 0000097434_001 0000097432_001 0000097435_001 3 De borgnok (3) naar voren trekken en het luchtfilter (4) wegnemen. De filterplaat (5) uit het filterframe (6) halen. De filterplaat (5) uitkloppen. Als het luchtfilter (4) is beschadigd: luchtfilter (4) vervangen. De filterplaat (5) en het filterframe (6) vanaf de schone kant met perslucht schoon blazen. 3 Breng de bougie aan en draai deze stevig vast. Bougiestekker (3) stevig aandrukken. 26 0458-200-7621-A 16 Onderhoud Kap (2) aanbrengen. Kapsluitingen (1) rechtsom draaien en stevig aandraaien. De kap (2) is gesloten. 16 Onderhoud 16.1 Onderhoudsintervallen Onderhoudsintervallen zijn afhankelijk van de omgevings- en werkomstandigheden. STIHL adviseert de volgende onderhoudsinter- vallen: Kettingrem De kettingrem met de volgende intervallen door een STIHL dealer laten onderhouden: Continu gebruik: elk kwartaal Periodiek gebruik: halfjaarlijks Incidenteel gebruik: jaarlijks Elke 100 bedrijfsuren Bougie vervangen. Wekelijks Kettingtandwiel controleren. Zaagblad controleren en ontbramen. Zaagketting controleren en aanscherpen/slij- pen. Maandelijks Olietank door een STIHL dealer laten reinigen. Laat de brandstoftank door een STIHL dealer reinigen. Aanzuigmond in de brandstoftank door een STIHL dealer laten reinigen. Jaarlijks Laat de aanzuigmond in de brandstoftank door een STIHL dealer vervangen. 16.2 Bramen verwijderen van zaag- blad Aan de buitenzijde van het zaagblad kan een braam worden gevormd. Braam met behulp van een platte vijl of een STIHL zaagbladrichter verwijderen. Als één en ander niet duidelijk is: verzoeken wij u contact op te nemen met een STIHL dea- ler. 16.3 Zaagketting slijpen Het vraagt veel oefening zaagkettingen correct aan te scherpen/slijpen. STIHL vijlen, STIHL vijlhouders, STIHL slijpappa- raten en de brochure "STIHL zaagkettingen aan- scherpen/slijpen" helpen om de zaagketting cor- rect aan te scherpen/slijpen. De brochure is via Nederlands www.stihl.com/sharpening-brochure beschik- baar. STIHL adviseert de zaagkettingen door een STIHL dealer te laten aanscherpen/slijpen. WAARSCHUWING De zaagtanden van de zaagketting zijn scherp. De gebruiker kan zich verwonden. Werkhandschoenen van een slijtvast mate- riaal dragen. Elke zaagtand met behulp van een ronde vijl zo vijlen dat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: De ronde vijl past bij de steek van de zaag- ketting. De ronde vijl wordt van binnen naar buiten geleid. De ronde vijl wordt haaks ten opzichte van het zaagblad gehouden. De aanscherphoek van 30° wordt aange- houden. Dieptebegrenzer met behulp van een vlakke vijl zo vijlen dat deze gelijkligt met het STIHL vijlkaliber en evenwijdig aan de slijtage- markering. Het STIHL vijlkaliber moet passen bij de steek van de zaagketting. Als er onduidelijkheden zijn: contact opnemen met een STIHL dealer. 0000-GXX-1220-A1 0000-GXX-1219-A0 0458-200-7621-A 27 Nederlands 17 Repareren 17 Repareren 17.1 Kettingzaag, zaagblad en zaagketting repareren zaagblad of de zaagketting niet gebruiken en contact opnemen met een STIHL dealer. De gebruiker kan de kettingzaag, het zaagblad en zaagketting niet zelf repareren. Als de kettingzaag, het zaagblad of de zaag- ketting zijn beschadigd: de kettingzaag, het 18 Storingen opheffen 18.1 Storingen aan de kettingzaag opheffen De meeste storingen hebben dezelfde oorzaken. Neem de volgende maatregelen: Luchtfilter reinigen. Bougie reinigen of vervangen. Stationair toerental instellen. Als de storing aanhoudt: neem maatregelen uit de volgende tabel. Storing Oorzaak Oplossing Motor kan niet wor- den gestart. De brandstoftank bevat onvoldoende brandstof. Brandstof mengen en de kettingzaag bijvullen. De motor is "verzo- Verbrandingskamer ventileren. pen". De carburateur is te heet. De kettingzaag laten afkoelen. Als er een hand-benzinepomp beschikbaar is: hand- benzinepomp ten minste 10-maal indrukken, voordat de motor wordt gestart. IJsvorming in de car- Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C. burateur. De motor draait onre- IJsvorming in de car- Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C. gelmatig bij stationair burateur. toerental. De motor slaat bij IJsvorming in de car- Kettingzaag laten opwarmen tot +10 °C. stationair toerental af. burateur. De motor neemt slecht op. De zaagketting is te Zaagketting correct spannen. strak gespannen. De zaagketting komt niet op gang als gas wordt gegeven. De kettingrem is ingeschakeld. De zaagketting is te strak gespannen. Kettingrem lossen. Zaagketting correct spannen. Het neustandwiel van Het neustandwiel van het zaagblad met STIHL harso- het zaagblad is plosmiddel reinigen. geblokkeerd. De motor bereikt het De uitlaatdemper is maximale vermogen vervuild. niet. Neem contact op met een STIHL dealer. Tijdens de werk- De zaagketting is niet Zaagketting correct aanscherpen/slijpen. zaamheden wordt correct aangescherpt/ rook gevormd of er is geslepen. een brandlucht aan- wezig. In de olietank zit te weinig zaagketting- Zaagkettingolie bijvullen. olie. De zaagketting is te Zaagketting correct spannen. strak gespannen. 28 0458-200-7621-A 19 Technische gegevens Nederlands Storing Oorzaak Oplossing De kettingzaag wordt De werking laten toelichten en oefenen. niet correct gebruikt. 18.2 Stationair toerental instellen De bougie drogen. De motor slaat bij stationair toerental af Motor starten en kettingrem lossen. Draai de motor ca. 1 minuut warm door steeds gas te geven. Als de motor nog steeds bij stationair toerental afslaat: Aanslagschroef stationair toerental LA 1/2 slag rechtsom draaien en de motor opnieuw starten. Aanslagschroef stationair toerental LA rechtsom draaien tot de zaagketting mee begint te draaien. Aanslagschroef stationair toerental LA 1 slag linksom draaien. De zaagketting draait bij stationair toerental con- tinu mee Motor starten en kettingrem lossen. Draai de motor ca. 1 minuut warm door steeds gas te geven. Aanslagschroef stationair toerental LA linksom draaien tot de zaagketting stil blijft staan. Aanslagschroef stationair toerental LA 1 slag linksom draaien. 18.3 Verbrandingskamer ventileren Schakel de kettingrem in. 1 3 21 1 0000097434_001 Kapsluitingen (1) zo ver linksom draaien tot de kap (2) kan worden verwijderd. Kap (2) wegnemen. Bougiestekker (3) lostrekken. De bougie losdraaien. 0458-200-7621-A 0000097436_001 WAARSCHUWING Als bij een losgetrokken bougiestekker de starthandgreep wordt uitgetrokken, kunnen vonken ontsnappen. Vonken kunnen in een makkelijk brandbare of explosieve omgeving brand of een explosie veroorzaken. Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplopen en er kan materiële schade ontstaan. Combischakelaar in stand plaatsen en vasthouden, voordat de starthandgreep eruit wordt getrokken. Combischakelaar in stand plaatsen en vasthouden. Starthandgreep meerdere malen eruit trekken en laten vieren. De verbrandingskamer is geventileerd. Breng de bougie aan en draai deze stevig vast. 3 Bougiestekker (3) stevig aandrukken. Kap (2) aanbrengen. Kapsluitingen (1) rechtsom draaien en stevig aandraaien. De kap (2) is gesloten. 19 Technische gegevens 19.1 Kettingzaag STIHL MS 162, MS 172 MS 162 Cilinderinhoud: 30,1 cm³ Vermogen volgens ISO 7293: 1,3 kW (1,8 pk) Stationair toerental volgens ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Goedgekeurde bougies: NGK CMR6H van STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm 29 0000097435_001 Nederlands Gewicht bij lege brandstoftank, lege olietank, zonder zaagblad en zonder zaagketting: 4,5 kg Maximale inhoud brandstoftank: 396 cm³ (0,396 l) Maximale olietankinhoud: 280 cm³ (0,28 l) MS 162 (alleen EU) Cilinderinhoud: 30,1 cm³ Vermogen volgens ISO 7293: 1,2 kW (1,6 pk) Stationair toerental volgens ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Goedgekeurde bougies: NGK CMR6H van STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm Gewicht bij lege brandstoftank, lege olietank, zonder zaagblad en zonder zaagketting: MS 162: 4,5 kg MS 162 C: 4,8 kg Maximale inhoud brandstoftank: 396 cm³ (0,396 l) Maximale olietankinhoud: 280 cm³ (0,28 l) MS 172 Cilinderinhoud: 31,8 cm³ Vermogen volgens ISO 7293: 1,5 kW (2,0 pk) Stationair toerental volgens ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Goedgekeurde bougies: NGK CMR6H van STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm Gewicht bij lege brandstoftank, lege olietank, zonder zaagblad en zonder zaagketting: MS 172: 4,5 kg MS 172 C: 4,8 kg Maximale inhoud brandstoftank: 396 cm³ (0,396 l) Maximale olietankinhoud: 280 cm³ (0,28 l) MS 172 (alleen EU) Cilinderinhoud: 31,8 cm³ Vermogen volgens ISO 7293: 1,4 kW (1,9 pk) Stationair toerental volgens ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Goedgekeurde bougies: NGK CMR6H van STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodeafstand van de bougie: 0,5 mm Gewicht bij lege brandstoftank, lege olietank, zonder zaagblad en zonder zaagketting: MS 172: 4,5 kg MS 172 C: 4,8 kg Maximale inhoud brandstoftank: 396 cm³ (0,396 l) Maximale olietankinhoud: 280 cm³ (0,28 l) 30 19 Technische gegevens 19.2 Kettingtandwielen en ketting- snelheden De volgende kettingtandwielen kunnen worden gemonteerd: 6-tands voor 3/8" P Maximale kettingsnelheid volgens ISO 11681: 24,8 m/s Kettingsnelheid bij maximaal vermogen: 18,6 m/s 8-tands voor 1/4" Maximale kettingsnelheid volgens ISO 11681: 23,6 m/s Kettingsnelheid bij maximaal vermogen: 16,9 m/s 19.3 Minimale groefdiepte van de zaagbladen De minimale groefdiepte is afhankelijk van de steek van het zaagblad. 3/8" P: 5 mm 19.4 Geluids- en trillingswaarden MS 162 Geluidsdrukniveau Lpeq gemeten volgens ISO 22868: 100 dB(A). De K-waarde voor het geluiddrukniveau bedraagt 2 dB(A). Geluidvermogensniveau Lw gemeten volgens ISO 22868: 110 dB(A). De K-waarde voor het geluidvermogensniveau bedraagt 2 dB(A). Trillingswaarde ahv,eq gemeten volgens ISO 22867: Draagbeugel: 3,7 m/s². De K-waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Bedieningshandgreep: 3,7 m/s². De K- waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². MS 162 (alleen EU) Geluidsdrukniveau Lpeq gemeten volgens ISO 22868: 100 dB(A). De K-waarde voor het geluiddrukniveau bedraagt 2 dB(A). Geluidvermogensniveau Lw gemeten volgens ISO 22868: 113 dB(A). De K-waarde voor het geluidsvermogenniveau bedraagt 2 dB(A). MS 162 Trillingswaarde ahv, eq gemeten vol- gens ISO 22867: Draagbeugel: 3,2 m/s². De K-waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Bedieningshandgreep: 3,0 m/s². De K- waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². MS 162 C Trillingswaarde ahv, eq gemeten vol- gens ISO 22867: 0458-200-7621-A 20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettingen Nederlands Draagbeugel: 3,6 m/s². De K-waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². MS 172 C Trillingswaarde ahv, eq gemeten vol- gens ISO 22867: Bedieningshandgreep: 3,0 m/s². De Kwaarde voor de trillingswaarde bedraagt Draagbeugel: 3,2 m/s². De K-waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². 2 m/s². Bedieningshandgreep: 3,2 m/s². De K- MS 172 Geluidsdrukniveau Lpeq gemeten volgens ISO 22868: 100 dB(A). De K-waarde voor het waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Informatie over het voldoen aan de EG-richtlijn geluiddrukniveau bedraagt 2 dB(A). 2002/44/EG inzake trillingen is op Geluidvermogensniveau Lw gemeten volgens www.stihl.com/vib aangegeven. ISO 22868: 110 dB(A). De K-waarde voor het geluidsvermogenniveau bedraagt 2 dB(A). 19.5 REACH MS 172 Trillingswaarde ahv, eq gemeten vol- gens ISO 22867: REACH staat voor een EG voorschrift voor de registratie, classificatie en vrijgave van chemica- Draagbeugel: 3,0 m/s². De K-waarde voor liën. de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Bedieningshandgreep: 3,4 m/s². De K- waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Informatie met betrekking tot het voldoen aan het REACH-voorschrift is onder www.stihl.com/reach weergegeven. MS 172 C Trillingswaarde ahv, eq gemeten vol- 19.6 Uitlaatgasemissiewaarde gens ISO 22867: Draagbeugel: 3,0 m/s². De K-waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Bedieningshandgreep: 3,4 m/s². De Kwaarde voor de trillingswaarde bedraagt De in de EU-typegoedkeuringsprocedure geme- ten CO2-waarde staat weergegeven bij de voor het product specifieke technische gegevens bij www.stihl.com/co2. 2 m/s². De gemeten CO2-waarde werd op een represen- MS 172 (alleen EU) Geluidsdrukniveau Lpeq gemeten volgens ISO 22868: 101 dB(A). De K-waarde voor het geluiddrukniveau bedraagt 2 dB(A). Geluidvermogensniveau Lw gemeten volgens ISO 22868: 114 dB(A). De K-waarde voor het geluidsvermogenniveau bedraagt 2 dB(A). MS 172 Trillingswaarde ahv, eq gemeten vol- gens ISO 22867: Draagbeugel: 3,5 m/s². De K-waarde voor tatieve motor volgens een genormeerde testpro- cedure onder laboratoriumomstandigheden bepaald en vormt geen uitdrukkelijke of impli- ciete garantie van het vermogen van een bepaalde motor. Door het in deze handleiding beschreven gebruik conform de voorschriften en onderhoud, wordt aan de geldende uitlaatgasemissie-eisen vol- daan. Bij modificaties aan de motor vervalt de typegoedkeuring. de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². Bedieningshandgreep: 3,2 m/s². De K- waarde voor de trillingswaarde bedraagt 2 m/s². 20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettingen 20.1 Kettingzaag STIHL MS 162, MS 172 MS 162 Steek 3/8" P Dikte aan- Lengte drijfschakel/ groefbreedte 1,1 mm 30 cm Zaagblad Aantal tan- den neus- tandwiel Light 7 Rolloma- tic E Mini / Light 7 01 Aantal aan- zaagketting drijfschakels 44 61 PMM3 (type 3610) 0458-200-7621-A 31 Nederlands 20 Combinaties van zaagbladen en zaagkettingen Steek Dikte aan- Lengte drijfschakel/ groefbreedte Zaagblad Aantal tan- den neus- tandwiel Aantal aan- zaagketting drijfschakels Rollomatic E Mini Light / Light P01 Light - Rolloma- 35 cm tic E Mini / Light 01 7 50 Rollomatic E Mini Light / Light P01 7 Light - 40 cm Rolloma- 55 tic E Mini / 7 Light 01 1/4" 1,3 mm 30 cm carving - 64 13 RMS (type 3661) De zaaglengte van een zaagblad is afhankelijk van de gebruikte kettingzaag en zaagketting. De wer- kelijke zaaglengte van een zaagblad kan kleiner zijn dan de vermelde lengte. MS 172 Steek 3/8" P 1/4" Dikte aan- Lengte drijfschakel/ groefbreedte 30 cm 1,1 mm 35 cm 40 cm 30 cm 1,3 mm 35 cm 40 cm Zaagblad Aantal tan- den neus- tandwiel Rolloma- tic E Mini / Light 01 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Rolloma- tic E Mini / 7 Light 01 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Rolloma- tic E Mini / Light 01 Rollomatic E/ Light 04 Rolloma- tic E Light/ Light P04 Rollomatic E/ Light 04 Rolloma- 9 tic E Light/ Light P04 Rollomatic E/ Light 04 Rolloma- tic E Light/ Light P04 1,3 mm 30 cm carving - Aantal aan- zaagketting drijfschakels 44 61 PMM3 (type 50 3610) 55 44 63 PM (type 50 3613) 63 PM3 (type 3636) 55 64 13 RMS (type 3661) 32 0458-200-7621-A 21 Onderdelen en toebehoren Nederlands Steek Dikte aan- Lengte drijfschakel/ groefbreedte Zaagblad Aantal tan- den neus- tandwiel Aantal aan- zaagketting drijfschakels De zaaglengte van een zaagblad is afhankelijk van de gebruikte kettingzaag en zaagketting. De wer- kelijke zaaglengte van een zaagblad kan kleiner zijn dan de vermelde lengte. 21 Onderdelen en toebehoren 21.1 Onderdelen en toebehoren Deze symbolen kenmerken de origi- nele STIHL onderdelen en het originele STIHL toebehoren. STIHL adviseert alleen originele STIHL onderde- len en origineel STIHL toebehoren te gebruiken. Reserveonderdelen en toebehoren van andere fabrikanten kunnen door STIHL wat betreft betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid ondanks continue marktobservatie niet worden beoordeeld en STIHL kan ook niet borg staan voor het gebruik ervan. Originele STIHL onderdelen en origineel STIHL toebehoren zijn leverbaar via de STIHL dealer. 22 Milieuverantwoord afvoe- ren 22.1 Kettingzaag afvoeren Informatie over de afvoer is verkrijgbaar bij de gemeente of bij een STIHL dealer. Een onjuiste afvoer kan schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu. De STIHL producten inclusief de verpakking volgens de plaatselijke voorschriften bij een geschikt verzamelpunt voor recycling inleve- ren. Niet bij het huisvuil afvoeren. 23 EU-conformiteitsverklaring 23.1 Kettingzaag STIHL MS 162, MS 172 voldoet aan de betreffende bepalingen van de richtlijnen 2011/65/EU, 2006/42/EG, 2014/30/EU en 2000/14/EG en in overeenstemming met de ten tijde van de productiedatum geldende ver- sies van de volgende normen is ontwikkeld en geproduceerd: EN ISO 116811, EN 55012 en EN 6100061. De EG-typegoedkeuring werd uitgevoerd aan de hand van de richtlijn 2006/42/EG, art. 12.3(b) door: DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungs- stelle für Land- und Forsttechnik GbR (Duits keu- rings- en certificeringsinstituut voor land- en bos- bouw) (NB 0363), Spremberger Straße 1, 64823 GroßUmstadt, Duitsland Certificeringsnummer: MS 162: K-EG-2019/9432 MS 172: K-EG-2019/9434 Voor het bepalen van het gemeten en het gega- randeerde geluidsvermogenniveau werd volgens richtlijn 2000/14/EG, bijlage V, onder toepassing van de norm ISO 9207 gehandeld. MS 162 Gemeten geluidsvermogenniveau: 113 dB(A) Gewaarborgd geluidsniveau: 115 dB(A) MS 172 Gemeten geluidsvermogenniveau: 114 dB(A) Gewaarborgd geluidsniveau: 116 dB(A) De technische documentatie wordt bij de pro- ductgoedkeuring van ANDREAS STIHL AG & Co. KG bewaard. Het productiejaar en het machinenummer staan vermeld op de kettingzaag. Waiblingen, 1-8-2022 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen ANDREAS STIHL AG & Co. KG Duitsland verklaart op eigen verantwoording dat Constructie: Kettingzaag merk: STIHL Type: MS 162, serie-identificatie: 1148 Cilinderinhoud: 30,1 cm³ Type: MS 172, serie-identificatie: 1148 Cilinderinhoud: 31,8 cm³ Bij volmacht Robert Olma, Vice President, Regulatory Affairs & Global Governmental Relations 0458-200-7621-A 33 Traduction de la Notice d'emploi d'origine 0000009217_007_F français 24 UKCA-conformiteitsverkla- ring 24.1 Kettingzaag STIHL MS 162, MS 172 24 UKCA-conformiteitsverklaring De technische documentatie wordt bij ANDREAS STIHL AG & Co. KG bewaard. Het productiejaar en het machinenummer staan vermeld op de kettingzaag. Waiblingen, 1-8-2022 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Imprimé sur papier blanchi sans chlore Le papier est recyclable. ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Duitsland verklaart op eigen verantwoording dat Constructie: Kettingzaag merk: STIHL Type: MS 162, serie-identificatie: 1148 Cilinderinhoud: 30,1 cm³ Type: MS 172, serie-identificatie: 1148 Cilinderinhoud: 31,8 cm³ voldoet aan de betreffende bepalingen van de Britse richtlijnen The Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in Electrical and Electronic Equipment Regulations 2012, Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008, Electro- magnetic Compatibility Regulations 2016 en Noise Emission in the Environment by Equi- pment for use Outdoors Regulations 2001 en in overeenstemming met de ten tijde van de pro- ductiedatum geldende versies van de volgende normen is ontwikkeld en geproduceerd: EN ISO 116811, EN 55012 en EN 6100061. De typegoedkeuring is uitgevoerd door: Intertek Testing & Certification Ltd, Academy Place, 1 9 Brook Street, Brentwood Essex, CM14 5NQ, Verenigd Koninkrijk Certificeringsnummer: MS 162: ITS UK MCR 27 MS 172: ITS UK MCR 28 Voor het bepalen van het gemeten en het gega- randeerde geluidsvermogenniveau werd gehan- deld volgens de Britse richtlijn Noise Emission in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001, Schedule 8, onder toepassing van de norm ISO 9207. MS 162 Gemeten geluidsvermogenniveau: 113 dB(A) Gewaarborgd geluidsniveau: 115 dB(A) MS 172 Gemeten geluidsvermogenniveau: 114 dB(A) Gewaarborgd geluidsniveau: 116 dB(A) 34 Bij volmacht Robert Olma, Vice President, Regulatory Affairs & Global Governmental Relations Table des matières 1 Préface......................................................34 2 Informations concernant la présente Notice d'emploi..................................................... 35 3 Vue d'ensemble........................................ 35 4 Prescriptions de sécurité...........................37 5 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçon- neuse........................................................ 45 6 Assemblage de la tronçonneuse...............45 7 Serrage et desserrage du frein de chaîne 49 8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant..............................................50 9 Mise en route et arrêt du moteur...............51 10 Contrôle de la tronçonneuse.....................53 11 Travail avec la tronçonneuse.................... 55 12 Après le travail.......................................... 60 13 Transport...................................................60 14 Rangement............................................... 60 15 Nettoyage..................................................61 16 Maintenance............................................. 62 17 Réparation................................................ 63 18 Dépannage............................................... 63 19 Caractéristiques techniques......................65 20 Combinaisons de guide-chaînes et de chaî- nes de tronçonneuse................................ 68 21 Pièces de rechange et accessoires.......... 69 22 Mise au rebut............................................ 69 23 Déclaration de conformité UE................... 69 24 Déclaration de conformité UKCA.............. 70 1 Préface Chère cliente, cher client, Nous vous remercions d'avoir choisi un produit STIHL. Dans le développement et la fabrication de nos produits, nous mettons tout en oeuvre pour garantir une excellente qualité répondant aux besoins de nos clients. Nos produits se dis- 0458-200-7621-A © ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2023 0458-200-7621-A. VA0.B23. 2 Informations concernant la présente Notice d'emploi français tinguent par une grande fiabilité, même en cas de sollicitations extrêmes. STIHL garantit également la plus haute qualité au niveau du service après-vente. Nos reven- deurs spécialisés fournissent des conseils com- pétents, aident nos clients à se familiariser avec nos produits et assurent une assistance techni- que complète. STIHL se déclare résolument en faveur d'un développement durable et d'une gestion respon- sable de la nature. La présente Notice d'emploi vous aidera à utiliser votre produit STIHL en toute sécurité et dans le respect de l'environne- ment, pendant toute sa longue durée de vie. Nous vous remercions de votre confiance et vous souhaitons beaucoup de plaisir avec votre produit STIHL. 3 Vue d'ensemble 3.1 Tronçonneuse 1 2 3 # 9 4 8 5 7 10 11 6 15 12 14 16 13 17 Dr. Nikolas Stihl IMPORTANT ! LIRE CETTE NOTICE AVANT D'UTILISER CE PRODUIT ET LA CONSERVER PRÉCIEUSEMENT. 2 Informations concernant la présente Notice d'emploi 2.1 Marquage des avertissements dans le texte AVERTISSEMENT Attire l'attention sur des dangers qui peuvent causer des blessures graves, voire mortelles. Les mesures indiquées peuvent éviter des blessures graves, voire mortelles. AVIS Attire l'attention sur des dangers pouvant cau- ser des dégâts matériels. Les mesures indiquées peuvent éviter des dégâts matériels. 2.2 Symboles employés dans le texte Ce symbole renvoie à un chapitre de la présente Notice d'emploi. 18 27 19 26 20 25 21 24 23 22 0000097413_002 1 Vis de réglage de carburateur La vis de réglage de carburateur permet le réglage du carburateur. 2 Protège-main avant Le protège-main avant protège la main gau- che contre le risque de contact avec la chaîne et sert à enclencher le frein de chaîne, et il déclenche automatiquement le frein de chaîne en cas de rebond. 3 Silencieux Le silencieux réduit les émissions sonores de la tronçonneuse. 4 Griffe Pendant le travail, la griffe sert à caler la tron- çonneuse contre le bois. 5 Guide-chaîne Le guide-chaîne guide la chaîne. 6 Chaîne La chaîne coupe le bois. 7 Vis de tension La vis de tension permet le réglage de la ten- sion de la chaîne. 0458-200-7621-A 35 français 8 Pignon Le pignon entraîne la chaîne de tronçon- neuse. 9 Couvercle de pignon Le couvercle de pignon recouvre le pignon d'entraînement et fixe le guide-chaîne sur la tronçonneuse. 10 Écrou L'écrou fixe le couvercle de pignon sur la tronçonneuse. 11 Arrêt de chaîne L'arrêt de chaîne retient la chaîne si elle saute ou casse. 12 Protège-chaîne Le protège-chaîne protège contre le risque de contact avec la chaîne. 13 Bougie La bougie allume le mélange carburé dans le moteur. 14 Verrou du capot Le verrou du capot fixe le capot sur la tron- çonneuse. 15 Capot Le capot recouvre le moteur. 16 Nervure de visée La nervure de visée permet de contrôler la direction de chute à l'abattage. 17 Contact de câble d'allumage sur la bougie Le contact de câble d'allumage relie le câble d'allumage avec la bougie. 18 Filtre à air Le filtre à air filtre l'air aspiré par le moteur. 19 Levier de commande universel Le levier de commande universel permet les réglages nécessaires pour la mise en route du moteur, le fonctionnement normal et l'arrêt du moteur. 20 Blocage de gâchette d'accélérateur Le blocage de gâchette d'accélérateur permet de débloquer la gâchette d'accélérateur. 21 Poignée de commande La poignée de commande sert à commander, tenir et mener la tronçonneuse. 22 Protège-main arrière Le protège-main arrière protège la main droite contre le risque de contact avec une chaîne qui aurait sauté ou cassé. 23 Gâchette d'accélérateur La gâchette d'accélérateur permet d'accélérer le moteur. 3 Vue d'ensemble 24 Bouchon du réservoir à carburant Le bouchon du réservoir à carburant ferme le réservoir à carburant. 25 Poignée de lancement La poignée de lancement sert au lancement du moteur. 26 Bouchon du réservoir à huile Le bouchon du réservoir à huile ferme le réservoir à huile. 27 Poignée tubulaire La poignée tubulaire sert à tenir, mener et porter la tronçonneuse. # Numéro de machine 3.2 Caractéristiques d'équipement Selon le marché, la tronçonneuse peut posséder les caractéristiques d'équipement suivantes : A B 1 2 1 0000097414_001 3 Pompe d'amorçage manuelle (A) 1 Pompe d'amorçage manuelle La pompe d'amorçage manuelle facilite la mise en route du moteur. Tendeur de chaîne rapide (B) 1 Rondelle de tension La rondelle de tension fait coulisser le guidechaîne et tend ou détend ainsi la chaîne. 2 Roue dentée de tension La roue dentée de tension permet le réglage de la tension de la chaîne. 3 Écrou à ailette L'écrou à ailette fixe le couvercle de pignon sur la tronçonneuse. 3.3 Symboles Les symboles qui peuvent être appliqués sur la tronçonneuse ont les significations suivantes : Ce symbole repère le réservoir à car- burant. Ce symbole repère le réservoir à huile adhésive pour chaînes. 36 0458-200-7621-A 4 Prescriptions de sécurité Dans le sens respectif, on engage ou desserre le frein de chaîne. Ce symbole indique le sens de rotation de la chaîne. Sens de rotation pour tendre la chaîne Ce symbole repère la pompe d'amorçage manuelle. C'est dans ce sens qu'il faut actionner le levier de commande universel pour arrêter le moteur. C'est dans cette position qu'il faut placer le levier de commande universel pour arrêter le moteur. Position du levier de commande universel pour le fonctionnement normal du moteur. Position du levier de commande universel pour la mise en route du moteur. Position du levier de commande universel pour préparer la mise en route du moteur. LWA Niveau garanti de puissance acoustique conformément à la directive 2000/14/CE en dB(A) pour pouvoir comparer les émissions sonores des produits. 4 Prescriptions de sécurité 4.1 Symboles d'avertissement Les symboles d'avertissement appliqués sur la tronçonneuse ont les significations suivantes : Respecter les consignes de sécurité et les mesures à prendre. Il est nécessaire de lire, de bien com- prendre et de conserver précieuse- ment cette Notice d'emploi. Porter des lunettes de protection, une protection auditive et un casque de protection. Respecter les consignes de sécurité concernant le rebond et les mesures à prendre. 4.2 Utilisation conforme à la desti- nation Les tronçonneuses STIHL MS 162 et STIHL MS 172 conviennent pour le sciage du bois ainsi que pour l'ébranchage et l'abattage d'arbres. AVERTISSEMENT Si la tronçonneuse n'est pas utilisée conformé- ment à la destination prévue, cela peut causer français des dégâts matériels et des personnes ris- quent de subir des blessures graves, voire mortelles. Utiliser la tronçonneuse comme décrit dans la présente Notice d'emploi. 4.3 Exigences posées à l'utilisateur AVERTISSEMENT Les personnes qui n'ont pas reçu de formation adéquate ne peuvent pas reconnaître ou éva- luer les dangers de la tronçonneuse. L'utilisa- teur ou d'autres personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Il est nécessaire de lire, de bien comprendre et de conserver précieu- sement cette Notice d'emploi. Si l'on confie la tronçonneuse à une autre personne : il faut y joindre la Notice d'em- ploi. S'assurer que l'utilisateur remplit les condi- tions suivantes : L'utilisateur est reposé. L'utilisateur dispose de toute l'intégrité physique, sensorielle et mentale requise pour être capable de manipuler correc- tement la tronçonneuse et de travailler avec la tronçonneuse. Si l'utilisateur ne dispose pas de toute l'intégrité physi- que, sensorielle et mentale requise, il ne doit travailler avec cet équipement que sous la surveillance d'une personne responsable ou après avoir reçu, de cette personne responsable, toutes les instructions nécessaires. L'utilisateur est capable de reconnaître et d'évaluer les dangers de la tronçon- neuse. L'utilisateur est majeur ou bien l'utilisa- teur faisant un apprentissage profes- sionnel travaille sous la surveillance d'un instructeur conformément aux dis- positions nationales applicables. Avant de travailler pour la première fois avec la tronçonneuse, l'utilisateur a reçu les instructions nécessaires, du reven- deur spécialisé STIHL ou d'une autre personne compétente. L'utilisateur ne se trouve pas sous l'in- fluence de l'alcool, de drogues ou de médicaments. Si l'utilisateur travaille pour la première fois avec une tronçonneuse : il doit s'exercer à tronçonner des rondins sur un chevalet. 0458-200-7621-A 37 français 4 Prescriptions de sécurité Au moindre doute : consulter un revendeur Des vêtements mal appropriés risquent de se spécialisé STIHL. prendre dans le bois, les broussailles ou la Le système d'allumage de la tronçonneuse tronçonneuse. Les utilisateurs qui ne portent engendre un champ électromagnétique. Le pas de vêtements appropriés risquent d'être champ électromagnétique peut avoir une grièvement blessés. influence sur des stimulateurs cardiaques. Porter des vêtements de coupe assez L'utilisateur peut alors subir des blessures gra- étroite. ves, voire mortelles. Ne porter ni châle, ni bijoux. Si l'utilisateur porte un stimulateur cardia- Au cours du travail, l'utilisateur peut entrer en que : s'assurer que ce stimulateur cardia- contact avec la chaîne en rotation. L'utilisateur que est insensible à l'influence du champ risque alors de subir des blessures graves. magnétique. Porter un pantalon long avec une protection 4.4 Vêtements et équipement anticoupure. Au cours du travail, l'utilisateur peut se couper AVERTISSEMENT en touchant le bois. Au cours du nettoyage ou de la maintenance, l'utilisateur peut entrer en Au cours du travail, les cheveux longs risquent contact avec la chaîne. L'utilisateur risque d'être happés par la tronçonneuse. L'utilisateur d'être blessé. risque alors de subir des blessures graves. Porter des gants de travail en matière résis- Les personnes aux cheveux longs doivent tante. les nouer et les assurer de telle sorte qu'ils Si l'utilisateur porte des chaussures mal soient maintenus au-dessus des épaules. appropriées, il risque de déraper. Si l'utilisa- Au cours du travail, des objets peuvent être teur entre en contact avec la chaîne en rota- soulevés et projetés à haute vitesse. L'utilisa- tion, il risque de se couper. L'utilisateur risque teur risque d'être blessé. d'être blessé. Porter des lunettes de protection Porter des chaussures conçues pour le tra- couvrant étroitement les yeux. Des lunettes de protection appropriées sont testées suivant la norme vail à la tronçonneuse, avec protection anti- coupure. EN 166 ou suivant les prescriptions nationales spécifiques et vendues 4.5 Aire de travail et voisinage dans le commerce avec le marquage respectif. AVERTISSEMENT STIHL recommande de porter une visière Des passants, des enfants et des animaux ne protégeant le visage. peuvent pas reconnaître et évaluer les dan- Porter un vêtement de coupe assez étroite gers de la scie à chaîne et des objets soule- et à manches longues. vés et projetés par la scie à chaîne. Des pas- Le travail avec cette machine est bruyant. Le sants, des enfants ou des animaux risquent bruit peut causer des lésions de l'ouïe. d'être grièvement blessés, et des dégâts Porter une protection auditive. matériels peuvent survenir. Veiller à ce que d'autres personnes, des enfants ou des animaux, ne s'approchent pas de la zone de travail. Une chute d'objets peut causer des blessures Ne pas laisser la scie à chaîne sans surveil- à la tête. lance. Si, au cours du travail, des objets ris- quent de tomber : porter un casque de protection. Veiller à ce que des enfants ne puissent pas jouer avec la scie à chaîne. Lorsque le moteur est en marche, des gaz Au cours du travail, la machine peut soulever de la poussière et produire un dégagement de vapeurs. La poussière et les vapeurs inhalées peuvent nuire aux voies respiratoires et déclencher des réactions allergiques. En cas de dégagement de poussière ou de vapeurs : porter un masque antipoussière. d'échappement très chauds sortent du silen- cieux. Les gaz très chauds peuvent enflammer des matières facilement inflammables et cau- ser des incendies. Veiller à ce que le flux de gaz d'échappe- ment soit toujours suffisamment éloigné de toute matière aisément inflammable. 38 0458-200-7621-A 4 Prescriptions de sécurité 4.6 Bon état pour une utilisation en toute sécurité 4.6.1 Tronçonneuse La tronçonneuse se trouve en bon état pour une utilisation en toute sécurité si les conditions sui- vantes sont remplies : La tronçonneuse ne présente aucun endom- magement. La tronçonneuse ne présente aucune fuite de carburant. Le bouchon du réservoir à carburant et le bou- chon du réservoir à huile sont fermés. La tronçonneuse est propre. L'arrêt de chaîne est monté et n'est pas endommagé. Le frein de chaîne fonctionne. Les éléments de commande fonctionnent et n'ont pas été modifiés. Le graissage de la chaîne fonctionne. La profondeur des traces d'usure du pignon ne dépasse pas 0,5 mm. Une combinaison de guide-chaîne et de chaîne indiquée dans la présente Notice d'em- ploi est montée. Le guide-chaîne et la chaîne sont montés cor- rectement. La chaîne est correctement tendue. Les accessoires montés sont des accessoires d'origine STIHL destinés à cette tronçon- neuse. Les accessoires sont montés correctement. AVERTISSEMENT Si l'état impeccable requis pour la sécurité n'est pas garanti, il est possible que des com- posants ne fonctionnent plus correctement, que des dispositifs de sécurité soient mis hors service et que du carburant s'échappe. Des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Ne travailler qu'avec une tronçonneuse qui ne présente aucun endommagement. Si la tronçonneuse perd du carburant : ne pas travailler avec la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Fermer le bouchon du réservoir à carburant et le bouchon du réservoir à huile. Si la tronçonneuse est encrassée : nettoyer la tronçonneuse. Ne travailler qu'avec un arrêt de chaîne bien monté et sans aucun endommage- ment. N'apporter aucune modification à la tron- çonneuse. Exception : montage d'une com- français binaison de guide-chaîne et de chaîne indi- quée dans la présente Notice d'emploi. Si les éléments de commande ne fonction- nent pas : ne pas travailler avec la tronçon- neuse. Monter des accessoires d'origine STIHL destinés à cette tronçonneuse. Monter le guide-chaîne et la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Monter les accessoires comme indiqué dans la présente Notice d'emploi ou dans la Notice d'emploi de ces accessoires. N'introduire aucun objet dans les orifices de la tronçonneuse. Remplacer les étiquettes d'avertissement usées ou endommagées. En cas de doute : demander conseil à un revendeur spécialisé STIHL. 4.6.2 Guide-chaîne Le guide-chaîne se trouve en bon état pour une utilisation en toute sécurité si les conditions sui- vantes sont remplies : Le guide-chaîne ne présente aucun endom- magement. Le guide-chaîne n'est pas déformé. La profondeur de la rainure atteint ou dépasse la profondeur de rainure minimale, 19.3. Les joues de la rainure ne présentent pas de bavures. La rainure du guide-chaîne n'est ni resserrée, ni évasée. AVERTISSEMENT Si le guide-chaîne n'est pas dans l'état impec- cable requis pour la sécurité, il ne peut plus guider correctement la chaîne. La chaîne en rotation risque de sauter du guide-chaîne. Des personnes risquent alors de subir des blessu- res graves, voire mortelles. Ne travailler qu'avec un guide-chaîne qui ne présente aucun endommagement. Si la profondeur de la rainure est inférieure à la profondeur de rainure minimale : rem- placer le guide-chaîne. Ébavurer le guide-chaîne une fois par semaine. Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 4.6.3 Chaîne La chaîne se trouve en bon état pour une utilisa- tion en toute sécurité si les conditions suivantes sont remplies : La chaîne ne présente aucun endommage- ment. 0458-200-7621-A 39 français La chaîne est correctement affûtée. Les repères d'usure des dents de coupe sont visibles AVERTISSEMENT Si l'état impeccable requis pour la sécurité n'est pas garanti, il est possible que des com- posants ne fonctionnent plus correctement et que des dispositifs de sécurité soient mis hors service. Des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Ne travailler qu'avec une chaîne qui ne pré- sente aucun endommagement. Affûter correctement la chaîne. Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 4.7 Carburant et ravitaillement AVERTISSEMENT Le carburant à utiliser pour cette tronçonneuse est un mélange composé d'essence et d'huile pour moteur deux-temps. L'essence et le mélange sont extrêmement inflammables. Si l'essence ou le mélange entre en contact avec une flamme ou avec des objets très chauds, cela peut causer un incendie ou une explo- sion. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Préserver l'essence et le mélange de la chaleur et du feu. Ne pas renverser de l'essence ou du mélange. Si l'on a renversé du carburant : essuyer le carburant avec un chiffon et ne pas essayer de remettre le moteur en route avant que toutes les pièces de la tronçonneuse soient sèches. Ne pas fumer. Ne pas faire le plein à proximité d'un feu. Avant de refaire le plein, arrêter le moteur et le laisser refroidir. Pour mettre le moteur en route, aller au moins à 3 mètres du lieu où l'on a fait le plein de carburant. Les personnes qui inhalent les vapeurs de l'essence ou du mélange risquent de s'intoxi- quer. Ne pas inhaler les vapeurs de l'essence ou du mélange. Faire le plein à un endroit bien aéré. Au cours du travail ou dans un environnement très chaud, la tronçonneuse chauffe. Suivant le type de carburant, l'altitude, la température ambiante et la température de la tronçon- 40 4 Prescriptions de sécurité neuse, le carburant se dilate et une surpres- sion peut s'établir dans le réservoir à carbu- rant. Lorsqu'on ouvre le bouchon du réservoir à carburant, du carburant peut gicler et s'en- flammer. Cela peut causer des dégâts maté- riels et l'utilisateur risque d'être grièvement blessé. Il faut attendre que la tronçonneuse soit refroidie, avant d'ouvrir le bouchon du réservoir à carburant. Ne pas ouvrir le bouchon du réservoir à carburant d'un seul coup, mais l'ouvrir pro- gressivement. Des vêtements qui ont été en contact avec de l'essence ou du mélange s'enflamment plus facilement. Cela peut causer des dégâts maté- riels et des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Si les vêtements ont été en contact avec de l'essence ou du mélange : changer de vête- ments. Le mélange, l'essence et l'huile pour moteurs deux-temps peuvent nuire à l'environnement. Ne pas renverser du mélange, de l'essence ou de l'huile pour moteurs deux-temps. Éliminer le mélange, l'essence ou l'huile pour moteurs deux-temps conformément aux prescriptions pour la protection de l'en- vironnement. Si du mélange, de l'essence ou de l'huile pour moteurs deux-temps entre en contact avec la peau ou avec les yeux, cela peut causer une irritation de la peau ou des yeux. Éviter tout contact avec du mélange, de l'essence ou de l'huile pour moteurs deuxtemps. En cas de contact accidentel avec la peau : les surfaces de la peau touchées doivent être savonnées et lavées à grande eau. En cas de contact accidentel avec les yeux : se rincer les yeux à grande eau pen- dant au moins 15 minutes et consulter un médecin. Le système d'allumage de la tronçonneuse produit des étincelles. Des étincelles peuvent jaillir à l'extérieur et, dans un environnement contenant des matières facilement inflamma- bles ou explosives, elles risquent de causer des incendies ou des explosions. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Utiliser des bougies spécifiées dans la pré- sente Notice d'emploi. Visser la bougie et la serrer fermement. 0458-200-7621-A 4 Prescriptions de sécurité Emboîter fermement le contact de câble d'allumage sur la bougie. Si l'on a fait le plein de la tronçonneuse avec un mélange composé d'essence qui ne con- vient pas ou d'huile pour moteurs deux-temps qui ne convient pas, ou bien avec un mélange dont le rapport essence / huile pour moteurs deux-temps n'est pas correct, cela risque d'en- dommager la tronçonneuse. Composer le mélange comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Si l'on a stocké le carburant pendant une assez longue période, il est possible que le mélange d'essence et d'huile pour moteurs deux-temps se soit décomposé ou soit trop vieux. Si l'on fait le plein avec du mélange décomposé ou trop vieux, cela risque d'en- dommager la tronçonneuse. Avant de faire le plein de la tronçonneuse : bien mélanger le carburant. Utiliser un mélange d'essence et d'huile pour moteurs deux-temps dont la durée de stockage ne dépasse pas 30 jours (STIHL MotoMix : 5 ans). 4.8 Utilisation 4.8.1 Sciage AVERTISSEMENT Si personne ne se trouve à portée de voix, en dehors de l'aire de travail, aucun secours n'est possible en cas d'urgence. S'assurer que des personnes se trouvent à portée de voix, en dehors de l'aire de tra- vail. Si l'utilisateur ne met pas le moteur en route en procédant comme il faut, l'utilisateur risque de perdre le contrôle de la scie à chaîne. L'uti- lisateur risque alors de subir des blessures graves. Pour mettre le moteur en route, procéder comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Si la chaîne est en contact avec le sol ou un objet quelconque : ne pas lancer le moteur. Dans certaines situations, l'utilisateur ne peut plus travailler avec la concentration néces- saire. L'utilisateur risque alors de perdre le contrôle de la scie à chaîne, de trébucher, de tomber et de subir des blessures graves. Travailler calmement et de façon réfléchie. Si les conditions d'éclairage et de visibilité sont mauvaises : ne pas travailler avec la scie à chaîne. français La scie à chaîne ne doit être maniée que par une seule personne. Ne pas travailler à bras levés c'est-à-dire à une hauteur supérieure aux épaules. Faire attention aux obstacles. Travailler en se tenant debout sur le sol et veiller à ne pas risquer de perdre l'équilibre. S'il est nécessaire de travailler en hauteur : utiliser une nacelle élévatrice ou un écha- faudage stable. Si l'on constate des signes de fatigue : faire une pause. Lorsque le moteur est en marche, il dégage des gaz d'échappement. Les personnes qui inhalent les gaz d'échappement risquent de s'intoxiquer. Ne pas inhaler les gaz d'échappement. Travailler avec la scie à chaîne à un endroit bien aéré. En cas de nausée, de maux de tête, de ver- tige ou de troubles de la vue ou de l'ouïe : arrêter le travail et consulter un médecin. Lorsque l'utilisateur porte une protection audi- tive et que le moteur est en marche, l'utilisa- teur peut moins bien percevoir et évaluer les bruits ambiants. Travailler calmement et de façon réfléchie. S'il travaille avec la scie à chaîne en laissant le levier de commande universel dans la posi- tion , l'utilisateur ne peut pas contrôler le fonctionnement de la scie à chaîne. L'utilisa- teur risque alors de subir des blessures gra- ves. Placer le levier de commande universel dans la position . Pour mettre le moteur en route, procéder comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Si l'on accélère alors que le frein de chaîne est engagé, cela risque d'endommager le frein de chaîne. Il faut donc desserrer le frein de chaîne avant d'accélérer pour commencer le tra- vail. La chaîne en rotation risque de couper l'utilisa- teur. L'utilisateur risque alors de subir des blessures graves. Ne pas toucher à la chaîne en rotation. Si la chaîne est bloquée par un objet quel- conque : arrêter le moteur et engager le frein de chaîne. Enlever seulement ensuite l'objet coincé. La chaîne en rotation chauffe et se dilate. Si la chaîne n'est pas suffisamment graissée et retendue, la chaîne risque de sauter du guide- 0458-200-7621-A 41 français chaîne ou de casser. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent d'être grièvement blessées. Utiliser de l'huile de chaîne adhésive. Au cours du travail, contrôler régulièrement la tension de la chaîne. Si la tension de la chaîne est trop faible : retendre la chaîne. Si, au cours du travail, l'on constate un chan- gement d'état ou un comportement inhabituel de la scie à chaîne, il est possible que la scie à chaîne ne soit plus dans l'état requis pour une utilisation en toute sécurité. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent d'être grièvement blessées. Arrêter le travail et consulter un revendeur spécialisé STIHL. Au cours du travail, la scie à chaîne peut pro- duire des vibrations. Porter des gants. Faire des pauses. Si l'on constate des symptômes qui pour- raient signaler une perturbation de l'irriga- tion sanguine des mains : consulter un médecin. Si la chaîne en rotation heurte un objet dur, cela peut produire des étincelles. À proximité de matières facilement inflammables, les étin- celles peuvent causer des incendies. Cela peut causer des dégâts matériels et des per- sonnes risquent de subir des blessures très graves, voire mortelles. Ne pas travailler à proximité de matières facilement inflammables. Lorsqu'on relâche la gâchette d'accélérateur, la chaîne continue de tourner pendant quel- ques instants. Si la chaîne en rotation entre en contact avec une personne, elle peut causer de graves coupures. Des personnes risquent d'être grièvement blessées. Attendre que la chaîne ne tourne plus. 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 AVERTISSEMENT Si l'on coupe du bois sous contrainte, le guidechaîne risque de se coincer. L'utilisateur ris- que de perdre le contrôle de la scie à chaîne et de subir des blessures graves. 42 4 Prescriptions de sécurité Scier tout d'abord une entaille initiale du côté de pression (1), puis exécuter la coupe de séparation du côté de traction (2). 4.8.2 Ébranchage AVERTISSEMENT Si l'on coupe en premier les branches du côté inférieur de l'arbre abattu, ce dernier n'est plus calé sur le sol par les branches. L'arbre peut se déplacer au cours du travail. Des person- nes risquent alors de subir des blessures gra- ves, voire mortelles. Couper les grosses branches du côté infé- rieur seulement après avoir tronçonné l'ar- bre. Ne pas se tenir debout sur le tronc au cours du travail. Au cours de l'ébranchage, une branche cou- pée peut tomber. L'utilisateur risque alors de trébucher, de tomber et de subir des blessures graves. Ébrancher l'arbre en commençant par le pied et en progressant en direction de la cime. 4.8.3 Abattage AVERTISSEMENT Des personnes qui manquent d'expérience ne peuvent pas évaluer les dangers de l'abattage. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. L'utilisateur doit posséder des connaissan- ces pertinentes sur la technique d'abattage et avoir de l'expérience dans le domaine de l'abattage. En cas de doute : faire appel à un expert en la matière et lui demander de déterminer la technique d'abattage adéquate suivant la situation. À l'abattage, un arbre ou des branches peu- vent tomber sur des personnes ou des objets. Plus les parties qui tombent sont grosses, plus elles sont dangereuses et des personnes ris- quent de subir des blessures graves, voire mortelles. Cela risque de causer des dégâts matériels. Définir la direction de chute de telle sorte que l'arbre tombe dans une zone dégagée. Veiller à ce que, tout autour de l'aire de tra- vail, des passants, des enfants et des ani- maux restent à une distance de sécurité égale à 2,5 fois la longueur d'un arbre. 0458-200-7621-A 4 Prescriptions de sécurité Avant l'abattage, enlever les branches mor- tes ou cassées de la cime de l'arbre. S'il n'est pas possible d'enlever les bran- ches mortes ou cassées de la cime de l'ar- bre : faire appel à un expert en la matière et lui demander de déterminer la technique d'abattage adéquate suivant la situation. Observer la cime de l'arbre à abattre et celle des arbres voisins, et s'écarter le cas échéant pour éviter les branches qui tom- bent. Lorsque l'arbre tombe, le tronc peut casser ou rebondir en direction de l'utilisateur. L'utilisa- teur risque de subir des blessures graves, voire mortelles. Prévoir un chemin de repli en diagonale, en arrière de l'arbre. S'écarter sur le chemin de repli, à reculons, en observant l'arbre qui tombe. À flanc de coteau, ne pas marcher à recu- lons en descendant. Des obstacles restés sur l'aire de travail ou sur le chemin de repli peuvent gêner l'utilisateur. L'utilisateur risque alors de trébucher et de tomber. L'utilisateur risque de subir des bles- sures graves, voire mortelles. Enlever les obstacles qui se trouvent sur l'aire de travail et sur le chemin de repli. Si la charnière, la patte de sécurité ou la patte de retenue est entaillée ou coupée trop tôt, il n'est plus possible de contrôler la direction de chute de l'arbre ou bien l'arbre peut tomber trop tôt. Cela peut causer des dégâts maté- riels et des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Ne pas entailler ou scier la charnière. Couper la patte de sécurité ou la patte de retenue en dernier. Si l'arbre commence à tomber trop tôt : interrompre la coupe d'abattage et s'écarter sur le chemin de repli. Si, dans la zone du quart supérieur de la tête du guide-chaîne, la chaîne en rotation heurte un coin d'abattage dur et est rapidement frei- née, cela peut provoquer un rebond. Des per- sonnes risquent de subir des blessures gra- ves, voire mortelles. Utiliser des coins d'abattage en aluminium ou en matière synthétique. Si un arbre ne tombe pas complètement par terre ou reste accroché dans un autre arbre, l'utilisateur ne peut pas terminer l'abattage de façon contrôlée. Interrompre l'abattage et tirer l'arbre avec un treuil ou un véhicule adéquat pour le faire tomber sur le sol. 0458-200-7621-A 4.9 Forces de réaction 4.9.1 Rebond français 0000-GXX-2732-A0 Un rebond peut se produire dans les cas sui- vants : Si, dans la zone du quart supérieur de la tête du guide-chaîne, la chaîne en rotation heurte un objet dur et est rapidement freinée. Si, dans la zone de la tête du guide-chaîne, la chaîne en rotation se trouve coincée. Le frein de chaîne ne peut pas empêcher un rebond. AVERTISSEMENT 0000-GXX-4119-A0 Si un rebond se produit, la tronçonneuse peut être projetée vers le haut et en direction de l'utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures graves, voire mortelles. Tenir fermement la tronçonneuse à deux mains. Veiller à ce qu'aucune partie du corps de l'utilisateur ne se trouve dans le prolonge- ment du plan de basculement de la tron- çonneuse. Travailler comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Ne pas travailler avec la zone du quart supérieur de la tête du guide-chaîne. Travailler avec une chaîne correctement affûtée et correctement tendue. Utiliser une chaîne à tendance au rebond réduite. Utiliser un guide-chaîne à tête de renvoi de faible diamètre. Scier en accélérant à fond. 43 français 4.9.2 Traction Lorsqu'on travaille avec le côté inférieur du guide-chaîne, la tronçonneuse est tirée dans le sens opposé à l'utilisateur. AVERTISSEMENT Si la chaîne en rotation heurte un objet dur et est rapidement freinée, la tronçonneuse peut être brusquement et très fortement tirée dans le sens opposé à utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures graves, voire mortelles. Tenir fermement la tronçonneuse à deux mains. Travailler comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Mener le guide-chaîne dans la fente de coupe en le maintenant bien droit. Appliquer correctement la griffe contre le bois. Scier en accélérant à fond. 4.9.3 Contrecoup Lorsqu'on travaille avec le côté supérieur du guide-chaîne, la tronçonneuse est repoussée en direction de l'utilisateur. AVERTISSEMENT Si la chaîne en rotation heurte un objet dur et est rapidement freinée, la tronçonneuse peut être brusquement et très fortement repoussée en direction de l'utilisateur. L'utilisateur risque de perdre le contrôle de la tronçonneuse et de subir des blessures graves, voire mortelles. 0000-GXX-1349-A0 0000-GXX-1348-A0 4 Prescriptions de sécurité Tenir fermement la tronçonneuse à deux mains. Travailler comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Mener le guide-chaîne dans la fente de coupe en le maintenant bien droit. Scier en accélérant à fond. 4.10 Transport AVERTISSEMENT Au cours du transport, la tronçonneuse risque de se renverser ou de se déplacer. Des per- sonnes peuvent être grièvement blessées et des dégâts matériels peuvent survenir. Arrêter le moteur. Engager le frein de chaîne. Glisser le protecteur de chaîne par-dessus le guide-chaîne de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. Assurer la tronçonneuse avec des sangles ou un filet, de telle sorte qu'elle ne risque pas de se renverser ou de se déplacer. 0000-GXX-2733-A0 Après le fonctionnement du moteur, le silen- cieux et le moteur peuvent être très chauds. L'utilisateur risque de se brûler. Porter la tronçonneuse de la main droite, par la poignée tubulaire, de telle sorte que le guide-chaîne soit orienté vers l'arrière. 4.11 Rangement AVERTISSEMENT Les enfants ne peuvent pas reconnaître et évaluer les dangers de la tronçonneuse. Les enfants risquent d'être grièvement blessés. Arrêter le moteur. Engager le frein de chaîne. Glisser le protège-chaîne par-dessus le guide-chaîne de telle sorte qu'il recouvre intégralement le guide-chaîne. Conserver la tronçonneuse hors de portée des enfants. L'humidité risque d'entraîner une corrosion des contacts électriques de la tronçonneuse et 44 0458-200-7621-A 5 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçonneuse des composants métalliques. La tronçonneuse pourrait être endommagée. Conserver la tronçonneuse au propre et au sec. 4.12 Nettoyage, entretien et répara- tion AVERTISSEMENT Si l'on procède au nettoyage, à la mainte- nance ou à une réparation en laissant le moteur en marche, la chaîne peut être acci- dentellement mise en mouvement. Des per- sonnes peuvent être grièvement blessées et des dégâts matériels peuvent survenir. Arrêter le moteur. Engager le frein de chaîne. Après le fonctionnement du moteur, le silen- cieux et le moteur peuvent être très chauds. Des personnes peuvent se brûler. Attendre que le silencieux et le moteur soient refroidis. Un nettoyage avec des détergents agressifs, un jet d'eau ou des objets pointus peut endommager la tronçonneuse, le guide-chaîne et la chaîne. Si la tronçonneuse, le guidechaîne ou la chaîne ne sont pas nettoyés comme il faut, il est possible que des compo- sants ne fonctionnent plus correctement et que des dispositifs de sécurité soient mis hors service. Des personnes risquent d'être griève- ment blessées. Nettoyer la tronçonneuse, le guide-chaîne et la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Si l'on ne procède pas à la maintenance ou à la réparation de la tronçonneuse comme décrit dans la présente Notice d'emploi, il est pos- sible que des composants ne fonctionnent plus correctement et que des dispositifs de sécurité soient mis hors service. Des person- nes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Effectuer la maintenance ou la réparation de la tronçonneuse comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Si l'on ne procède pas à la maintenance ou à la réparation du guide-chaîne et de la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'em- ploi, il est possible que des composants ne fonctionnent plus correctement et que des dis- positifs de sécurité soient mis hors service. Des personnes risquent d'être grièvement blessées. français Effectuer la maintenance ou la réparation du guide-chaîne et de la chaîne comme décrit dans la présente Notice d'emploi. Au cours du nettoyage ou de la maintenance de la chaîne, l'utilisateur peut se couper sur les dents de coupe acérées. L'utilisateur ris- que d'être blessé. Porter des gants de travail en matière résis- tante. 5 Préparatifs avant l'utilisa- tion de la tronçonneuse 5.1 Préparatifs avant l'utilisation de la tronçonneuse Chaque fois, avant de commencer le travail, il faut effectuer les opérations suivantes : S'assurer que les composants suivants se trouvent dans l'état impeccable requis pour la sécurité : Tronçonneuse, 4.6.1. Guide-chaîne, 4.6.2. Chaîne, 4.6.3. Nettoyer la tronçonneuse, 15.1. Monter le guide-chaîne et la chaîne, 6.1. Tendre la chaîne, 6.2. Refaire le plein d'huile de chaîne adhésive, 6.3. Contrôler le frein de chaîne, 10.4. Faire le plein de carburant, 8.2. Contrôler les éléments de commande, 10.5. Contrôler le graissage de la chaîne, 10.6. Si ces opérations ne peuvent pas être exécu- tées : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. 6 Assemblage de la tronçon- neuse 6.1 Montage et démontage du guide-chaîne et de la chaîne 6.1.1 Montage du guide-chaîne et de la chaîne Les combinaisons de guide-chaîne et de chaîne qui conviennent pour le pignon respectif et dont le montage est autorisé sont indiquées dans les caractéristiques techniques, 20.1. Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 0458-200-7621-A 45 français 6 Assemblage de la tronçonneuse Desserrer le frein de chaîne. 2 4 3 1 3 6 0000097415_001 0000097417_001 Tourner l'écrou (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que l'on puisse enlever le couvercle de pignon (2). Enlever le couvercle de pignon (2). Tourner la vis de tension (3) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que le coulisseau de tension (4) bute contre le bord de la découpure du carter, à gauche. 0000-GXX-2954-A0 Poser la chaîne dans la rainure du guidechaîne de telle sorte que, sur la face supéri- eure du guide-chaîne, les flèches estampées sur les maillons intermédiaires de la chaîne soient orientées dans le sens de rotation. 6 7 55 Tourner la vis de tension (3) dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que la chaîne s'applique contre le guide-chaîne. Amener en même temps les maillons d'entraî- nement de la chaîne dans la rainure du guidechaîne. Le guide-chaîne (6) et la chaîne s'appliquent contre la tronçonneuse. Appliquer le couvercle de pignon (2) contre la tronçonneuse de telle sorte qu'il affleure avec la tronçonneuse. Visser et serrer fermement l'écrou (1). 6.1.2 Montage du guide-chaîne et de la chaîne (tendeur de chaîne rapide) Les combinaisons de guide-chaîne et de chaîne qui conviennent pour le pignon respectif et dont le montage est autorisé sont indiquées dans les caractéristiques techniques, 20.1. Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 1 3 2 0000097418_001 0000097416_001 8 Poser le guide-chaîne avec la chaîne sur la tronçonneuse de telle sorte que les conditions suivantes soient remplies : Les maillons d'entraînement de la chaîne sont en prise sur les dents du pignon (7). Les vis à embase (5) se trouvent dans le trou oblong du guide-chaîne (6). Le tourillon du coulisseau de tension (4) se trouve dans le trou (8) du guide-chaîne (6). L'orientation du guide-chaîne (6) ne joue aucun rôle. Le texte imprimé sur le guide-chaîne (6) peut aussi se trouver à l'envers. 46 Relever l'ailette (1) de l'écrou à ailette (2). Tourner l'écrou à ailette (2) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce qu'il puisse être enlevé du couvercle de pignon (3). Enlever le couvercle de pignon (3). 0458-200-7621-A 6 Assemblage de la tronçonneuse 4 23 français 4 6 0000097420_001 0000099376_001 5 Enlever la rondelle dentée de tension (4). Dévisser la vis (5). 6 5 4 Poser le guide-chaîne (6) sur la rondelle den- tée de tension (4) de telle sorte que les deux tétons de la rondelle dentée de tension (4) se prennent dans les trous du guide-chaîne. L'orientation du guide-chaîne (6) ne joue aucun rôle. Le texte imprimé sur le guide-chaîne peut aussi se trouver à l'envers. Visser et serrer fermement la vis (5). 4 Poser la chaîne dans la rainure du guidechaîne de telle sorte que, sur la face supéri- eure du guide-chaîne, les flèches estampées sur les maillons intermédiaires de la chaîne soient orientées dans le sens de rotation. Tourner la rondelle dentée de tension (4) à fond dans le sens des aiguilles d'une montre. 0000-GXX-1201-A0 0000098250_001 Poser le guide-chaîne avec la rondelle dentée de tension et la chaîne sur la tronçonneuse de telle sorte que les conditions suivantes soient remplies : La rondelle dentée de tension (4) est orien- tée en direction de l'utilisateur. Les maillons d'entraînement de la chaîne sont en prise sur les dents du pignon (2). La tête de la vis (3) se trouve dans le trou oblong du guide-chaîne (6). 4 Desserrer le frein de chaîne. Tourner la rondelle dentée de tension (4) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jus- qu'à ce que la chaîne s'applique contre le guide-chaîne. Amener en même temps les maillons d'entraînement de la chaîne dans la rainure du guide-chaîne. Le guide-chaîne et la chaîne s'appliquent contre la tronçonneuse. Appliquer le couvercle de pignon contre la tronçonneuse de telle sorte qu'il affleure avec la tronçonneuse. Si le couvercle de pignon n'affleure pas avec la tronçonneuse : faire tourner la roue dentée de tension et appliquer à nouveau le couvercle de pignon. Les dents de la roue dentée de tension vien- nent en prise dans les dents de la rondelle dentée de tension. Tourner l'écrou à ailette dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que le cou- vercle de pignon soit fermement fixé sur la tronçonneuse. Rabattre l'ailette de l'écrou à ailette. 0000097421_001 0458-200-7621-A 47 français 6.1.3 Démontage du guide-chaîne et de la chaîne Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Tourner l'écrou dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que l'on puisse enlever le couvercle de pignon. Enlever le couvercle de pignon. Tourner la vis de tension à fond dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. La chaîne est détendue. Enlever le guide-chaîne et la chaîne. 6.1.4 Démontage du guide-chaîne et de la chaîne (tendeur de chaîne rapide) Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Relever l'ailette de l'écrou à ailette. Tourner l'écrou à ailette dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce qu'il puisse être enlevé du couvercle de pignon. Enlever le couvercle de pignon. Tourner la rondelle de tension à fond dans le sens des aiguilles d'une montre. La chaîne est détendue. Enlever le guide-chaîne et la chaîne. Dévisser la vis de la rondelle de tension. Enlever la rondelle de tension. 6.2 Tension de la chaîne 6.2.1 Tension de la chaîne Au cours du travail, la chaîne se dilate ou se rétrécit. La tension de la chaîne varie. Au cours du travail, il faut régulièrement contrôler la ten- sion de la chaîne et retendre la chaîne si néces- saire. Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 6 Assemblage de la tronçonneuse La distance a au centre du guide-chaîne est de 1 mm à 2 mm. En saisissant la chaîne entre deux doigts et en exerçant un faible effort, on peut encore la faire glisser sur le guide-chaîne. Si l'on utilise un guide-chaîne Carving : tourner la vis de tension (2) dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que, sur la face infé- rieure du guide-chaîne, l'on ne voie plus que la moitié de la hauteur des maillons d'entraîne- ment de la chaîne. En maintenant le nez du guide-chaîne en posi- tion relevée, serrer fermement les écrous (1). Si au centre du guide-chaîne la distance a ne se situe pas entre 1 mm et 2 mm : répéter le réglage de la tension de la chaîne. Si, en cas d'utilisation d'un guide-chaîne Carv- ing, sur le côté inférieur du guide-chaîne les maillons d'entraînement de la chaîne ne sont visibles que sur une distance inférieure à la moitié de leur hauteur : répéter le réglage de la tension de la chaîne. 6.2.2 Tension de la chaîne (tendeur rapide) Au cours du travail, la chaîne se dilate ou se rétrécit. La tension de la chaîne varie. Au cours du travail, il faut régulièrement contrôler la ten- sion de la chaîne et retendre la chaîne si néces- saire. Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 2 a 1 0000097422_001 0000097423_001 1 a 2 Desserrer les écrous (1). Desserrer le frein de chaîne. Soulever le nez du guide-chaîne et tourner la vis de tension (2) dans le sens des aiguilles d'une montre ou dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que les con- ditions suivantes soient remplies : Relever l'ailette de l'écrou à ailette (1). Tourner l'écrou à ailette (1) de 2 tours dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. L'écrou à ailette (1) est desserré. Desserrer le frein de chaîne. 48 0458-200-7621-A 7 Serrage et desserrage du frein de chaîne Soulever le nez du guide-chaîne et tourner la roue dentée de tension (2) dans le sens des aiguilles d'une montre ou dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que les conditions suivantes soient remplies : La distance a au centre du guide-chaîne est de 1 mm à 2 mm. En saisissant la chaîne entre deux doigts et en exerçant un faible effort, on peut encore la faire glisser sur le guide-chaîne. Si l'on utilise un guide-chaîne Carving : tourner la roue dentée de tension (2) dans le sens des aiguilles d'une montre ou dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que, sur la face inférieure du guide-chaîne, seulement la moitié de la hauteur des maillons d'entraîne- ment de la chaîne soit encore visible. En maintenant le nez du guide-chaîne en posi- tion relevée, tourner l'écrou à ailette (1) dans le sens des aiguilles d'une montre jusqu'à ce que le couvercle de pignon soit bien fixé sur la tronçonneuse. Si au centre du guide-chaîne la distance a ne se situe pas entre 1 mm et 2 mm : répéter le réglage de la tension de la chaîne. Si, en cas d'utilisation d'un guide-chaîne Carv- ing, sur le côté inférieur du guide-chaîne les maillons d'entraînement de la chaîne ne sont visibles que sur une distance inférieure à la moitié de leur hauteur : répéter le réglage de la tension de la chaîne. Rabattre l'ailette de l'écrou à ailette (1). 6.3 Ravitaillement en huile adhé- sive pour chaînes L'huile de chaîne adhésive lubrifie et refroidit la chaîne en rotation. Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Poser la tronçonneuse sur une surface plane, de telle sorte que le bouchon du réservoir à huile soit orienté vers le haut. Nettoyer la zone située autour du bouchon du réservoir à huile avec un chiffon humide. 0458-200-7621-A 0000-GXX-1205-A1 français À l'aide d'un outil approprié, tourner le bou- chon du réservoir à huile dans le sens inverse des aiguilles d'une montre jusqu'à ce qu'il puisse être enlevé. Enlever le bouchon du réservoir à huile. Introduire de l'huile de chaîne adhésive en veillant à ne pas renverser de l'huile de chaîne adhésive et à ne pas remplir le réservoir à huile jusqu'au bord. Appliquer le bouchon du réservoir à huile sur le réservoir à huile. À l'aide d'un outil approprié, tourner le bou- chon du réservoir à huile dans le sens des aiguilles d'une montre et le serrer fermement. Le réservoir à huile est fermé. 6.4 Montage de la griffe Si la tronçonneuse est équipée d'un tendeur de chaîne rapide, la griffe doit être montée. Démonter le guide-chaîne et la chaîne. 1 2 Appliquer la griffe (1). Visser et serrer fermement les vis (2). Il est interdit de démonter la griffe (1). 7 Serrage et desserrage du frein de chaîne 7.1 Engagement du frein de chaîne La tronçonneuse est équipée d'un frein de chaîne. Le frein de chaîne est enclenché automatique- ment en cas de rebond assez important, sous l'effet de l'inertie de la masse du protège-main, ou peut être enclenché par l'utilisateur. 49 0000097424_001 0000-GXX-1206-A1 français 8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant Avec la main gauche, écarter le protège-main de la poignée tubulaire. Le protège-main s'encliquette avec un déclic audible. Le frein de chaîne est engagé. 7.2 Desserrage du frein de chaîne 0000-GXX-2932-A0 teneur en alcool de l'essence ne dépasse pas 10 % (27 % pour le Brésil). S'assurer que l'huile pour moteurs deux-temps employée répond aux exigences. Calculer les quantités d'huile pour moteurs deux-temps et d'essence nécessaires pour composer la quantité de mélange souhaitée, avec un taux de mélange de 1:50. Exemples de composition du mélange : 20 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 1 l d'essence 60 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 3 l d'essence 100 ml d'huile pour moteurs deux-temps, 5 l d'essence Prendre un bidon propre homologué pour du carburant et y introduire d'abord l'huile pour moteurs deux-temps, puis l'essence. Bien mélanger le carburant. Avec la main gauche, tirer le protège-main en direction de l'utilisateur. Le protège-main s'encliquette avec un déclic audible. Le frein de chaîne est desserré. 8 Composition du mélange et ravitaillement en carburant 0000-GXX-2933-A0 8.2 Ravitaillement en carburant de la tronçonneuse Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Laisser la tronçonneuse refroidir. Poser la tronçonneuse sur une surface plane, de telle sorte que le bouchon du réservoir à carburant soit orienté vers le haut. Nettoyer la zone située autour du bouchon du réservoir à carburant avec un chiffon humide. 8.1 Composition du mélange 0000097425_001 Le carburant à utiliser pour cette tronçonneuse est un mélange composé d'huile pour moteur deux-temps et d'essence suivant le rapport 1:50. STIHL recommande d'utiliser le carburant STIHL MotoMix, un mélange prêt à l'usage. Si l'on compose soi-même le mélange de carbu- rant, il est seulement permis d'utiliser de l'huile STIHL pour moteur deux-temps ou une autre huile moteur hautes performances des classes JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC ou ISO-L-EGD. Tourner le bouchon du réservoir à carburant dans le sens inverse des aiguilles d'une mon- tre jusqu'à ce qu'il puisse être enlevé. Enlever le bouchon du réservoir à carburant. STIHL prescrit l'utilisation de l'huile HP Ultra ou d'une huile moteur hautes performances de même qualité afin de garantir le respect des nor- mes antipollution sur toute la durée de vie de la machine. S'assurer que l'essence employée ait un indice d'octane d'au moins 90 RON et que la 50 0458-200-7621-A 9 Mise en route et arrêt du moteur AVIS Sous l'effet de la lumière, des rayons de soleil et de températures extrêmes, le mélange peut assez rapidement se décomposer ou subir un viellissement prématuré. Si l'on fait le plein avec du mélange décomposé ou trop vieux, cela risque d'endommager la tronçonneuse. Bien mélanger le carburant. Ne pas faire le plein avec du carburant qui a été stocké pendant plus de 30 jours (STIHL MotoMix : 5 ans). Faire le plein en veillant à ne pas renverser du carburant et en laissant un espace d'au moins 15 mm entre le niveau du carburant et le bord du réservoir à carburant. français Effectuer les préparatifs pour la mise en route du moteur, 9.2, puis lancer le moteur, 9.3. Quand peut-on lancer directement le moteur ? On peut lancer directement le moteur si ce der- nier a déjà tourné pendant au moins 1 minute et n'a été arrêté que durant une courte pause de travail. Mettre le moteur en marche, 9.3. 9.2 Préparatifs pour la mise en route du moteur Choisir la procédure adéquate pour la mise en route du moteur. 2 5 0000097427_001 Appliquer le bouchon du réservoir à carburant sur le réservoir à carburant. À l'aide d'un outil approprié, tourner le bou- chon du réservoir à carburant dans le sens des aiguilles d'une montre et le serrer ferme- ment. Le bouchon du réservoir à carburant est fermé. 9 Mise en route et arrêt du moteur 9.1 Choix de la procédure adé- quate pour la mise en route du moteur Quand faut-il effectuer les préparatifs pour la mise en route du moteur ? Si l'une des conditions suivantes est remplie, des préparatifs sont nécessaires avant la mise en route du moteur : Le moteur se trouve à la température ambiante. Le moteur a calé à la première accélération après la mise en route. Le moteur s'est arrêté parce que le réservoir à carburant était vide. 0000097426_001 1 4 3 Engager le frein de chaîne (2). Si la machine possède une pompe d'amor- çage manuelle (1) : appuyer au moins 10 fois sur la pompe d'amorçage manuelle (1). Enfoncer le blocage de gâchette d'accéléra- teur (5) et le maintenir enfoncé. Enfoncer la gâchette d'accélérateur (4) et la maintenir enfoncée. Placer le levier de commande universel (3) dans la position . A B C 0000-GXX-2936-A2 0458-200-7621-A 51 français Tenir la tronçonneuse de l'une des 3 manières possibles : Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir fermement la poignée tubulaire de la main gauche en entourant la poignée tubulaire avec le pouce, plaquer la machine sur le sol et engager la pointe du pied droit (ou plus précisément la pointe de la chaussure de sécurité à porter pour travailler avec une tronçonneuse) dans la poignée arrière de la tronçonneuse. Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir fermement la poignée tubulaire de la main gauche en entourant la poignée tubulaire avec le pouce, plaquer la machine sur le sol et engager le talon du pied droit (ou plus précisément le talon de la chaussure de sécurité à porter pour travailler avec une tronçonneuse) dans la poignée arrière de la tronçonneuse. Tenir la tronçonneuse de la main gauche, par la poignée tubulaire, en entourant la poi- gnée tubulaire avec le pouce, et serrer la poignée arrière entre les genoux ou les cuisses. 9 Mise en route et arrêt du moteur 2 3 5 0000097428_001 1 4 Engager le frein de chaîne (2). Enlever le protège-chaîne. Si la machine possède une pompe d'amor- çage manuelle (1) : appuyer au moins 10 fois sur la pompe d'amorçage manuelle (1). Enfoncer le blocage de gâchette d'accéléra- teur (5) et le maintenir enfoncé. Enfoncer la gâchette d'accélérateur (4) et la maintenir enfoncée. Placer le levier de commande universel (3) dans la position . Relâcher le blocage de gâchette d'accéléra- teur (5) et la gâchette d'accélérateur (4). Placer le levier de commande universel (3) dans la position . A B C 0000-GXX-2937-A1 0000-GXX-2936-A2 De la main droite, tirer lentement la poignée de lancement jusqu'au premier point dur per- ceptible. Tirer rapidement sur la poignée de lancement et la guider à la main au retour. Répéter cette procédure autant de fois que nécessaire, jus- qu'à ce que le moteur donne un premier coup d'allumage et s'arrête. Si auparavant le moteur s'est arrêté parce que le réservoir à carburant était vide : tirer au maximum 5 fois sur la poignée de lance- ment. 9.3 Mise en route du moteur Choisir la procédure adéquate pour la mise en route du moteur. 52 0458-200-7621-A 10 Contrôle de la tronçonneuse Tenir la tronçonneuse de l'une des 3 manières possibles : Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir fermement la poignée tubulaire de la main gauche en entourant la poignée tubulaire avec le pouce, plaquer la machine sur le sol et engager la pointe du pied droit (ou plus précisément la pointe de la chaussure de sécurité à porter pour travailler avec une tronçonneuse) dans la poignée arrière de la tronçonneuse. Placer la tronçonneuse sur un sol plat, tenir fermement la poignée tubulaire de la main gauche en entourant la poignée tubulaire avec le pouce, plaquer la machine sur le sol et engager le talon du pied droit (ou plus précisément le talon de la chaussure de sécurité à porter pour travailler avec une tronçonneuse) dans la poignée arrière de la tronçonneuse. Tenir la tronçonneuse de la main gauche, par la poignée tubulaire, en entourant la poi- gnée tubulaire avec le pouce, et serrer la poignée arrière entre les genoux ou les cuisses. français AVIS Si l'on accélère alors que le frein de chaîne est engagé, cela risque d'endommager le frein de chaîne. Il faut donc desserrer le frein de chaîne avant d'accélérer pour commencer le tra- vail. Desserrer le frein de chaîne. La tronçonneuse est prête à l'utilisation. Si la chaîne est entraînée au ralenti : éliminer les dérangements. Le ralenti n'est pas correctement réglé. Si le moteur ne démarre pas : effectuer les préparatifs nécessaires avant la mise en route du moteur et essayer à nouveau de mettre le moteur en marche. 9.4 Arrêt du moteur 1 3 0000-GXX-2937-A1 0000097429_001 De la main droite, tirer lentement la poignée de lancement jusqu'au premier point dur per- ceptible. Tirer rapidement sur la poignée de lancement et la guider à la main au retour. Répéter cette procédure autant de fois que nécessaire, jus- qu'à ce que le moteur tourne. Enfoncer le blocage de gâchette d'accéléra- teur (5) et le maintenir enfoncé. Enfoncer brièvement la gâchette d'accéléra- teur (4). Le levier de commande universel (3) saute dans la position . Le moteur tourne au ralenti. 2 Relâcher la gâchette d'accélérateur (2) et le blocage de gâchette d'accélérateur (3). Le moteur passe au ralenti. Placer le levier de commande universel (1) dans la position . Le moteur s'arrête et le levier de commande universel (1) revient dans la position . Si le moteur ne s'arrête pas : Placer le levier de commande universel dans la position . Le moteur s'arrête. Ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con- sulter un revendeur spécialisé STIHL. Le levier de commande universel est défec- tueux. 10 Contrôle de la tronçon- neuse 10.1 Contrôle du pignon Arrêter le moteur. Desserrer le frein de chaîne. Démonter le couvercle de pignon. Démonter le guide-chaîne et la chaîne. 0458-200-7621-A 53 français 10 Contrôle de la tronçonneuse 1 2 0000-GXX-1218-A0 0000-GXX-1216-A0 a Contrôler les traces d'usure sur le pignon avec un gabarit de contrôle STIHL. Si la profondeur des traces d'usure dépasse la cote a = 0,5 mm : ne pas utiliser la tronçon- neuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Le pignon doit être remplacé. 10.2 Contrôle du guide-chaîne Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Démonter la chaîne et le guide-chaîne. Mesurer la hauteur des limiteurs de profon- deur (1) à l'aide d'un gabarit d'affûtage STIHL (2). Le gabarit d'affûtage STIHL doit convenir pour le pas de la chaîne. Si un limiteur de profondeur (1) dépasse du gabarit d'affûtage (2) : rectifier le limiteur de profondeur (1) à la lime, 16.3. 1 2 3 0000-GXX-1372-A0 4 Mesurer la profondeur de la rainure du guidechaîne à l'aide de la jauge d'un gabarit d'affû- tage STIHL. Remplacer le guide-chaîne si l'une des condi- tions suivantes est remplie : Le guide-chaîne est endommagé. La profondeur de rainure mesurée est infé- rieure à la profondeur de rainure minimale du guide-chaîne, 19.3. La rainure du guide-chaîne est resserrée ou évasée. Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 10.3 Contrôle de la chaîne Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 0000-GXX-1217-A0 Contrôler si les repères d'usure (1 à 4) sont visibles sur les dents de coupe. Si l'un des repères d'usure n'est pas visible sur une dent de coupe : ne pas utiliser la chaîne, mais consulter un revendeur spécia- lisé STIHL. À l'aide d'un gabarit d'affûtage STIHL, vérifier l'angle d'affûtage de 30° des dents de coupe. Le gabarit d'affûtage STIHL doit convenir pour le pas de la chaîne. Si l'angle d'affûtage de 30° n'a pas été res- pecté : affûter la chaîne. Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 10.4 Contrôle du frein de chaîne Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 54 0458-200-7621-A 11 Travail avec la tronçonneuse AVERTISSEMENT Les dents de coupe de la chaîne sont acé- rées. L'utilisateur risque de se couper. Porter des gants de travail en matière résis- tante. Essayer de faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la tirant à la main. S'il n'est pas possible de faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la tirant à la main, cela prouve que le frein de chaîne fonctionne. S'il est possible de faire glisser la chaîne sur le guide-chaîne en la tirant à la main : ne pas uti- liser la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Le frein de chaîne est défectueux. 10.5 Contrôle des éléments de com- mande Blocage de gâchette d'accélérateur et gâchette d'accélérateur Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Essayer d'enfoncer la gâchette d'accélérateur sans enfoncer le blocage de gâchette d'accé- lérateur. S'il est possible d'enfoncer la gâchette d'accé- lérateur : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. Le blocage de gâchette d'accélérateur est défectueux. Enfoncer le blocage de gâchette d'accéléra- teur et le maintenir enfoncé. Enfoncer la gâchette d'accélérateur et la relâ- cher. Si la gâchette d'accélérateur fonctionne diffici- lement ou ne revient pas dans sa position ini- tiale, sous l'effet de son ressort : ne pas utili- ser la tronçonneuse, mais consulter un reven- deur spécialisé STIHL. La gâchette d'accélérateur est défectueuse. Arrêt du moteur Mettre le moteur en marche. Placer le levier de commande universel dans la position . Le moteur s'arrête et le levier de commande universel revient dans la position . Si le moteur ne s'arrête pas : Placer le levier de commande universel dans la position . Le moteur s'arrête. Ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con- sulter un revendeur spécialisé STIHL. français Le levier de commande universel est défec- tueux. 10.6 Contrôle du graissage de la chaîne Mettre le moteur en marche et desserrer le frein de chaîne. Diriger le guide-chaîne vers une surface claire. Accélérer. De l'huile de chaîne adhésive est projetée et ses traces sont bien visibles sur la surface claire. Le graissage de la chaîne fonctionne. Si des traces de projection d'huile ne sont pas visibles : Arrêter le moteur. Refaire le plein d'huile de chaîne adhésive. Répéter le contrôle du graissage de la chaîne. Si des traces de projection d'huile ne sont toujours pas visibles sur la surface claire : ne pas utiliser la tronçonneuse, mais con- sulter un revendeur spécialisé STIHL. Le graissage de la chaîne est défectueux. 11 Travail avec la tronçon- neuse 11.1 Prise en mains et utilisation de la tronçonneuse Tenir et mener la tronçonneuse de la main gauche, par la poignée tubulaire, et de la main droite, par la poignée de commande, en entourant la poignée tubulaire avec le pouce de la main gauche et en entourant la poignée de commande avec le pouce de la main droite. 0000-GXX-2948-A1 0458-200-7621-A 55 français 11.2 Sciage AVERTISSEMENT Si un rebond se produit, la tronçonneuse peut être projetée vers le haut et en direction de l'utilisateur. L'utilisateur risque de subir des blessures graves, voire mortelles. Scier en accélérant à fond. Ne pas scier avec la zone du quart supéri- eur de la tête du guide-chaîne. En accélérant à fond, mener le guidechaîne dans la coupe de telle sorte que le guide-chaîne ne se gauchisse pas. 11 Travail avec la tronçonneuse 0000-GXX-1245-A0 1 2 2 1 Si la branche se trouve sous contrainte : exé- cuter une entaille initiale (1) du côté de pres- sion puis scier complètement la branche en exécutant une coupe (2) du côté de traction. 11.4 Abattage 11.4.1 Définition de la direction de chute et aménagement des chemins de repli Définir la direction de chute de telle sorte que l'arbre tombe dans une zone dégagée. 0000-GXX-2949-A1 Appliquer la griffe et l'utiliser comme pivot. Introduire intégralement le guide-chaîne dans la coupe et le mener de telle sorte que l'on puisse successivement modifier la position de la griffe et la plaquer à nouveau contre le tronc. À la fin de la coupe, l'utilisateur doit reprendre tout le poids de la tronçonneuse. 11.3 Ébranchage Mettre la tronçonneuse en appui sur le tronc. Accélérer à fond et, en décrivant un mouve- ment de levier, pousser le guide-chaîne contre la branche. Scier toute la branche avec le côté supérieur du guide-chaîne. 0000-GXX-2950-A1 B B Prévoir les chemins de repli (B) de telle sorte que les conditions suivantes soient remplies : Le chemin de repli (B) est orienté sous un angle de 45° par rapport à la direction de chute (A). Aucun obstacle ne se trouve sur le chemin de repli (B). La cime de l'arbre peut être observée. Si le chemin de repli (B) se trouve à flanc de coteau, le chemin de repli (B) doit être ori- enté parallèlement à la pente. 11.4.2 Préparation de la zone de travail autour du tronc Enlever les obstacles de la zone de travail, autour du tronc. Enlever la végétation autour du tronc. 0000-GXX-1246-A0 56 0458-200-7621-A 11 Travail avec la tronçonneuse français 1 0000097446_001 0000-GXX-1247-A0 Si le tronc possède de gros renforts en bonne santé : scier les renforts tout d'abord à la verti- cale, puis à l'horizontale et les enlever. 11.4.3 Principes de la technique d'abattage C E C 1/10 Ø G Positionner la tronçonneuse de telle sorte que l'entaille d'abattage se trouve à angle droit par rapport à la direction de chute et que la tron- çonneuse se trouve près du sol. Contrôler la direction de chute à l'aide de la nervure de visée (1). Exécuter la coupe à l'horizontale (plancher ou sole). Exécuter la coupe inclinée (plafond ou pan oblique) sous un angle d'env. 45° par rapport à la coupe horizontale (plancher ou sole). 0000-GXX-1251-A1 C Entaille d'abattage L'entaille d'abattage détermine la direction de chute. D Charnière La partie non coupée fait office de charnière et guide l'arbre au cours de sa chute. La lar- geur de la charnière est égale à 1/10 du dia- mètre du tronc. E Coupe d'abattage La coupe d'abattage coupe le tronc. La coupe d'abattage doit être exécutée à une hauteur équivalant à 1/10 du diamètre du tronc (au moins 3 cm), par rapport au plancher de l'en- taille d'abattage. F Patte de sécurité La patte de sécurité retient l'arbre pour qu'il ne tombe pas prématurément. La patte de sécurité a une largeur située entre 1/10 et 1/5 du diamètre du tronc. G Patte de retenue La patte de retenue retient l'arbre pour qu'il ne tombe pas prématurément. La patte de retenue a une largeur située entre 1/10 et 1/5 du diamètre du tronc. 11.4.4 Exécution de l'entaille d'abattage L'entaille d'abattage détermine la direction de chute de l'arbre. Il faut impérativement respecter les prescriptions nationales spécifiques concer- nant l'exécution de l'entaille d'abattage. 0458-200-7621-A Si le bois est sain et à longues fibres : scier des entailles dans l'aubier en veillant à respec- ter les conditions suivantes : Les entailles dans l'aubier sont identiques des deux côtés. Les entailles dans l'aubier se trouvent au niveau du plancher (ou de la sole) de l'en- taille d'abattage. La largeur des entailles dans l'aubier corres- pond à 1/10 du diamètre du tronc. Le tronc de l'arbre n'éclate pas lorsqu'il tombe. 11.4.5 Attaque en mortaise L'attaque en mortaise est une technique de tra- vail indispensable pour l'abattage des arbres. 1. 3. 2. 57 0000-GXX-1252-A0 0000-GXX-1250-A1 français Attaquer le bois avec le côté inférieur de la tête du guide-chaîne et accélérer à pleins gaz. Scier jusqu'à ce que la profondeur de l'incision dans le tronc corresponde à deux fois la lar- geur du guide-chaîne. Basculer la machine en position de coupe en mortaise. Exécuter la coupe en mortaise en faisant avancer le guide-chaîne. 11.4.6 Choix de la méthode de coupe d'abat- tage adéquate Le choix de la méthode de coupe d'abattage adéquate dépend des conditions suivantes : Inclinaison naturelle de l'arbre Structure des branches de l'arbre Endommagements de l'arbre État de santé de l'arbre Charge de neige, si l'arbre est enneigé Sens de la pente du terrain Direction et vitesse du vent Arbres voisins On distingue plusieurs variantes de ces condi- tions. La présente Notice d'emploi ne décrit que 2 variantes : 11 Travail avec la tronçonneuse 1. 2. Plonger le guide-chaîne en mortaise dans le plan de la coupe d'abattage jusqu'à ce qu'il réapparaisse de l'autre côté du tronc, 11.4.5. Appliquer la griffe en arrière de la charnière et l'utiliser comme pivot. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la charnière. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la patte de sécurité. 3. 0000-GXX-1254-A0 0000-GXX-1255-A0 1 2 1 Arbre normal Un arbre normal est bien vertical avec une cime régulière. 2 Arbre incliné Par arbre incliné, on entend un arbre dont le tronc est incliné et la cime penche dans la direction de chute. 11.4.7 Abattage d'un arbre normal de faible diamètre de tronc Un arbre normal doit être abattu par une coupe d'abattage avec patte de sécurité. Choisir ce genre de coupe d'abattage si le diamètre du tronc est inférieur à la longueur de coupe réelle de la tronçonneuse. Lancer un avertissement. 0000-GXX-1253-A0 Introduire un coin. Choisir un coin approprié selon le diamètre du tronc et la largeur de la coupe d'abattage. Lancer un avertissement. En agissant depuis l'extérieur, avec les bras tendus, couper la patte de sécurité à l'horizon- tale, dans le plan de la coupe d'abattage. L'arbre tombe. 11.4.8 Abattage d'un arbre normal de grand diamètre de tronc Un arbre normal doit être abattu par une coupe d'abattage avec patte de sécurité. Choisir ce genre de coupe d'abattage si le diamètre du tronc est supérieur à la longueur de coupe réelle de la tronçonneuse. Lancer un avertissement. 58 0458-200-7621-A 11 Travail avec la tronçonneuse 1. 2. 3. 4. 5. français 1. 2. 0000-GXX-1258-A0 0000-GXX-1256-A0 Appliquer la griffe au niveau de la coupe d'abattage et l'utiliser comme pivot. Engager la tronçonneuse, à l'horizontale, dans la coupe d'abattage et la faire pivoter le plus loin possible. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la charnière. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la patte de sécurité. Passer du côté opposé du tronc. Attaquer le tronc en mortaise en positionnant le guide-chaîne dans le même plan que la coupe d'abattage. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la charnière. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la patte de sécurité. 6. Introduire un coin. Choisir un coin approprié selon le diamètre du tronc et la largeur de la coupe d'abattage. Lancer un avertissement. En agissant depuis l'extérieur, avec les bras tendus, couper la patte de sécurité à l'horizon- tale, dans le plan de la coupe d'abattage. L'arbre tombe. 11.4.9 Abattage d'un arbre incliné de faible diamètre de tronc Un arbre incliné doit être abattu par une coupe d'abattage avec patte de retenue. Choisir ce genre de coupe d'abattage si le diamètre du tronc est inférieur à la longueur de coupe réelle de la tronçonneuse. Lancer un avertissement. 0000-GXX-1257-A0 Plonger le guide-chaîne en mortaise dans le plan de la coupe d'abattage jusqu'à ce qu'il réapparaisse de l'autre côté du tronc, 11.4.5. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la charnière. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la patte de retenue. 0000-GXX-1259-A0 Lancer un avertissement. En agissant depuis l'extérieur, avec les bras tendus, couper la patte de retenue en exécu- tant une coupe oblique par le haut. L'arbre tombe. 11.4.10 Abattage d'un arbre incliné de grand diamètre de tronc Un arbre incliné doit être abattu par une coupe d'abattage avec patte de retenue. Choisir ce genre de coupe d'abattage si le diamètre du tronc est supérieur à la longueur de coupe réelle de la tronçonneuse. Lancer un avertissement. 1. 2. 3. 5. 6. 4. 0000-GXX-1260-A0 Appliquer la griffe au niveau de la coupe d'abattage en arrière de la patte de retenue et l'utiliser comme pivot. 0458-200-7621-A 59 français Engager la tronçonneuse, à l'horizontale, dans la coupe d'abattage et la faire pivoter le plus loin possible. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la charnière. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la patte de retenue. Passer du côté opposé du tronc. Appliquer la griffe au niveau de la coupe d'abattage en arrière de la charnière et l'utili- ser comme pivot. Engager la tronçonneuse, à l'horizontale, dans la coupe d'abattage et la faire pivoter le plus loin possible. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la charnière. Exécuter la coupe d'abattage en direction de la patte de retenue. Lancer un avertissement. En agissant depuis l'extérieur, avec les bras tendus, couper la patte de retenue en exécu- tant une coupe oblique par le haut. L'arbre tombe. 12 Après le travail 12.1 Après le travail Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Laisser la tronçonneuse refroidir. Si la tronçonneuse est mouillée : laisser sécher la tronçonneuse. Nettoyer la tronçonneuse. Nettoyer le filtre à air. Nettoyer le guide-chaîne et la chaîne. Dévisser les écrous du couvercle de pignon. Tourner la vis de tension de 2 tours dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. La chaîne est détendue. Serrer les écrous du couvercle de pignon. Glisser le protège-chaîne par-dessus le guidechaîne de telle sorte qu'il recouvre intégrale- ment le guide-chaîne. 0000-GXX-1261-A0 12 Après le travail Tendeur de chaîne rapide Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Laisser la tronçonneuse refroidir. Si la tronçonneuse est mouillée : laisser sécher la tronçonneuse. Nettoyer la tronçonneuse. Nettoyer le filtre à air. Nettoyer le guide-chaîne et la chaîne. Desserrer l'écrou à ailette. Tourner la roue dentée de tension de 2 tours dans le sens inverse des aiguilles d'une mon- tre. La chaîne est détendue. Serrer l'écrou à ailette. Glisser le protège-chaîne par-dessus le guidechaîne de telle sorte qu'il recouvre intégrale- ment le guide-chaîne. 13 Transport 13.1 Transport de la tronçonneuse Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Glisser le protecteur de chaîne par-dessus le guide-chaîne de telle sorte qu'il recouvre inté- gralement le guide-chaîne. Portage de la tronçonneuse Porter la tronçonneuse de la main droite, par la poignée tubulaire, de telle sorte que le guide-chaîne soit orienté vers l'arrière. Transport de la tronçonneuse dans un véhicule Assurer la tronçonneuse de telle sorte que la tronçonneuse ne puisse pas se renverser ou se déplacer. 14 Rangement 14.1 Rangement de la tronçonneuse Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Glisser le protecteur de chaîne par-dessus le guide-chaîne de telle sorte qu'il recouvre inté- gralement le guide-chaîne. Ranger la tronçonneuse de telle sorte que les conditions suivantes soient remplies : La tronçonneuse se trouve hors de portée des enfants. La tronçonneuse est propre et sèche. 60 0458-200-7621-A 15 Nettoyage Si l'on range la tronçonneuse pour une période de plus de 30 jours : Démonter le guide-chaîne et la chaîne. Ouvrir le bouchon du réservoir à carburant. Vider le réservoir à carburant. Fermer le bouchon du réservoir à carburant. Si la machine possède une pompe d'amor- çage manuelle : appuyer au moins 5 fois sur le soufflet de la pompe d'amorçage manuelle. Mettre le moteur en route et laisser le moteur tourner au ralenti jusqu'à ce qu'il s'arrête. 15 Nettoyage 15.1 Nettoyage de la tronçonneuse Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Laisser la tronçonneuse refroidir. Nettoyer la tronçonneuse avec un chiffon humide ou un produit STIHL dissolvant la résine. Nettoyer les fentes d'aération avec un pin- ceau. français 15.2 Nettoyage du guide-chaîne et de la chaîne Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Démonter le guide-chaîne et la chaîne. 1 3 0000097431_001 2 3 Nettoyer l'orifice d'entrée d'huile (1), le canal de sortie d'huile (2) et la rainure (3) en utilisant un pinceau, une brosse douce ou un produit STIHL dissolvant la résine. Nettoyer la chaîne à l'aide d'un pinceau, d'une brosse douce ou d'un produit STIHL dissolvant la résine. Monter le guide-chaîne et la chaîne. 15.3 Nettoyage du filtre à air Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. 1 1 1 2 Tourner les verrous du capot (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'on puisse enlever le capot (2). Enlever le capot (2). Démonter le couvercle de pignon. Nettoyer les ailettes du cylindre et la face intérieure du capot à l'aide d'un pinceau, d'un chiffon humide ou du produit STIHL dissolvant la résine. Nettoyer la zone située autour du pignon avec un chiffon humide ou avec un produit STIHL dissolvant la résine. Monter le capot (2). Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre et les serrer ferme- ment. Le capot (2) est fermé. Monter le couvercle de pignon. 0458-200-7621-A 0000097430_001 1 1 1 2 Tourner les verrous du capot (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'on puisse enlever le capot (2). Enlever le capot (2). 5 6 4 3 Tirer l'ergot d'encliquetage (3) vers l'avant et enlever le filtre à air (4). Enlever la plaque de filtre (5) du cadre de fil- tre (6). Battre la plaque de filtre (5). 61 0000097432_001 0000097430_001 français Si le filtre à air (4) est endommagé : remplacer le filtre à air (4). Souffler de l'air comprimé sur le côté propre de la plaque de filtre (5) et du cadre de fil- tre (6). 5 7 6 4 3 Mettre la plaque de filtre (5) dans le cadre de filtre (6). Accrocher le crochet (7) et mettre le filtre à air (4) en place de telle sorte que l'ergot d'en- cliquetage (3) s'encliquette avec un déclic audible. Monter le capot (2). Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre et les serrer ferme- ment. Le capot (2) est fermé. 15.4 Nettoyage de la bougie Arrêter le moteur et enclencher le frein de chaîne. Laisser la tronçonneuse refroidir. 1 3 21 1 0000097434_001 Tourner les verrous du capot (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'on puisse enlever le capot (2). Enlever le capot (2). Débrancher le contact de câble d'allumage (3) de la bougie. Si le voisinage de la bougie est encrassé : net- toyer la zone située autour de la bougie avec un chiffon. Dévisser la bougie. Nettoyer la bougie avec un chiffon. Si la bougie est corrodée : remplacer la bou- gie. 0000097433_001 0000097435_001 16 Maintenance 3 Visser la bougie et la serrer fermement. Emboîter fermement le contact de câble d'allu- mage (3) sur la bougie. Monter le capot (2). Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre et les serrer ferme- ment. Le capot (2) est fermé. 16 Maintenance 16.1 Intervalles de maintenance Les intervalles de maintenance dépendent des conditions ambiantes et des conditions de travail. STIHL recommande les intervalles de mainte- nance suivants : Frein de chaîne Faire entretenir le frein de chaîne par un revendeur spécialisé STIHL, aux intervalles suivants : Utilisation à plein temps : tous les trois mois Utilisation à temps partiel : tous les six mois Utilisation occasionnelle : une fois par an Toutes les 100 heures de fonctionnement Remplacer la bougie. Une fois par semaine Contrôler le pignon. Contrôler et ébavurer le guide-chaîne. Contrôler et affûter la chaîne. Une fois par mois Faire nettoyer le réservoir à huile par un revendeur spécialisé STIHL. Faire nettoyer le réservoir à carburant par un revendeur spécialisé STIHL. Faire nettoyer la crépine d'aspiration du réser- voir à carburant par un revendeur spécialisé STIHL. Une fois par an Faire remplacer la crépine d'aspiration du réservoir à carburant par un revendeur spécia- lisé STIHL. 62 0458-200-7621-A 17 Réparation français 16.2 Ébavurage du guide-chaîne Une bavure peut se former sur le bord extérieur du guide-chaîne. Éliminer la bavure à l'aide d'une lime plate ou de l'outil STIHL pour rectification des guidechaînes. Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 16.3 Affûtage de la chaîne Limer chaque dent de coupe avec une lime ronde, de telle sorte que les conditions suivan- tes soient remplies : La lime ronde convient pour le pas de la chaîne. La lime ronde est menée de l'intérieur vers l'extérieur. La lime ronde est menée à angle droit par rapport au guide-chaîne. L'angle d'affûtage de 30° est respecté. Pour affûter correctement la chaîne, il faut être bien entraîné. Des limes STIHL, des outils d'affûtage STIHL, des affûteuses STIHL et la brochure « Affûtage des chaînes STIHL » facilitent l'affûtage correct de la chaîne. La brochure est mise à disposition à l'adresse suivante www.stihl.com/sharpeningbrochure. 0000-GXX-1219-A0 0000-GXX-1220-A1 STIHL recommande de faire affûter les chaînes par un revendeur spécialisé STIHL. AVERTISSEMENT Les dents de coupe de la chaîne sont acé- rées. L'utilisateur risque de se couper. Porter des gants de travail en matière résis- tante. Limer les limiteurs de profondeur avec une lime plate, de telle sorte qu'ils affleurent avec le gabarit d'affûtage STIHL et soient parallèles au repère d'usure. Le gabarit d'affûtage STIHL doit convenir pour le pas de la chaîne. Au moindre doute : consulter un revendeur spécialisé STIHL. 17 Réparation 17.1 Réparation de la tronçonneuse, du guide-chaîne et de la chaîne 18 Dépannage L'utilisateur ne peut pas réparer lui-même la tronçonneuse, le guide-chaîne, ni la chaîne. Si la tronçonneuse, le guide-chaîne ou la chaîne est endommagé : ne pas utiliser la tronçonneuse, le guide-chaîne ou la chaîne, mais consulter un revendeur spécialisé STIHL. 18.1 Élimination des dérangements de la tronçonneuse La plupart des dérangements ont les mêmes causes. Effectuer les opérations suivantes : Nettoyer le filtre à air. Nettoyer ou remplacer la bougie. Régler le ralenti. Si le dérangement persiste : effectuer les opérations indiquées sur le tableau suivant. Défaut Il n'est pas possible de mettre le moteur en marche. Cause Remède Le réservoir à carbu- Composer le mélange et faire le plein de la tronçon- rant ne contient pas neuse. suffisamment de car- burant. Le moteur est noyé. Ventiler la chambre de combustion. 0458-200-7621-A 63 français 18 Dépannage Défaut Cause Remède Le carburateur est trop chaud. Laisser la tronçonneuse refroidir. Si la machine possède une pompe d'amorçage manuelle : appuyer au moins 10 fois sur la pompe d'amorçage manuelle avant de lancer le moteur. Le carburateur est givré. Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C. Le moteur ne tourne Le carburateur est pas rond au ralenti. givré. Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C. Le moteur cale au ralenti. Le carburateur est givré. Faire réchauffer la tronçonneuse jusqu'à +10 °C. Le moteur accélère La chaîne est trop mal. fortement tendue. Tendre correctement la chaîne. La chaîne ne se met pas en mouvement lorsqu'on accélère. Le frein de chaîne est Desserrer le frein de chaîne. engagé. La chaîne est trop fortement tendue. Tendre correctement la chaîne. Le pignon de renvoi Nettoyer le pignon de renvoi du guide-chaîne avec le du guide-chaîne est produit STIHL dissolvant la résine. bloqué. Le moteur n'atteint pas la puissance maximale. Le silencieux est encrassé. Consulter un revendeur spécialisé STIHL. Au cours du travail, La chaîne n'est pas Affûter correctement la chaîne. on constate un déga- correctement affûtée. gement de fumée ou une odeur de brûlé. Il n'y a pas suffisam- ment d'huile de Refaire le plein d'huile adhésive pour chaînes. chaîne adhésive dans le réservoir à huile. La chaîne est trop fortement tendue. Tendre correctement la chaîne. L'utilisateur n'utilise Se faire expliquer comment utiliser correctement la pas correctement la machine et s'entraîner. tronçonneuse. 18.2 Réglage du ralenti ralenti LA de 1/2 tour dans le sens des aiguil- les d'une montre et relancer le moteur. Tourner la vis de butée de réglage de régime de ralenti LA dans le sens des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce que la chaîne commence à être entraînée. Tourner la vis de butée de réglage de régime de ralenti LA de 1 tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. 0000097436_001 Si le moteur cale au ralenti Mettre le moteur en marche et desserrer le frein de chaîne. Faire chauffer le moteur pendant env. 1 minute en donnant quelques coups d'accélé- rateur. Si le moteur cale encore au ralenti : tourner la vis de butée de réglage de régime de Si la chaîne est continuellement entraînée au ralenti Mettre le moteur en marche et desserrer le frein de chaîne. Faire chauffer le moteur pendant env. 1 minute en donnant quelques coups d'accélé- rateur. Tourner la vis de butée de réglage de régime de ralenti LA dans le sens inverse des aiguil- les d'une montre, jusqu'à ce que la chaîne s'arrête. 64 0458-200-7621-A 19 Caractéristiques techniques Tourner la vis de butée de réglage de régime de ralenti LA de 1 tour dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. 18.3 Ventilation de la chambre de combustion Engager le frein de chaîne. 1 3 21 1 Tourner les verrous du capot (1) dans le sens inverse des aiguilles d'une montre, jusqu'à ce qu'on puisse enlever le capot (2). Enlever le capot (2). Débrancher le contact de câble d'allumage (3) de la bougie. Dévisser la bougie. Sécher la bougie. AVERTISSEMENT Lorsqu'on tire sur la poignée de lancement alors que le contact de câble d'allumage est débranché de la bougie, des étincelles peu- vent jaillir à l'extérieur du moteur. Dans un environnement contenant des matières facile- ment inflammables ou explosives, les étincel- les risquent de causer des incendies et des explosions. Cela peut causer des dégâts matériels et des personnes risquent de subir des blessures graves, voire mortelles. Placer le levier de commande universel dans la position et le maintenir dans cette position avant de tirer sur la poignée de lancement. Placer le levier de commande universel dans la position et le maintenir dans cette position. Tirer à plusieurs reprises sur la poignée de lancement et la guider à la main au retour. La chambre de combustion est ainsi ventilée. Visser la bougie et la serrer fermement. 0000097434_001 0000097435_001 français 3 Emboîter fermement le contact de câble d'allu- mage (3) sur la bougie. Monter le capot (2). Tourner les verrous du capot (1) dans le sens des aiguilles d'une montre et les serrer ferme- ment. Le capot (2) est fermé. 19 Caractéristiques techni- ques 19.1 Tronçonneuse STIHL MS 162, MS 172 MS 162 Cylindrée : 30,1 cm³ Puissance suivant ISO 7293 : 1,3 kW (1,8 ch) Régime de ralenti suivant ISO 11681 : 3000 ± 50 tr/min Bougies autorisées : NGK CMR6H de STIHL, STIHL ZK C 10 Écartement des électrodes de la bougie : 0,5 mm Poids avec réservoir à carburant vide, réser- voir à huile vide, sans guide-chaîne et sans chaîne : 4,5 kg Capacité maximale du réservoir à carburant : 396 cm³ (0,396 l) Capacité maximale du réservoir à huile : 280 cm³ (0,28 l) MS 162 (seulement UE) Cylindrée : 30,1 cm³ Puissance suivant ISO 7293 : 1,2 kW (1,6 ch) Régime de ralenti suivant ISO 11681 : 3000 ± 50 tr/min Bougies autorisées : NGK CMR6H de STIHL, STIHL ZK C 10 Écartement des électrodes de la bougie : 0,5 mm Poids avec réservoir à carburant vide, réser- voir à huile vide, sans guide-chaîne et sans chaîne MS 162 : 4,5 kg MS 162 C : 4,8 kg 0458-200-7621-A 65 français Capacité maximale du réservoir à carburant : 396 cm³ (0,396 l) Capacité maximale du réservoir à huile : 280 cm³ (0,28 l) MS 172 Cylindrée : 31,8 cm³ Puissance suivant ISO 7293 : 1,5 kW (2,0 ch) Régime de ralenti suivant ISO 11681 : 3000 ± 50 tr/min Bougies autorisées : NGK CMR6H de STIHL, STIHL ZK C 10 Écartement des électrodes de la bougie : 0,5 mm Poids avec réservoir à carburant vide, réser- voir à huile vide, sans guide-chaîne et sans chaîne MS 172 : 4,5 kg MS 172 C : 4,8 kg Capacité maximale du réservoir à carburant : 396 cm³ (0,396 l) Capacité maximale du réservoir à huile : 280 cm³ (0,28 l) MS 172 (seulement UE) Cylindrée : 31,8 cm³ Puissance suivant ISO 7293 : 1,4 kW (1,9 ch) Régime de ralenti suivant ISO 11681 : 3000 ± 50 tr/min Bougies autorisées : NGK CMR6H de STIHL, STIHL ZK C 10 Écartement des électrodes de la bougie : 0,5 mm Poids avec réservoir à carburant vide, réser- voir à huile vide, sans guide-chaîne et sans chaîne MS 172 : 4,5 kg MS 172 C : 4,8 kg Capacité maximale du réservoir à carburant : 396 cm³ (0,396 l) Capacité maximale du réservoir à huile : 280 cm³ (0,28 l) 19.2 Pignons et vitesses de chaîne Les pignons suivants peuvent être utilisés : à 6 dents pour 3/8" P Vitesse maximale de la chaîne suivant ISO 11681 : 24,8 m/s Vitesse de la chaîne à la puissance maxi- male : 18,6 m/s à 8 dents pour 1/4" Vitesse maximale de la chaîne suivant ISO 11681 : 23,6 m/s 19 Caractéristiques techniques Vitesse de la chaîne à la puissance maxi- male : 16,9 m/s 19.3 Profondeur de rainure minimale des guide-chaînes La profondeur de rainure minimale dépend du pas du guide-chaîne. 3/8" P : 5 mm 19.4 Niveaux sonores et taux de vibrations MS 162 Niveau de pression sonore Lpeq suivant ISO 22868 : 100 dB(A). La valeur K pour le niveau de pression sonore est de 2 dB(A). Niveau de puissance acoustique Lw suivant ISO 22868 : 110 dB(A). La valeur K pour le niveau de puissance acoustique est de 2 dB(A). Taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : À la poignée tubulaire : 3,7 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,7 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². MS 162 (seulement UE) Niveau de pression sonore Lpeq suivant ISO 22868 : 100 dB(A). La valeur K pour le niveau de pression sonore est de 2 dB(A). Niveau de puissance acoustique Lw suivant ISO 22868 : 113 dB(A). La valeur K pour le niveau de puissance acoustique est de 2 dB(A). MS 162, taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : À la poignée tubulaire : 3,2 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,0 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². MS 162 C, taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : À la poignée tubulaire : 3,6 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,0 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². 66 0458-200-7621-A 19 Caractéristiques techniques MS 172 Niveau de pression sonore Lpeq suivant ISO 22868 : 100 dB(A). La valeur K pour le niveau de pression sonore est de 2 dB(A). Niveau de puissance acoustique Lw suivant ISO 22868 : 110 dB(A). La valeur K pour le niveau de puissance acoustique est de 2 dB(A). MS 172, taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : À la poignée tubulaire : 3,0 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,4 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². MS 172 C, taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : À la poignée tubulaire : 3,0 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,4 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². MS 172 (seulement UE) Niveau de pression sonore Lpeq suivant ISO 22868 : 101 dB(A). La valeur K pour le niveau de pression sonore est de 2 dB(A). Niveau de puissance acoustique Lw suivant ISO 22868 : 114 dB(A). La valeur K pour le niveau de puissance acoustique est de 2 dB(A). MS 172, taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : À la poignée tubulaire : 3,5 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,2 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². MS 172 C, taux de vibrations ahv, eq suivant ISO 22867 : français À la poignée tubulaire : 3,2 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². À la poignée de commande : 3,2 m/s². La valeur K pour le taux de vibrations est de 2 m/s². Pour obtenir des informations sur le respect de la directive « Vibrations 2002/44/CE » concernant les employeurs, voir www.stihl.com/vib. 19.5 REACH REACH (enRegistrement, Evaluation et Autorisa- tion des substances CHimiques) est le nom d'un règlement CE qui couvre le contrôle de la fabri- cation, de l'importation, de la mise sur le marché et de l'utilisation des substances chimiques. Pour obtenir de plus amples informations sur le respect du règlement REACH, voir www.stihl.com/reach. 19.6 Valeur d'émissions de gaz d'échappement La teneur en CO2 mesurée au cours de la procé- dure de réception par type UE est indiquée à l'adresse Internet www.stihl.com/co2 dans les caractéristiques techniques spécifiques au pro- duit. La teneur en CO2 mesurée a été enregistrée sur un moteur représentatif, au cours d'une procé- dure de contrôle normalisée réalisée dans des conditions de laboratoire. Elle ne fournit pas de garantie explicite ou implicite sur la puissance d'un moteur déterminé. Cette machine satisfait aux exigences en vigueur concernant les émissions de gaz d'échappe- ment, à condition qu'elle soit utilisée et entrete- nue conformément à la destination prévue déc- rite dans le présent manuel d'utilisation. Toute modification apportée au moteur entraîne l'expi- ration de l'autorisation d'exploitation de la machine. 0458-200-7621-A 67 français 20 Combinaisons de guide-chaînes et de chaînes de tronçonneuse 20 Combinaisons de guide-chaînes et de chaînes de tronçon- neuse 20.1 Tronçonneuse STIHL MS 162, MS 172 MS 162 Pas Jauge (épais- Long- Guide-chaîne Nombre de Nombre de Chaîne seur de mail- ueur dents du pig- maillons d'en- lon d'entraîn- non de renvoi traînement ement/ largeur de rainure) Light 7 Rolloma- 30 cm tic E Mini / 44 Light 01 7 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Light - 3/8" P 1,1 mm Rolloma- 35 cm tic E Mini / Light 01 7 61 PMM3 (Type 3610) 50 Rollomatic E Mini Light / Light P01 7 Light - 40 cm Rolloma- tic E Mini / 7 55 Light 01 1/4" 1,3 mm 30 cm Carving - 64 13 RMS (Type 3661) La longueur de coupe d'un guide-chaîne dépend de la tronçonneuse et de la chaîne utilisées. La long- ueur de coupe réelle d'un guide-chaîne peut être inférieure à la longueur indiquée. MS 172 Pas 3/8" P Jauge (épais- Long- seur de mail- ueur lon d'entraîn- ement/ largeur de rainure) 30 cm 1,1 mm 35 cm 40 cm Guide-chaîne Nombre de Nombre de Chaîne dents du pig- maillons d'en- non de renvoi traînement Rolloma- tic E Mini / Light 01 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Rolloma- tic E Mini / 7 Light 01 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Rolloma- tic E Mini / Light 01 44 61 PMM3 50 (Type 3610) 55 68 0458-200-7621-A 21 Pièces de rechange et accessoires français Pas Jauge (épais- Long- Guide-chaîne Nombre de Nombre de Chaîne seur de mail- ueur dents du pig- maillons d'en- lon d'entraîn- non de renvoi traînement ement/ largeur de rainure) Rollomatic E / Light 04 30 cm Rolloma- 44 tic E Light / Light P04 Rollomatic E / Light 04 1,3 mm 35 cm Rolloma- 9 tic E Light / Light P04 63 PM (Type 36 50 13) 63 PM3 (Type 3 636) Rollomatic E / Light 04 40 cm Rolloma- 55 tic E Light / Light P04 1/4" 1,3 mm 30 cm Carving - 64 13 RMS (Type 3661) La longueur de coupe d'un guide-chaîne dépend de la tronçonneuse et de la chaîne utilisées. La long- ueur de coupe réelle d'un guide-chaîne peut être inférieure à la longueur indiquée. 21 Pièces de rechange et accessoires 21.1 Pièces de rechange et acces- soires Ces symboles identifient les pièces de rechange d'origine STIHL et les acces- soires d'origine STIHL. STIHL recommande d'utiliser des pièces de rechange d'origine STIHL et des accessoires d'origine STIHL. Bien que STIHL observe continuellement les marchés, ses services ne peuvent pas évaluer la fiabilité, la sécurité, ni les aptitudes de pièces de rechange et d'accessoires d'autres fabricants et c'est pourquoi STIHL se dégage de toute res- ponsabilité quant à leur utilisation. Pour obtenir des pièces de rechange d'origine STIHL et des accessoires d'origine STIHL, s'adresser à un revendeur spécialisé STIHL. publics locaux ou un revendeur spécialisé STIHL. Si l'on ne respecte pas la réglementation pour la mise au rebut, cela risque de nuire à la santé et à l'environnement. Remettre les produits STIHL, y compris l'em- ballage, à une station de collecte et de recy- clage, conformément aux prescriptions loca- les. Ne pas les jeter avec les ordures ménagères. 23 Déclaration de conformité UE 23.1 Tronçonneuse STIHL MS 162, MS 172 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Allemagne 22 Mise au rebut 22.1 Mise au rebut de la tronçon- neuse Pour obtenir de plus amples informations concer- nant la mise au rebut, consulter les services déclare, sous sa seule responsabilité, que le pro- duit suivant : Genre de produit : tronçonneuse Marque de fabrique : STIHL Type : MS 162, numéro d'identification de série : 1148 Cylindrée : 30,1 cm³ 0458-200-7621-A 69 français Type : MS 172, numéro d'identification de série : 1148 Cylindrée : 31,8 cm³ est conforme à toutes les prescriptions applica- bles des directives 2011/65/UE, 2006/42/CE, 2014/30/UE et 2000/14/CE et a été développé et fabriqué conformément à la version des normes suivantes respectivement valable à la date de fabrication : EN ISO 116811, EN 55012 et EN 6100061. L'examen CE de type conformément à la direc- tive 2006/42/CE Art. 12.3 (b) a été effectué par l'office de contrôle : DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungsstelle für Land- und Forsttechnik GbR (NB 0363), Spremberger Straße 1, 64823 GroßUmstadt, Deutschland. Numéro de certification : MS 162 : K-EG-2019/9432 MS 172 : K-EG-2019/9434 Le calcul du niveau de puissance acoustique mesuré et du niveau de puissance acoustique garanti a été effectué suivant une procédure conforme à la directive 2000/14/CE, annexe V, et appliquant la norme ISO 9207. MS 162 Niveau de puissance acoustique mesuré : 113 dB(A) Niveau de puissance acoustique garanti : 115 dB(A) MS 172 Niveau de puissance acoustique mesuré : 114 dB(A) Niveau de puissance acoustique garanti : 116 dB(A) Conservation des documents techniques : ANDREAS STIHL AG & Co. KG Produktzulas- sung. L'année de fabrication et le numéro de machine sont indiqués sur la tronçonneuse. Waiblingen, le 01/08/2022 ANDREAS STIHL AG & Co. KG P.O. Robert Olma, Vice President, Regulatory Affairs & Global Governmental Relations 24 Déclaration de conformité UKCA 24 Déclaration de conformité UKCA 24.1 Tronçonneuse STIHL MS 162, MS 172 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Allemagne déclare, sous sa seule responsabilité, que le pro- duit suivant : Genre de produit : tronçonneuse Marque de fabrique : STIHL Type : MS 162, numéro d'identification de série : 1148 Cylindrée : 30,1 cm³ Type : MS 172, numéro d'identification de série : 1148 Cylindrée : 31,8 cm³ est conforme à toutes les prescriptions applica- bles des règlements UK The Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in Electri- cal and Electronic Equipment Regulations 2012, Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008, Electromagnetic Compatibility Regulations 2016 et Noise Emission in the Environment by Equip- ment for use Outdoors Regulations 2001, et a été développé et fabriqué conformément à la version des normes suivantes respectivement valable à la date de fabrication : EN ISO 11681-1, EN 55012 et EN 61000-6-1. L'examen de type a été effectué par : Intertek Testing & Certification Ltd, Academy Place, 1 9 Brook Street, Brentwood Essex, CM14 5NQ, United Kingdom. Numéro de certification : MS 162 : ITS UK MCR 27 MS 172 : ITS UK MCR 28 Le calcul du niveau de puissance acoustique mesuré et du niveau de puissance acoustique garanti a été effectué suivant une procédure conforme au règlement UK Noise Emission in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001, annexe 8, et appliquant la norme ISO 9207. MS 162 Niveau de puissance acoustique mesuré : 113 dB(A) 70 0458-200-7621-A Original-Gebrauchsanleitung 0000009217_007_D Niveau de puissance acoustique garanti : 115 dB(A) MS 172 Niveau de puissance acoustique mesuré : 114 dB(A) Niveau de puissance acoustique garanti : 116 dB(A) Les documents techniques sont conservés par ANDREAS STIHL AG & Co. KG. L'année de fabrication et le numéro de machine sont indiqués sur la tronçonneuse. Waiblingen, le 01/08/2022 ANDREAS STIHL AG & Co. KG P.O. Robert Olma, Vice President, Regulatory Affairs & Global Governmental Relations deutsch es freut uns, dass Sie sich für STIHL entschie- den haben. Wir entwickeln und fertigen unsere Produkte in Spitzenqualität entsprechend der Bedürfnisse unserer Kunden. So entstehen Pro- dukte mit hoher Zuverlässigkeit auch bei extre- mer Beanspruchung. STIHL steht auch für Spitzenqualität beim Ser- vice. Unser Fachhandel gewährleistet kompe- tente Beratung und Einweisung sowie eine umfassende technische Betreuung. STIHL bekennt sich ausdrücklich zu einem nach- haltigen und verantwortungsvollen Umgang mit der Natur. Diese Gebrauchsanleitung soll Sie unterstützen, Ihr STIHL Produkt über eine lange Lebensdauer sicher und umweltfreundlich einzu- setzen. Wir danken Ihnen für Ihr Vertrauen und wün- schen Ihnen viel Freude mit Ihrem STIHL Pro- dukt. Gedruckt auf chlorfrei gebleichtem Papier. Papier ist recycelbar. Inhaltsverzeichnis 1 Vorwort......................................................71 2 Informationen zu dieser Gebrauchsanlei- tung........................................................... 71 3 Übersicht...................................................72 4 Sicherheitshinweise.................................. 73 5 Motorsäge einsatzbereit machen..............81 6 Motorsäge zusammenbauen.................... 81 7 Kettenbremse einlegen und lösen............ 85 8 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken .................................................................. 85 9 Motor starten und abstellen...................... 86 10 Motorsäge prüfen......................................88 11 Mit der Motorsäge arbeiten....................... 90 12 Nach dem Arbeiten................................... 94 13 Transportieren...........................................94 14 Aufbewahren.............................................94 15 Reinigen....................................................95 16 Warten...................................................... 96 17 Reparieren................................................ 97 18 Störungen beheben.................................. 97 19 Technische Daten..................................... 99 20 Kombinationen der Führungsschienen und Sägeketten.............................................. 101 21 Ersatzteile und Zubehör..........................102 22 Entsorgen................................................102 23 EU-Konformitätserklärung.......................102 24 UKCA-Konformitätserklärung..................103 1 Vorwort Liebe Kundin, lieber Kunde, 0458-200-7621-A Dr. Nikolas Stihl WICHTIG! VOR GEBRAUCH LESEN UND AUF- BEWAHREN. 2 Informationen zu dieser Gebrauchsanleitung 2.1 Kennzeichnung der Warnhin- weise im Text WARNUNG Der Hinweis weist auf Gefahren hin, die zu schweren Verletzungen oder zum Tod führen können. Die genannten Maßnahmen können schwere Verletzungen oder Tod vermeiden. HINWEIS Der Hinweis weist auf Gefahren hin, die zu Sachschaden führen können. Die genannten Maßnahmen können Sach- schaden vermeiden. 2.2 Symbole im Text Dieses Symbol verweist auf ein Kapitel in dieser Gebrauchsanleitung. 71 © ANDREAS STIHL AG & Co. KG 2023 0458-200-7621-A. VA0.B23. deutsch 3 Übersicht 3.1 Motorsäge 1 2 3 # 9 4 8 5 7 10 11 6 15 12 14 16 13 17 18 27 19 26 20 25 21 24 23 22 0000097413_002 1 Vergasereinstellschraube Die Vergasereinstellschraube dient zum Ein- stellen des Vergasers. 2 Vorderer Handschutz Der vordere Handschutz schützt die linke Hand vor Kontakt mit der Sägekette, dient zum Einlegen der Kettenbremse und löst bei einem Rückschlag die Kettenbremse automa- tisch aus. 3 Schalldämpfer Der Schalldämpfer vermindert die Schallemis- sion der Motorsäge. 4 Krallenanschlag Der Krallenanschlag stützt während der Arbeit die Motorsäge am Holz ab. 5 Führungsschiene Die Führungsschiene führt die Sägekette. 6 Sägekette Die Sägekette schneidet das Holz. 7 Spannschraube Die Spannschraube dient zum Einstellen der Kettenspannung. 3 Übersicht 8 Kettenrad Das Kettenrad treibt die Sägekette an. 9 Kettenraddeckel Der Kettenraddeckel deckt das Kettenrad ab und befestigt die Führungsschiene an der Motorsäge. 10 Mutter Die Mutter befestigt den Kettenraddeckel an der Motorsäge. 11 Kettenfänger Der Kettenfänger fängt eine abgeworfene oder gerissene Sägekette auf. 12 Kettenschutz Der Kettenschutz schützt vor Kontakt mit der Sägekette. 13 Zündkerze Die Zündkerze entzündet das Kraftstoff-LuftGemisch im Motor. 14 Haubenverschluss Der Haubenverschluss befestigt die Haube an der Motorsäge. 15 Haube Die Haube deckt den Motor ab. 16 Fällleiste Mit der Fällleiste kann die Fällrichtung kon- trolliert werden. 17 Zündkerzenstecker Der Zündkerzenstecker verbindet die Zündlei- tung mit der Zündkerze. 18 Luftfilter Der Luftfilter filtert die vom Motor angesaugte Luft. 19 Kombihebel Der Kombihebel dient zum Einstellen für das Starten, zum Betrieb und zum Abstellen des Motors. 20 Gashebelsperre Die Gashebelsperre dient zum Entsperren des Gashebels. 21 Bedienungsgriff Der Bedienungsgriff dient zum Bedienen, Hal- ten und Führen der Motorsäge. 22 Hinterer Handschutz Der hintere Handschutz schützt die rechte Hand vor Kontakt mit einer abgeworfenen oder gerissenen Sägekette. 23 Gashebel Der Gashebel dient zum Beschleunigen des Motors. 72 0458-200-7621-A 4 Sicherheitshinweise 24 Kraftstofftank-Verschluss Der Kraftstofftank-Verschluss verschließt den Kraftstofftank. 25 Anwerfgriff Der Anwerfgriff dient zum Starten des Motors. 26 Öltank-Verschluss Der Öltank-Verschluss verschließt den Öltank. 27 Griffrohr Das Griffrohr dient zum Halten, Führen und Tragen der Motorsäge. # Maschinennummer 3.2 Ausstattungsmerkmale Die Motorsäge kann marktabhängig folgende Ausstattungsmerkmale haben: A B 1 2 1 0000097414_001 3 Kraftstoffhandpumpe (A) 1 Kraftstoffhandpumpe Die Kraftstoffhandpumpe erleichtert das Star- ten des Motors. Kettenschnellspannung (B) 1 Spannscheibe Die Spannscheibe verschiebt die Führungs- schiene und spannt und entspannt dadurch die Sägekette. 2 Spannrad Das Spannrad ermöglicht die Einstellung der Kettenspannung. 3 Flügelmutter Die Flügelmutter befestigt den Kettenradde- ckel an der Motorsäge. 3.3 Symbole Die Symbole können auf der Motorsäge sein und bedeuten Folgendes: Dieses Symbol kennzeichnet den Kraftstofftank. Dieses Symbol kennzeichnet den Öltank für Sägeketten-Haftöl. deutsch In diese Richtung wird die Ketten- bremse eingelegt oder gelöst. Dieses Symbol gibt die Laufrichtung der Sägekette an. Drehrichtung um die Sägekette zu span- nen Dieses Symbol kennzeichnet die Kraftstoff- handpumpe. In diese Richtung wird der Kombihebel gestellt, um den Motor abzustellen. In diese Position wird der Kombihebel gestellt, um den Motor abzustellen. In dieser Position des Kombihebels wird der Motor betrieben. In dieser Position des Kombihebels wird der Motor gestartet. In dieser Position des Kombihebels wird der Motor auf das Starten vorbereitet. LWA Garantierter Schallleistungspegel nach Richtlinie 2000/14/EG in dB(A) um Schallemissionen von Produkten ver- gleichbar zu machen. 4 Sicherheitshinweise 4.1 Warnsymbole Die Warnsymbole auf der Motorsäge bedeuten Folgendes: Sicherheitshinweise und deren Maß- nahmen beachten. Gebrauchsanleitung lesen, verstehen und aufbewahren. Schutzbrille, Gehörschutz und Schutz- helm tragen. Sicherheitshinweise zum Rückschlag und deren Maßnahmen beachten. 4.2 Bestimmungsgemäße Verwen- dung Die Motorsägen STIHL MS 162 und STIHL MS 172 dienen zum Sägen von Holz und zum Entasten und Fällen von Bäumen. WARNUNG Falls die Motorsäge nicht bestimmungsgemäß verwendet wird, können Personen schwer ver- letzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. 0458-200-7621-A 73 deutsch Motorsäge so verwenden, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. 4.3 Anforderungen an den Benut- zer WARNUNG Benutzer ohne eine Unterweisung können die Gefahren der Motorsäge nicht erkennen oder nicht einschätzen. Der Benutzer oder andere Personen können schwer verletzt oder getötet werden. Gebrauchsanleitung lesen, verste- hen und aufbewahren. Falls die Motorsäge an eine andere Person weitergegeben wird: Gebrauchsanleitung mitgeben. Sicherstellen, dass der Benutzer folgende Anforderungen erfüllt: Der Benutzer ist ausgeruht. Der Benutzer ist körperlich, sensorisch und geistig fähig, die Motorsäge zu bedienen und damit zu arbeiten. Falls der Benutzer körperlich, sensorisch oder geistig eingeschränkt dazu fähig ist, darf der Benutzer nur unter Aufsicht oder nach Anweisung durch eine ver- antwortliche Person damit arbeiten. Der Benutzer kann die Gefahren der Motorsäge erkennen und einschätzen. Der Benutzer ist volljährig oder der Benutzer wird entsprechend nationaler Regelungen unter Aufsicht in einem Beruf ausgebildet. Der Benutzer hat eine Unterweisung von einem STIHL Fachhändler oder einer fachkundigen Person erhalten, bevor er das erste Mal mit der Motor- säge arbeitet. Der Benutzer ist nicht durch Alkohol, Medikamente oder Drogen beeinträch- tigt. Falls der Benutzer zum ersten Mal mit einer Motorsäge arbeitet: Sägen von Rundholz auf einem Sägebock oder einem Gestell üben. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Die Zündanlage der Motorsäge erzeugt ein elektromagnetisches Feld. Das elektromagne- tische Feld kann Herzschrittmacher beeinflus- sen. Der Benutzer kann schwer verletzt oder getötet werden. 74 4 Sicherheitshinweise Falls der Benutzer einen Herzschrittmacher trägt: Sicherstellen, dass der Herzschrittma- cher nicht beeinflusst wird. 4.4 Bekleidung und Ausstattung WARNUNG Während der Arbeit können lange Haare in die Motorsäge hineingezogen werden. Der Benut- zer kann schwer verletzt werden. Lange Haare so zusammenbinden und so sichern, dass sie sich oberhalb der Schul- tern befinden. Während der Arbeit können Gegenstände mit hoher Geschwindigkeit hochgeschleudert wer- den. Der Benutzer kann verletzt werden. Eine eng anliegende Schutzbrille tra- gen. Geeignete Schutzbrillen sind nach Norm EN 166 oder nach natio- nalen Vorschriften geprüft und mit der entsprechenden Kennzeichnung im Handel erhältlich. STIHL empfiehlt, einen Gesichtsschutz zu tragen. Ein langärmliges, eng anliegendes Oberteil tragen. Während der Arbeit entsteht Lärm. Lärm kann das Gehör schädigen. Einen Gehörschutz tragen. Herabfallende Gegenstände können zu Kopf- verletzungen führen. Falls während der Arbeit Gegen- stände herabfallen können: Einen Schutzhelm tragen. Während der Arbeit kann Staub aufgewirbelt werden und Dunst entstehen. Eingeatmeter Staub und Dunst kann die Gesundheit schädi- gen und allergische Reaktionen auslösen. Falls Staub aufgewirbelt wird oder Dunst entsteht: Eine Staubschutzmaske tragen. Ungeeignete Bekleidung kann sich in Holz, Gestrüpp und in der Motorsäge verfangen. Benutzer ohne geeignete Bekleidung können schwer verletzt werden. Eng anliegende Bekleidung tragen. Schals und Schmuck ablegen. Während der Arbeit kann der Benutzer in Kon- takt mit der umlaufenden Sägekette kommen. Der Benutzer kann schwer verletzt werden. Eine lange Hose mit Schnittschutz tragen. Während der Arbeit kann sich der Benutzer an Holz schneiden. Während der Reinigung oder Wartung kann der Benutzer in Kontakt mit der 0458-200-7621-A 4 Sicherheitshinweise Sägekette kommen. Der Benutzer kann ver- letzt werden. Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähi- gem Material tragen. Falls der Benutzer ungeeignetes Schuhwerk trägt, kann er ausrutschen. Falls der Benutzer in Kontakt mit der umlaufenden Sägekette kommt, kann er sich schneiden. Der Benutzer kann verletzt werden. Motorsägen-Stiefel mit Schnittschutz tra- gen. 4.5 Arbeitsbereich und Umgebung WARNUNG Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere kön- nen die Gefahren der Motorsäge und hochge- schleuderter Gegenstände nicht erkennen und nicht einschätzen. Unbeteiligte Personen, Kin- der und Tiere können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere aus dem Arbeitsbereich fernhalten. Motorsäge nicht unbeaufsichtigt lassen. Sicherstellen, dass Kinder nicht mit der Motorsäge spielen können. Wenn der Motor läuft, strömen heiße Abgase aus dem Schalldämpfer. Heiße Abgase kön- nen leicht entflammbare Materialien entzün- den und Brände auslösen. Abgasstrahl von leicht entflammbaren Materialien fernhalten. 4.6 Sicherheitsgerechter Zustand 4.6.1 Motorsäge Die Motorsäge ist im sicherheitsgerechten Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Motorsäge ist unbeschädigt. Es tritt kein Kraftstoff aus der Motorsäge aus. Der Kraftstofftank-Verschluss und der Öltank- Verschluss sind verschlossen. Die Motorsäge ist sauber. Der Kettenfänger ist angebaut und unbeschä- digt. Die Kettenbremse funktioniert. Die Bedienungselemente funktionieren und sind unverändert. Die Kettenschmierung funktioniert. Die Einlaufspuren am Kettenrad sind nicht tie- fer als 0,5 mm. Eine in dieser Gebrauchsanleitung angege- bene Kombination aus Führungsschiene und Sägekette ist angebaut. Die Führungsschiene und Sägekette sind rich- tig angebaut. deutsch Die Sägekette ist richtig gespannt. Original STIHL Zubehör für diese Motorsäge ist angebaut. Das Zubehör ist richtig angebaut. WARNUNG In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand können Bauteile nicht mehr richtig funktionie- ren, Sicherheitseinrichtungen außer Kraft gesetzt werden und Kraftstoff austreten. Per- sonen können schwer verletzt oder getötet werden. Mit einer unbeschädigten Motorsäge arbei- ten. Falls Kraftstoff aus der Motorsäge austritt: Nicht mit der Motorsäge arbeiten und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Kraftstofftank-Verschluss und Öltank-Ver- schluss schließen. Falls die Motorsäge verschmutzt ist: Motor- säge reinigen. Mit einem angebauten und unbeschädigten Kettenfänger arbeiten. Motorsäge nicht verändern. Ausnahme: Anbau einer in dieser Gebrauchsanleitung angegebenen Kombination aus Führungs- schiene und Sägekette. Falls die Bedienungselemente nicht funktio- nieren: Nicht mit der Motorsäge arbeiten. Original STIHL Zubehör für diese Motor- säge anbauen. Führungsschiene und Sägekette so anbauen, wie es in dieser Gebrauchsanlei- tung beschrieben ist. Zubehör so anbauen, wie es in dieser Gebrauchsanleitung oder in der Gebrauchsanleitung des Zubehörs beschrieben ist. Gegenstände nicht in die Öffnungen der Motorsäge stecken. Abgenutzte oder beschädigte Hinweisschil- der ersetzen. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 4.6.2 Führungsschiene Die Führungsschiene ist im sicherheitsgerechten Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Führungsschiene ist unbeschädigt. Die Führungsschiene ist nicht verformt. Die Nut ist so tief wie oder tiefer als die Min- destnuttiefe, 19.3. Die Stege der Nut sind gratfrei. Die Nut ist nicht verengt oder gespreizt. 0458-200-7621-A 75 deutsch WARNUNG In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand kann die Führungsschiene die Sägekette nicht mehr richtig führen. Die umlaufende Sägekette kann von der Führungsschiene springen. Per- sonen können schwer verletzt oder getötet werden. Mit einer unbeschädigten Führungsschiene arbeiten. Falls die Tiefe der Nut kleiner als die Min- destnuttiefe ist: Führungsschiene ersetzen. Führungsschiene wöchentlich entgraten. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 4.6.3 Sägekette Die Sägekette ist im sicherheitsgerechten Zustand, falls folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Sägekette ist unbeschädigt. Die Sägekette ist richtig geschärft. Die Verschleißmarkierungen an den Schnei- dezähnen sind sichtbar. WARNUNG In einem nicht sicherheitsgerechten Zustand können Bauteile nicht mehr richtig funktionie- ren und Sicherheitseinrichtungen außer Kraft gesetzt werden. Personen können schwer ver- letzt oder getötet werden. Mit einer unbeschädigten Sägekette arbei- ten. Sägekette richtig schärfen. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 4.7 Kraftstoff und Tanken WARNUNG Der für diese Motorsäge verwendete Kraftstoff besteht aus einem Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl. Kraftstoff und Benzin sind hochentzündlich. Falls Kraftstoff oder Benzin in Kontakt mit offenem Feuer oder heißen Gegenständen kommen, können der Kraftstoff oder das Benzin Brände oder Explosionen auslösen. Personen können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. Kraftstoff und Benzin vor Hitze und Feuer schützen. Kraftstoff und Benzin nicht verschütten. Falls Kraftstoff verschüttet wurde: Kraftstoff mit einem Tuch aufwischen und Motor erst versuchen zu starten, wenn alle Teile der Motorsäge trocken sind. 4 Sicherheitshinweise Nicht rauchen. In der Nähe von Feuer nicht tanken. Vor dem Tanken Motor abstellen und abkühlen lassen. Motor mindestens 3 m vom Ort des Tank- ens entfernt starten. Eingeatmete Kraftstoffdämpfe und Benzin- dämpfe können Personen vergiften. Kraftstoffdämpfe und Benzindämpfe nicht einatmen. An einem gut belüfteten Ort tanken. Während der Arbeit oder in sehr warmer Umgebung erwärmt sich die Motorsäge. Abhängig von der Art des Kraftstoffs, der Höhe, der Umgebungstemperatur und der Temperatur der Motorsäge dehnt sich der Kraftstoff aus und im Kraftstofftank kann Über- druck entstehen. Wenn der Kraftstofftank-Ver- schluss geöffnet wird, kann Kraftstoff heraus- spritzen und sich entzünden. Der Benutzer kann schwer verletzt werden und Sachscha- den kann entstehen. Motorsäge abkühlen lassen bevor der Kraft- stofftank-Verschluss geöffnet wird. Kraftstofftank-Verschluss langsam und nicht in einem Zug öffnen. Kleidung, die in Kontakt mit Kraftstoff oder Benzin kommt, ist leichter entzündlich. Perso- nen können schwer verletzt oder getötet wer- den und Sachschaden kann entstehen. Falls Kleidung in Kontakt mit Kraftstoff oder Benzin kommt: Kleidung wechseln. Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl kön- nen die Umwelt gefährden. Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl nicht verschütten. Kraftstoff, Benzin und Zweitakt-Motoröl vor- schriftsmäßig und umweltfreundlich entsor- gen. Falls Kraftstoff, Benzin oder Zweitakt-Motoröl in Kontakt mit der Haut oder den Augen kom- men, können die Haut oder die Augen gereizt werden. Kontakt mit Kraftstoff, Benzin und ZweitaktMotoröl vermeiden. Falls Kontakt mit der Haut aufgetreten ist: Betroffene Hautstellen mit reichlich Wasser und Seife abwaschen. Falls Kontakt mit den Augen aufgetreten ist: Augen mindestens 15 Minuten mit reichlich Wasser spülen und einen Arzt aufsuchen. Die Zündanlage der Motorsäge erzeugt Fun- ken. Funken können nach außen treten und in leicht brennbarer oder explosiver Umgebung Brände und Explosionen auslösen. Personen 76 0458-200-7621-A 4 Sicherheitshinweise können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. Zündkerzen verwenden, die in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben sind. Zündkerze eindrehen und fest anziehen. Zündkerzenstecker fest aufdrücken. Falls die Motorsäge mit einem Kraftstoff betankt wird, der aus ungeeignetem Benzin oder ungeeignetem Zweitakt-Motoröl gemischt wurde oder der ein falsches Mischungsverhält- nis von Benzin und Zweitakt-Motoröl aufweist, kann die Motorsäge beschädigt werden. Kraftstoff so mischen, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. Wird Kraftstoff längere Zeit gelagert, kann sich das Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl entmischen oder altern. Falls die Motorsäge mit entmischtem oder altem Kraftstoff betankt wird, kann die Motorsäge beschädigt werden. Bevor die Motorsäge betankt wird: Kraftstoff durchmischen. Gemisch aus Benzin und Zweitakt-Motoröl verwenden, das nicht älter als 30 Tage (STIHL MotoMix: 5 Jahre) ist. 4.8 Arbeiten 4.8.1 Sägen WARNUNG Falls außerhalb des Arbeitsbereichs keine Personen in Rufweite sind, kann im Notfall keine Hilfe geleistet werden. Sicherstellen, dass Personen außerhalb des Arbeitsbereichs in Rufweite sind. Falls der Benutzer den Motor nicht richtig star- tet, kann der Benutzer die Kontrolle über die Motorsäge verlieren. Der Benutzer kann schwer verletzt werden. Motor so starten, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. Falls die Sägekette den Boden oder Gegenstände berührt: Motor nicht starten. Der Benutzer kann in bestimmten Situationen nicht mehr konzentriert arbeiten. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motorsäge verlie- ren, stolpern, fallen und schwer verletzt wer- den. Ruhig und überlegt arbeiten. Falls die Lichtverhältnisse und Sichtverhält- nisse schlecht sind: Nicht mit der Motor- säge arbeiten. Motorsäge alleine bedienen. Nicht über Schulterhöhe arbeiten. Auf Hindernisse achten. deutsch Auf dem Boden stehend arbeiten und das Gleichgewicht halten. Falls in der Höhe gearbeitet werden muss: Eine Hubarbeits- bühne oder ein sicheres Gerüst verwenden. Falls Ermüdungserscheinungen auftreten: Eine Arbeitspause einlegen. Wenn der Motor läuft, werden Abgase erzeugt. Eingeatmete Abgase können Perso- nen vergiften. Abgase nicht einatmen. An einem gut belüfteten Ort mit der Motor- säge arbeiten. Falls Übelkeit, Kopfschmerzen, Sehstörun- gen, Hörstörungen oder Schwindel auftre- ten: Arbeit beenden und einen Arzt aufsu- chen. Wenn der Benutzer einen Gehörschutz trägt und der Motor läuft, kann der Benutzer Geräu- sche eingeschränkt wahrnehmen und ein- schätzen. Ruhig und überlegt arbeiten. Falls mit der Motorsäge gearbeitet wird und der Kombihebel in der Position steht, kann der Benutzer nicht kontrolliert mit der Motor- säge arbeiten. Der Benutzer kann schwer ver- letzt werden. Kombihebel in die Position stellen. Motor so starten, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. Falls mit eingelegter Kettenbremse Gas gege- ben wird, kann die Kettenbremse beschädigt werden. Vor dem Sägen die Kettenbremse lösen. Die umlaufende Sägekette kann den Benutzer schneiden. Der Benutzer kann schwer verletzt werden. Umlaufende Sägekette nicht berühren. Falls die Sägekette durch einen Gegen- stand blockiert ist: Motor abstellen und Ket- tenbremse einlegen. Erst dann den Gegen- stand beseitigen. Die umlaufende Sägekette wird warm und dehnt sich aus. Falls die Sägekette nicht aus- reichend geschmiert und nachgespannt wird, kann die Sägekette von der Führungsschiene springen oder reißen. Personen können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. Sägeketten-Haftöl verwenden. Während der Arbeit Spannung der Säge- kette regelmäßig prüfen. Falls die Span- nung der Sägekette zu gering ist: Sägekette spannen. 0458-200-7621-A 77 deutsch Falls sich die Motorsäge während der Arbeit verändert oder sich ungewohnt verhält, kann die Motorsäge in einem nicht sicherheitsge- rechten Zustand sein. Personen können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. Arbeit beenden und einen STIHL Fach- händler aufsuchen. Während der Arbeit können Vibrationen durch die Motorsäge entstehen. Handschuhe tragen. Arbeitspausen machen. Falls Anzeichen einer Durchblutungsstö- rung auftreten: Einen Arzt aufsuchen. Falls die umlaufende Sägekette auf einen har- ten Gegenstand trifft, können Funken entste- hen. Funken können in leicht brennbarer Umgebung Brände auslösen. Personen kön- nen schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. Nicht in einer leicht brennbaren Umgebung arbeiten. Wenn der Gashebel losgelassen wird, läuft die Sägekette noch kurze Zeit weiter. Die sich bewegende Sägekette kann Personen schnei- den. Personen können schwer verletzt wer- den. Warten, bis die Sägekette nicht mehr läuft. 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 WARNUNG Falls unter Spannung stehendes Holz gesägt wird, kann die Führungsschiene eingeklemmt werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motorsäge verlieren und schwer verletzt werden. Zuerst einen Entlastungsschnitt in die Druckseite (1) sägen, dann einen Trenn- schnitt in die Zugseite (2) sägen. 4.8.2 Entasten WARNUNG Falls der gefällte Baum zuerst auf der Unter- seite entastet wird, kann der Baum nicht mehr durch Äste am Boden gestützt werden. Wäh- rend der Arbeit kann sich der Baum bewegen. 4 Sicherheitshinweise Personen können schwer verletzt oder getötet werden. Größere Äste auf der Unterseite erst durch- sägen, wenn der Baum abgelängt ist. Nicht auf dem Stamm stehend arbeiten. Während des Entastens kann ein abgesägter Ast herunterfallen. Der Benutzer kann stol- pern, hinfallen und schwer verletzt werden. Baum vom Stammfuß in Richtung Baum- krone entasten. 4.8.3 Fällen WARNUNG Ungeübte Personen können die Gefahren beim Fällen nicht einschätzen. Personen kön- nen schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. Der Benutzer braucht einschlägige Kennt- nisse der Fälltechnik und Erfahrung mit Fällarbeiten. Falls Unklarheiten bestehen: Einen erfahre- nen Experten zur Unterstützung und zur Festlegung der geeigneten Fälltechnik hin- zuziehen. Während des Fällens kann ein Baum und kön- nen Äste auf Personen oder Gegenstände fal- len. Je größer herabfallende Teile sind, desto größer ist das Risiko, dass Personen schwer verletzt oder getötet werden können. Sach- schaden kann entstehen. Fällrichtung so festlegen, dass der Bereich, in den der Baum fällt, frei ist. Unbeteiligte Personen, Kinder und Tiere im Umkreis von 2,5 Baumlängen um den Arbeitsbereich fernhalten. Abgeknickte oder dürre Äste vor dem Fäl- len aus der Baumkrone entfernen. Falls abgeknickte oder dürre Äste nicht aus der Baumkrone entfernt werden können: Einen erfahrenen Experten zur Unterstüt- zung und zur Festlegung der geeigneten Fälltechnik hinzuziehen. Baumkrone und Baumkronen der benach- barten Bäume beobachten und herunterfal- lenden Ästen ausweichen. Wenn der Baum fällt, kann er am Stamm bre- chen oder in Richtung Benutzer zurückschla- gen. Der Benutzer kann schwer verletzt oder getötet werden. Einen Fluchtweg seitlich hinter dem Baum planen. Rückwärts auf dem Fluchtweg gehen und den fallenden Baum beobachten. Nicht rückwärts hangabwärts gehen. 78 0458-200-7621-A 4 Sicherheitshinweise Hindernisse im Arbeitsbereich und auf dem Fluchtweg können den Benutzer behindern. Der Benutzer kann stolpern und hinfallen. Der Benutzer kann schwer verletzt oder getötet werden. Hindernisse aus dem Arbeitsbereich und dem Fluchtweg entfernen. Falls die Bruchleiste, das Sicherheitsband oder das Halteband angesägt oder zu früh durchgesägt werden, kann die Fällrichtung nicht mehr eingehalten sein oder der Baum kann zu früh fallen. Personen können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. Bruchleiste nicht ansägen oder durchsä- gen. Sicherheitsband oder Halteband als Letztes durchsägen. Falls der Baum zu früh beginnt zu fallen: Fällschnitt abbrechen und auf dem Flucht- weg zurückweichen. Falls die umlaufende Sägekette im Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungs- schiene auf einen harten Fällkeil trifft und schnell abgebremst wird, kann Rückschlag entstehen. Personen können schwer verletzt oder getötet werden. Fällkeile aus Aluminium oder Kunststoff verwenden. Falls ein Baum nicht vollständig zu Boden fällt oder in einem anderen Baum hängen bleibt, kann der Benutzer die Fällung nicht mehr kon- trolliert beenden. Fällung abbrechen und Baum mit einer Seilwinde oder einem geeigneten Fahrzeug zu Boden ziehen. 4.9 Reaktionskräfte 4.9.1 Rückschlag deutsch Die umlaufende Sägekette ist an der Spitze der Führungsschiene eingeklemmt. Die Kettenbremse kann einen Rückschlag nicht verhindern. WARNUNG 0000-GXX-4119-A0 Falls ein Rückschlag entsteht, kann die Motor- säge in Richtung des Benutzers hochge- schleudert werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motorsäge verlieren und schwer verletzt oder getötet werden. Motorsäge mit beiden Händen festhalten. Körper aus dem verlängerten Schwenkbe- reich der Motorsäge fernhalten. So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan- leitung beschrieben ist. Nicht mit dem Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungsschiene arbeiten. Mit einer richtig geschärften und richtig gespannten Sägekette arbeiten. Eine rückschlagreduzierte Sägekette ver- wenden. Eine Führungsschiene mit einem kleinen Schienenkopf verwenden. Mit Vollgas sägen. 4.9.2 Hineinziehen 0000-GXX-2732-A0 0000-GXX-1348-A0 Ein Rückschlag kann durch folgende Ursachen entstehen: Die umlaufende Sägekette trifft im Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungs- schiene auf einen harten Gegenstand und wird schnell abgebremst. 0458-200-7621-A Wenn mit der Unterseite der Führungsschiene gearbeitet wird, wird die Motorsäge weg vom Benutzer gezogen. WARNUNG Falls die umlaufende Sägekette auf einen har- ten Gegenstand trifft und schnell abgebremst wird, kann die Motorsäge plötzlich sehr stark vom Benutzer weg gezogen werden. Der 79 deutsch Benutzer kann die Kontrolle über die Motor- säge verlieren und schwer verletzt oder getö- tet werden. Motorsäge mit beiden Händen festhalten. So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan- leitung beschrieben ist. Die Führungsschiene im Schnitt gerade führen. Krallenanschlag richtig ansetzen. Mit Vollgas sägen. 4.9.3 Rückstoß Wenn mit der Oberseite der Führungsschiene gearbeitet wird, wird die Motorsäge in Richtung des Benutzers gestoßen. WARNUNG Falls die umlaufende Sägekette auf einen har- ten Gegenstand trifft und schnell abgebremst wird, kann die Motorsäge plötzlich sehr stark zum Benutzer hin gestoßen werden. Der Benutzer kann die Kontrolle über die Motor- säge verlieren und schwer verletzt oder getö- tet werden. Motorsäge mit beiden Händen festhalten. So arbeiten, wie es in dieser Gebrauchsan- leitung beschrieben ist. Die Führungsschiene im Schnitt gerade führen. Mit Vollgas sägen. 4.10 Transportieren WARNUNG Während des Transports kann die Motorsäge umkippen oder sich bewegen. Personen kön- nen schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. Motor abstellen. Kettenbremse einlegen. Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs- schiene abdeckt. Motorsäge mit Spanngurten, Riemen oder einem Netz so sichern, dass sie nicht umkippen und sich nicht bewegen kann. 80 0000-GXX-1349-A0 0000-GXX-2733-A0 4 Sicherheitshinweise Nachdem der Motor gelaufen ist, können der Schalldämpfer und der Motor heiß sein. Der Benutzer kann sich verbrennen. Motorsäge mit der rechten Hand so am Griffrohr tragen, dass die Führungsschiene nach hinten zeigt. 4.11 Aufbewahren WARNUNG Kinder können die Gefahren der Motorsäge nicht erkennen und nicht einschätzen. Kinder können schwer verletzt werden. Motor abstellen. Kettenbremse einlegen. Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs- schiene abdeckt. Motorsäge außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahren. Die elektrischen Kontakte an der Motorsäge und metallische Bauteile können durch Feuch- tigkeit korrodieren. Die Motorsäge kann beschädigt werden. Motorsäge sauber und trocken aufbewah- ren. 4.12 Reinigen, Warten und Reparie- ren WARNUNG Falls während der Reinigung, Wartung oder Reparatur der Motor läuft, kann die Sägekette unbeabsichtigt anlaufen. Personen können schwer verletzt werden und Sachschaden kann entstehen. Motor abstellen. Kettenbremse einlegen. Nachdem der Motor gelaufen ist, können der Schalldämpfer und der Motor heiß sein. Per- sonen können sich verbrennen. Warten, bis der Schalldämpfer und der Motor abgekühlt sind. Scharfe Reinigungsmittel, das Reinigen mit einem Wasserstrahl oder spitzen Gegenstän- den können die Motorsäge, Führungsschiene 0458-200-7621-A 5 Motorsäge einsatzbereit machen und Sägekette beschädigen. Falls die Motor- säge, die Führungsschiene oder die Sägekette nicht richtig gereinigt werden, können Bauteile nicht mehr richtig funktionieren und Sicher- heitseinrichtungen außer Kraft gesetzt wer- den. Personen können schwer verletzt wer- den. Motorsäge, Führungsschiene und Säge- kette so reinigen, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. Falls die Motorsäge nicht so gewartet oder repariert wird, wie es in dieser Gebrauchsan- leitung beschrieben ist, können Bauteile nicht mehr richtig funktionieren und Sicherheitsein- richtungen außer Kraft gesetzt werden. Perso- nen können schwer verletzt oder getötet wer- den. Motorsäge so warten oder reparieren, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrie- ben ist. Falls die Führungsschiene und die Sägekette nicht so gewartet oder repariert werden, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist, können Bauteile nicht mehr richtig funktio- nieren und Sicherheitseinrichtungen außer Kraft gesetzt werden. Personen können schwer verletzt werden. Führungsschiene und Sägekette so warten oder reparieren, wie es in dieser Gebrauchsanleitung beschrieben ist. Während der Reinigung oder Wartung der Sägekette kann der Benutzer sich an scharfen Schneidezähnen schneiden. Der Benutzer kann verletzt werden. Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähi- gem Material tragen. 5 Motorsäge einsatzbereit machen 5.1 Motorsäge einsatzbereit machen Vor jedem Arbeitsbeginn müssen folgende Schritte durchgeführt werden: Sicherstellen, dass sich folgende Bauteile im sicherheitsgerechten Zustand befinden: Motorsäge, 4.6.1. Führungsschiene, 4.6.2. Sägekette, 4.6.3. Motorsäge reinigen, 15.1. Führungsschiene und Sägekette anbauen, 6.1. Sägekette spannen, 6.2. Sägeketten-Haftöl einfüllen, 6.3. deutsch Kettenbremse prüfen, 10.4. Motorsäge betanken, 8.2. Bedienungselemente prüfen, 10.5. Kettenschmierung prüfen, 10.6. Falls die Schritte nicht durchgeführt werden können: Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 6 Motorsäge zusammen- bauen 6.1 Führungsschiene und Säge- kette anbauen und abbauen 6.1.1 Führungsschiene und Sägekette anbauen Die Kombinationen aus Führungsschiene und Sägekette, die zum Kettenrad passen und ange- baut werden dürfen, sind in den technischen Daten angegeben, 20.1. Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 0000097415_001 2 4 3 1 Mutter (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich der Kettenraddeckel (2) abnehmen lässt. Kettenraddeckel (2) abnehmen. Spannschraube (3) solange gegen den Uhr- zeigersinn drehen, bis der Spannschieber (4) links am Gehäuse anliegt. 0000-GXX-2954-A0 Sägekette so in die Nut der Führungsschiene legen, dass die Pfeile auf den Verbindungs- gliedern der Sägekette auf der Oberseite in Laufrichtung zeigen. 0458-200-7621-A 81 deutsch 6 7 55 6 Motorsäge zusammenbauen 1 3 2 0000097418_001 0000097416_001 8 Führungsschiene mit Sägekette so auf die Motorsäge setzen, dass folgende Bedingun- gen erfüllt sind: Die Treibglieder der Sägekette sitzen in den Zähnen des Kettenrades (7). Die Bundschrauben (5) sitzen im Langloch der Führungsschiene (6). Der Zapfen des Spannschiebers (4) sitzt in der Bohrung (8) der Führungsschiene (6). Die Orientierung der Führungsschiene (6) spielt keine Rolle. Der Aufdruck auf der Führungs- schiene (6) kann auch auf dem Kopf stehen. Kettenbremse lösen. 3 6 Griff (1) der Flügelmutter (2) aufklappen. Flügelmutter (2) so lange gegen den Uhrzei- gersinn drehen, bis der Kettenraddeckel (3) abgenommen werden kann. Kettenraddeckel (3) abnehmen. 4 5 Spannscheibe (4) abnehmen. Schraube (5) herausdrehen. 6 5 0000099376_001 0000097417_001 0000098250_001 Spannschraube (3) so lange im Uhrzeigersinn drehen, bis die Sägekette an der Führungs- schiene anliegt. Dabei die Treibglieder der Sägekette in die Nut der Führungsschiene füh- ren. Die Führungsschiene (6) und die Sägekette liegen an der Motorsäge an. Kettenraddeckel (2) so an die Motorsäge anle- gen, dass er bündig mit der Motorsäge ist. Mutter (1) aufdrehen und fest anziehen. 6.1.2 Führungsschiene und Sägekette anbauen (Kettenschnellspannung) Die Kombinationen aus Führungsschiene und Sägekette, die zum Kettenrad passen und ange- baut werden dürfen, sind in den technischen Daten angegeben, 20.1. Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 4 Führungsschiene (6) so auf die Spann- scheibe (4) legen, dass beide Zapfen der Spannscheibe (4) in den Bohrungen der Füh- rungsschiene sitzen. Die Orientierung der Führungsschiene (6) spielt keine Rolle. Der Aufdruck auf der Führungs- schiene kann auch auf dem Kopf stehen. Schraube (5) eindrehen und fest anziehen. 4 0000-GXX-1201-A0 82 0458-200-7621-A 6 Motorsäge zusammenbauen Sägekette so in die Nut der Führungsschiene legen, dass die Pfeile auf den Verbindungs- gliedern der Sägekette auf der Oberseite in Laufrichtung zeigen. Spannscheibe (4) bis zum Anschlag im Uhr- zeigersinn drehen. 4 23 6 Führungsschiene mit Spannscheibe und Sägekette so auf die Motorsäge setzen, dass folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Spannscheibe (4) zeigt Richtung Benut- zer. Die Treibglieder der Sägekette sitzen in den Zähnen des Kettenrades (2). Der Kopf der Schraube (3) sitzt im Langloch der Führungsschiene (6). 4 Kettenbremse lösen. Spannscheibe (4) so lange gegen den Uhrzei- gersinn drehen, bis die Sägekette an der Füh- rungsschiene anliegt. Dabei die Treibglieder der Sägekette in die Nut der Führungsschiene führen. Die Führungsschiene und die Sägekette lie- gen an der Motorsäge an. Kettenraddeckel so an die Motorsäge anlegen, dass er bündig mit der Motorsäge ist. Falls der Kettenraddeckel nicht bündig mit der Motorsäge ist: Spannrad verdrehen und Ket- tenraddeckel erneut anlegen. Die Zähne des Spannrads greifen in die Zähne der Spannscheibe. Flügelmutter so lange im Uhrzeigersinn dre- hen, bis der Kettenraddeckel fest an der Motorsäge sitzt. Griff der Flügelmutter zuklappen. 0000097421_001 0000097420_001 deutsch 6.1.3 Führungsschiene und Sägekette abbauen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Mutter so lange gegen den Uhrzeigersinn dre- hen, bis sich der Kettenraddeckel abnehmen lässt. Kettenraddeckel abnehmen. Spannschraube bis zum Anschlag gegen den Uhrzeigersinn drehen. Die Sägekette ist entspannt. Führungsschiene und Sägekette abnehmen. 6.1.4 Führungsschiene und Sägekette abbauen (Kettenschnellspannung) Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Griff der Flügelmutter aufklappen. Flügelmutter so lange gegen den Uhrzeiger- sinn drehen, bis der Kettenraddeckel abge- nommen werden kann. Kettenraddeckel abnehmen. Spannscheibe bis zum Anschlag im Uhrzei- gersinn drehen. Die Sägekette ist entspannt. Führungsschiene und Sägekette abnehmen. Schraube der Spannscheibe herausdrehen. Spannscheibe abnehmen. 6.2 Sägekette spannen 6.2.1 Sägekette spannen Während der Arbeit dehnt sich die Sägekette aus oder zieht sich zusammen. Die Spannung der Sägekette ändert sich. Während der Arbeit muss die Spannung der Sägekette regelmäßig geprüft und nachgespannt werden. Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 1 a 2 Muttern (1) lösen. Kettenbremse lösen. 0000097422_001 0458-200-7621-A 83 deutsch Führungsschiene an der Spitze anheben und Spannschraube (2) so lange im Uhrzeigersinn oder gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis fol- gende Bedingungen erfüllt sind: Der Abstand a in der Mitte der Führungs- schiene beträgt 1 mm bis 2 mm. Die Sägekette kann noch mit zwei Fingern und mit geringem Kraftaufwand über die Führungsschiene gezogen werden. Falls eine Carving-Führungsschiene verwen- det wird: Spannschraube (2) so lange im Uhr- zeigersinn drehen, bis die Treibglieder der Sägekette an der Unterseite der Führungs- schiene noch zur Hälfte sichtbar sind. Führungsschiene an der Spitze weiterhin anheben und Muttern (1) fest anziehen. Falls der Abstand a in der Mitte der Führungs- schiene nicht 1 mm bis 2 mm beträgt: Säge- kette erneut spannen. Falls bei Verwendung einer Carving-Füh- rungsschiene die Treibglieder der Sägekette an der Unterseite der Führungsschiene weni- ger als zur Hälfte sichtbar sind: Sägekette erneut spannen. 6.2.2 Sägekette spannen (Kettenschnell- spannung) Während der Arbeit dehnt sich die Sägekette aus oder zieht sich zusammen. Die Spannung der Sägekette ändert sich. Während der Arbeit muss die Spannung der Sägekette regelmäßig geprüft und nachgespannt werden. Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 6 Motorsäge zusammenbauen Die Sägekette kann noch mit zwei Fingern und mit geringem Kraftaufwand über die Führungsschiene gezogen werden. Falls eine Carving-Führungsschiene verwen- det wird: Spannrad (2) so lange im Uhrzeiger- sinn oder gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis die Treibglieder der Sägekette an der Unterseite der Führungsschiene noch zur Hälfte sichtbar sind. Führungsschiene an der Spitze weiterhin anheben und Flügelmutter (1) solange im Uhr- zeigersinn drehen, bis der Kettenraddeckel fest an der Motorsäge sitzt. Falls der Abstand a in der Mitte der Führungs- schiene nicht 1 mm bis 2 mm beträgt: Säge- kette erneut spannen. Falls bei Verwendung einer Carving-Füh- rungsschiene die Treibglieder der Sägekette an der Unterseite der Führungsschiene weni- ger als zur Hälfte sichtbar sind: Sägekette erneut spannen. Griff der Flügelmutter (1) zuklappen. 6.3 Sägeketten-Haftöl einfüllen Sägeketten-Haftöl schmiert und kühlt die umlau- fende Sägekette. Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Motorsäge so auf eine ebene Fläche legen, dass der Öltank-Verschluss nach oben zeigt. Bereich um den Öltank-Verschluss mit einem feuchten Tuch reinigen. 0000097423_001 0000-GXX-1205-A1 2 a 1 Griff der Flügelmutter (1) aufklappen. Flügelmutter (1) 2 Umdrehungen gegen den Uhrzeigersinn drehen. Die Flügelmutter (1) ist gelöst. Kettenbremse lösen. Führungsschiene an der Spitze anheben und Spannrad (2) so lange im Uhrzeigersinn oder gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis folgende Bedingungen erfüllt sind: Der Abstand a in der Mitte der Führungs- schiene beträgt 1 mm bis 2 mm. Öltank-Verschluss mit einem geeigneten Werkzeug so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis der Öltank-Verschluss abgenom- men werden kann. Öltank-Verschluss abnehmen. Sägeketten-Haftöl so einfüllen, dass kein Sägeketten-Haftöl verschüttet wird und der Öltank nicht bis zum Rand gefüllt wird. 84 0458-200-7621-A 7 Kettenbremse einlegen und lösen deutsch 0000-GXX-2932-A0 0000-GXX-1206-A1 Öltank-Verschluss auf den Öltank setzen. Öltank-Verschluss mit einem geeigneten Werkzeug im Uhrzeigersinn drehen und fest anziehen. Der Öltank ist verschlossen. 6.4 Krallenanschlag anbauen Falls die Motorsäge mit einer Kettenschnellspan- nung ausgestattet ist, muss der Krallenanschlag angebaut sein. Führungsschiene und Sägekette abbauen. Handschutz mit der linken Hand weg vom Griffrohr drücken. Der Handschutz rastet hörbar ein. Die Ketten- bremse ist eingelegt. 7.2 Kettenbremse lösen 0000-GXX-2933-A0 1 2 Krallenanschlag (1) anlegen. Schrauben (2) eindrehen und fest anziehen. Der Krallenanschlag (1) darf nicht abgebaut wer- den. 7 Kettenbremse einlegen und lösen 7.1 Kettenbremse einlegen Die Motorsäge ist mit einer Kettenbremse ausge- stattet. Die Kettenbremse wird bei einem ausreichend starken Rückschlag durch die Massenträgheit des Handschutzes automatisch eingelegt oder kann vom Benutzer eingelegt werden. 0000097424_001 Handschutz mit der linken Hand in Richtung Benutzer ziehen. Der Handschutz rastet hörbar ein. Die Ketten- bremse ist gelöst. 8 Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken 8.1 Kraftstoff mischen Der für diese Motorsäge notwendige Kraftstoff besteht aus einem Gemisch aus ZweitaktMotoröl und Benzin, im Mischungsverhältnis 1:50. STIHL empfiehlt den fertig gemischten Kraftstoff STIHL MotoMix. Falls Kraftstoff selbst gemischt wird, darf nur ein STIHL Zweitakt-Motoröl oder ein anderes Hoch- leistungs-Motoröl der Klassen JASO FB, JASO FC, JASO FD, ISO-L-EGB, ISO-L-EGC oder ISO-L-EGD verwendet werden. STIHL schreibt das Zweitakt-Motoröl STIHL HP Ultra oder ein gleichwertiges HochleistungsMotoröl vor, um die Emissionsgrenzwerte über die Maschinenlebensdauer gewährleisten zu können. 0458-200-7621-A 85 deutsch Sicherstellen, dass die Oktanzahl des Benzins mindestens 90 ROZ beträgt und der Alkohol- anteil des Benzins nicht höher als 10 % (für Brasilien: 27 %) ist. Sicherstellen, dass das verwendete Zwei- taktMotoröl die Anforderungen erfüllt. Abhängig von der gewünschten Menge an Kraftstoff, die richtigen Mengen an ZweitaktMotoröl und Benzin im Mischungsverhältnis 1:50 ermitteln. Beispiele für Kraftstoff-Misch- ungen: 20 ml Zweitakt-Motoröl, 1 l Benzin 60 ml Zweitakt-Motoröl, 3 l Benzin 100 ml Zweitakt-Motoröl, 5 l Benzin Zuerst Zweitakt-Motoröl, dann Benzin in einen sauberen, für Kraftstoff zugelassenen Kanister einfüllen. Kraftstoff durchmischen. 8.2 Motorsäge betanken Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Motorsäge abkühlen lassen. Motorsäge so auf eine ebene Fläche legen, dass der Kraftstofftank-Verschluss nach oben zeigt. Bereich um den Kraftstofftank-Verschluss mit einem feuchten Tuch reinigen. Kraftstofftank-Verschluss mit einem geeigne- ten Werkzeug so lange gegen den Uhrzeiger- sinn drehen, bis der Kraftstofftank-Verschluss abgenommen werden kann. Kraftstofftank-Verschluss abnehmen. HINWEIS Kraftstoff kann sich unter Einwirkung von Licht, Sonneneinstrahlung und extremen Tem- peraturen schneller entmischen oder altern. Falls entmischter oder alter Kraftstoff getankt wird, kann die Motorsäge beschädigt werden. Kraftstoff durchmischen. Kraftstoff, der länger als 30 Tage (STIHL MotoMix: 5 Jahre) aufbewahrt wurde, nicht tanken. 0000097425_001 9 Motor starten und abstellen Kraftstoff so einfüllen, dass kein Kraftstoff verschüttet wird und mindestens 15 mm bis zum Rand des Kraftstofftanks frei bleiben. Kraftstofftank-Verschluss auf den Kraftstoff- tank setzen. Kraftstofftank-Verschluss mit einem geeigne- ten Werkzeug im Uhrzeigersinn drehen und fest anziehen. Der Kraftstofftank ist verschlossen. 9 Motor starten und abstellen 9.1 Richtigen Startvorgang aus- wählen Wann muss der Motor auf das Starten vorberei- tet werden? Der Motor muss auf das Starten vorbereitet wer- den, falls eine der folgenden Bedingungen erfüllt ist: Der Motor hat Umgebungstemperatur. Der Motor ging beim ersten Beschleunigen nach dem Starten aus. Der Motor ging aus, weil der Kraftstofftank leer war. Motor auf das Starten vorbereiten, 9.2 und anschließend Motor starten, 9.3. Wann kann der Motor direkt gestartet werden? Der Motor kann direkt gestartet werden, falls der Motor mindestens 1 Minute gelaufen ist und nur für eine kurze Arbeitsunterbrechung abgestellt wurde. Motor starten, 9.3. 9.2 Motor auf das Starten vorberei- ten Richtigen Startvorgang auswählen. 0000097426_001 86 0458-200-7621-A 9 Motor starten und abstellen 2 5 deutsch 0000-GXX-2937-A1 0000097427_001 1 4 3 Kettenbremse (2) einlegen. Falls eine Kraftstoffhandpumpe (1) vorhanden ist: Kraftstoffhandpumpe (1) mindestens 10 Mal drücken. Gashebelsperre (5) drücken und gedrückt hal- ten. Gashebel (4) drücken und gedrückt halten. Kombihebel (3) in die Position stellen. A B C Anwerfgriff mit der rechten Hand langsam bis zum spürbaren Widerstand herausziehen. So lange den Anwerfgriff schnell herausziehen und zurückführen, bis der Motor einmalig zündet und ausgeht. Falls der Motor vorher ausging, weil der Kraftstofftank leer war: Anwerfgriff maximal 5 Mal herausziehen. 9.3 Motor starten Richtigen Startvorgang auswählen. 2 3 5 0000-GXX-2936-A2 0000097428_001 Motorsäge auf eine der 3 möglichen Arten festhalten: Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen, mit der linken Hand am Griffrohr so festhal- ten, dass der Daumen das Griffrohr umschließt, auf den Boden drücken und mit der Spitze des rechten Motorsägen-Stiefels in den hinteren Handgriff treten. Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen, mit der linken Hand am Griffrohr so festhal- ten, dass der Daumen das Griffrohr umschließt, auf den Boden drücken und mit dem Absatz des rechten Motorsägen-Stie- fels in den hinteren Handgriff treten. Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr so festhalten, dass der Daumen das Griff- rohr umschließt und den hinteren Handgriff zwischen den Knien oder den Oberschen- keln einklemmen. 1 4 Kettenbremse (2) einlegen. Kettenschutz abziehen. Falls eine Kraftstoffhandpumpe (1) vorhanden ist: Kraftstoffhandpumpe (1) mindestens 10 Mal drücken. Gashebelsperre (5) drücken und gedrückt hal- ten. Gashebel (4) drücken und gedrückt halten. Kombihebel (3) in die Position stellen. Gashebelsperre (5) und Gashebel (4) loslas- sen. Kombihebel (3) in die Position stellen. A B C 0000-GXX-2936-A2 0458-200-7621-A 87 deutsch Motorsäge auf eine der 3 möglichen Arten hal- ten: Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen, mit der linken Hand am Griffrohr so festhal- ten, dass der Daumen das Griffrohr umschließt, auf den Boden drücken und mit der Spitze des rechten Motorsägen-Stiefels in den hinteren Handgriff treten. Motorsäge auf ebenen Untergrund stellen, mit der linken Hand am Griffrohr so festhal- ten, dass der Daumen das Griffrohr umschließt, auf den Boden drücken und mit dem Absatz des rechten Motorsägen-Stie- fels in den hinteren Handgriff treten. Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr so festhalten, dass der Daumen das Griff- rohr umschließt und den hinteren Handgriff zwischen den Knien oder den Oberschen- keln einklemmen. Anwerfgriff mit der rechten Hand langsam bis zum spürbaren Widerstand herausziehen. So lange den Anwerfgriff schnell herausziehen und zurückführen, bis der Motor läuft. Gashebelsperre (5) drücken und gedrückt hal- ten. Gashebel (4) kurz drücken. Der Kombihebel (3) springt in die Position . Der Motor läuft im Leerlauf. HINWEIS Falls mit eingelegter Kettenbremse Gas gege- ben wird, kann die Kettenbremse beschädigt werden. Vor dem Sägen die Kettenbremse lösen. Kettenbremse lösen. Die Motorsäge ist einsatzbereit. Falls die Sägekette im Leerlauf mitläuft: Stö- rungen beheben. Der Leerlauf ist nicht richtig eingestellt. Falls der Motor nicht startet: Motor auf das Starten vorbereiten und anschließend erneut versuchen den Motor zu starten. 0000-GXX-2937-A1 10 Motorsäge prüfen 9.4 Motor abstellen 1 3 2 Gashebel (2) und Gashebelsperre (3) loslas- sen. Der Motor geht in den Leerlauf. Kombihebel (1) in die Position stellen. Der Motor geht aus und der Kombihebel (1) federt in die Position zurück. Falls der Motor nicht ausgeht: Kombihebel in die Position stellen. Der Motor geht aus. Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Der Kombihebel ist defekt. 10 Motorsäge prüfen 10.1 Kettenrad prüfen Motor abstellen. Kettenbremse lösen. Kettenraddeckel abbauen. Führungsschiene und Sägekette abbauen. a Einlaufspuren am Kettenrad mit einer STIHL Prüflehre prüfen. Falls die Einlaufspuren tiefer als a = 0,5 mm sind: Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Das Kettenrad muss ersetzt werden. 10.2 Führungsschiene prüfen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Sägekette und Führungsschiene abbauen. 0000-GXX-1216-A0 0000097429_001 88 0458-200-7621-A 10 Motorsäge prüfen 0000-GXX-1217-A0 Nuttiefe der Führungsschiene mit dem Mess- stab einer STIHL Feillehre messen. Führungsschiene ersetzen, falls eine der fol- genden Bedingungen erfüllt ist: Die Führungsschiene ist beschädigt. Die gemessene Nuttiefe ist kleiner als die Mindestnuttiefe der Führungsschiene, 19.3. Die Nut der Führungsschiene ist verengt oder gespreizt. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 10.3 Sägekette prüfen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 1 2 0000-GXX-1218-A0 Höhe der Tiefenbegrenzer (1) mit einer STIHL Feillehre (2) messen. Die STIHL Feillehre muss zur Teilung der Sägekette passen. Falls ein Tiefenbegrenzer (1) über die Feil- lehre (2) hinaussteht: Tiefenbegrenzer (1) nachfeilen, 16.3. 1 2 3 0000-GXX-1372-A0 4 Prüfen ob die Verschleißmarkierungen (1 bis 4) an den Schneidezähnen sichtbar sind. Falls eine der Verschleißmarkierungen an einem Schneidezahn nicht sichtbar ist: Säge- deutsch kette nicht verwenden und einen STIHL Fach- händler aufsuchen. Mit einer STIHL Feillehre prüfen, ob der Schärfwinkel der Schneidezähne von 30° ein- gehalten ist. Die STIHL Feillehre muss zur Teilung der Sägekette passen. Falls der Schärfwinkel von 30° nicht eingehal- ten ist: Sägekette schärfen. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 10.4 Kettenbremse prüfen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. WARNUNG Die Schneidezähne der Sägekette sind scharf. Der Benutzer kann sich schneiden. Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähi- gem Material tragen. Versuchen, die Sägekette von Hand über die Führungsschiene zu ziehen. Falls die Sägekette von Hand nicht über die Führungsschiene gezogen werden kann, funk- tioniert die Kettenbremse. Falls die Sägekette von Hand über die Füh- rungsschiene gezogen werden kann: Motor- säge nicht verwenden und einen STIHL Fach- händler aufsuchen. Die Kettenbremse ist defekt. 10.5 Bedienungselemente prüfen Gashebelsperre und Gashebel Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Versuchen, den Gashebel zu drücken, ohne die Gashebelsperre zu drücken. Falls sich den Gashebel drücken lässt: Motor- säge nicht verwenden und einen STIHL Fach- händler aufsuchen. Die Gashebelsperre ist defekt. Gashebelsperre drücken und gedrückt halten. Gashebel drücken und wieder loslassen. Falls der Gashebel schwergängig ist oder nicht in die Ausgangsposition zurückfedert: Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Der Gashebel ist defekt. Motor abstellen Motor starten. Kombihebel in die Position stellen. Der Motor geht aus und der Kombihebel federt in die Position zurück. 0458-200-7621-A 89 deutsch Falls der Motor nicht ausgeht: Kombihebel in die Position stellen. Der Motor geht aus. Motorsäge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Der Kombihebel ist defekt. 10.6 Kettenschmierung prüfen Motor starten und Kettenbremse lösen. Führungsschiene auf eine helle Oberfläche richten. Gas geben. Sägeketten-Haftöl wird abgeschleudert und ist auf der hellen Oberfläche erkennbar. Die Ket- tenschmierung funktioniert. Falls abgeschleudertes Sägeketten-Haftöl nicht erkennbar ist: Motor abstellen. Sägeketten-Haftöl einfüllen. Kettenschmierung erneut prüfen. Falls Sägeketten-Haftöl weiterhin nicht auf der hellen Oberfläche erkennbar ist: Motor- säge nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. Die Kettenschmie- rung ist defekt. 11 Mit der Motorsäge arbeiten 11.1 Motorsäge halten und führen 11 Mit der Motorsäge arbeiten Führungsschiene mit Vollgas so in den Schnitt führen, dass die Führungsschiene nicht verkantet. Krallenanschlag ansetzen und als Drehpunkt verwenden. Führungsschiene vollständig so durch das Holz führen, dass der Krallenanschlag immer wieder neu angesetzt wird. Am Ende des Schnitts das Gewicht der Motor- säge auffangen. 11.3 Entasten 0000-GXX-2949-A1 0000-GXX-2950-A1 Motorsäge auf dem Stamm abstützen. Führungsschiene mit Vollgas mit einer Hebel- bewegung gegen den Ast drücken. Ast mit der Oberseite der Führungsschiene durchsägen. 0000-GXX-2948-A1 Motorsäge mit der linken Hand am Griffrohr und der rechten Hand am Bedienungsgriff so festhalten und führen, dass der Daumen der linken Hand das Griffrohr umschließt und der Daumen der rechten Hand den Bedienungs- griff umschließt. 11.2 Sägen WARNUNG Falls Rückschlag entsteht, kann die Motor- säge in Richtung Benutzer hochgeschleudert werden. Der Benutzer kann schwer verletzt oder getötet werden. Mit Vollgas sägen. Nicht mit dem Bereich um das obere Viertel der Spitze der Führungsschiene sägen. 90 1 2 2 1 0000-GXX-1245-A0 Falls der Ast unter Spannung steht: Entlas- tungsschnitt (1) in die Druckseite sägen und danach von der Zugseite mit einem Trenn- schnitt (2) durchsägen. 11.4 Fällen 11.4.1 Fällrichtung und Rückweiche festlegen Fällrichtung so festlegen, dass der Bereich, in den der Baum fällt, frei ist. 0458-200-7621-A 11 Mit der Motorsäge arbeiten 0000-GXX-1246-A0 B B Rückweiche (B) so festlegen, dass folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Rückweiche (B) ist in einem Winkel von 45° zur Fällrichtung (A). Auf der Rückweiche (B) sind keine Hinder- nisse. Die Baumkrone kann beobachtet werden. Falls die Rückweiche (B) an einem Hang ist, muss die Rückweiche (B) parallel zum Hang sein. 11.4.2 Arbeitsbereich am Stamm vorbereiten Hindernisse im Arbeitsbereich am Stamm ent- fernen. Bewuchs am Stamm entfernen. deutsch E Fällschnitt Mit dem Fällschnitt wird der Stamm durchge- sägt. Der Fällschnitt liegt 1/10 des Stamm- durchmessers (mindestens 3 cm) oberhalb der Sohle des Fallkerbs. F Sicherheitsband Das Sicherheitsband stützt den Baum und sichert ihn gegen vorzeitiges Umfallen. Das Sicherheitsband ist 1/10 bis 1/5 des Stamm- durchmessers breit. G Halteband Das Halteband stützt den Baum und sichert ihn gegen vorzeitiges Umfallen. Das Halte- band ist 1/10 bis 1/5 des Stammdurchmes- sers breit. 11.4.4 Fallkerb einsägen Der Fallkerb bestimmt die Richtung, in die der Baum fällt. Länderspezifische Vorgaben zur Anlage des Fallkerbs müssen eingehalten wer- den. 1 0000097446_001 0000-GXX-1247-A0 Falls der Stamm große, gesunde Wurzelan- läufe hat: Wurzelanläufe zuerst senkrecht und dann waagrecht einsägen und dann entfernen. 11.4.3 Grundlagen zum Fällschnitt Motorsäge so ausrichten, dass der Fallkerb im rechten Winkel zur Fällrichtung ist und die Motorsäge bodennah ist. Fällrichtung mit der Fällleiste (1) kontrollieren. Waagrechten Sohlenschnitt einsägen. Dachschnitt im Winkel von 45° zum waagrech- ten Sohlenschnitt einsägen. C E C 1/10 Ø G 0000-GXX-1250-A1 0000-GXX-1251-A1 C Fallkerb Der Fallkerb bestimmt die Fällrichtung. D Bruchleiste Die Bruchleiste führt den Baum wie ein Scharnier zu Boden. Die Bruchleiste ist 1/10 des Stammdurchmessers breit. 0458-200-7621-A 91 deutsch Falls das Holz gesund und langfasrig ist: Splintschnitte so einsägen, dass folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Splintschnitte sind auf beiden Seiten gleich. Die Splintschnitte sind auf Höhe der Fall- kerbsohle. Die Splintschnitte sind 1/10 des Stamm- durchmessers breit. Der Stamm reißt nicht auf, wenn der Baum fällt. 11.4.5 Einstechen Das Einstechen ist eine Arbeitstechnik, die zum Fällen notwendig ist. 1. 3. 2. Führungsschiene mit der Unterseite der Spitze und mit Vollgas ansetzen. Einsägen, bis die Führungsschiene in doppel- ter Breite im Stamm ist. In die Einstichposition schwenken. Führungsschiene einstechen. 11.4.6 Geeigneten Fällschnitt wählen Die Auswahl des geeigneten Fällschnitts hängt von folgenden Bedingungen ab: die natürlichen Neigung des Baums die Astbildung des Baums Schäden am Baum der Gesundheitszustand des Baums falls Schnee auf dem Baum liegt: der Schnee- last die Hangrichtung die Windrichtung und der Windgeschwindig- keit vorhandenen Nachbarbäumen Es werden verschiedene Ausprägungen dieser Bedingungen unterschieden. In dieser Gebrauchsanleitung werden nur 2 Ausprägun- gen beschrieben. 0000-GXX-1252-A0 11 Mit der Motorsäge arbeiten 0000-GXX-1253-A0 1 2 1 Normalbaum Ein Normalbaum steht senkrecht und hat eine gleichmäßige Baumkrone. 2 Vorhänger Ein Vorhänger steht schräg und hat eine Baumkrone, die in Fällrichtung zeigt. 11.4.7 Normalbaum mit kleinem Stamm- durchmesser fällen Ein Normalbaum wird mit einem Fällschnitt mit Sicherheitsband gefällt. Dieser Fällschnitt muss ausgeführt werden, falls der Stammdurchmesser kleiner als die tatsächliche Schnittlänge der Motorsäge ist. Warnruf abgeben. 1. 2. 0000-GXX-1254-A0 Führungsschiene in den Fällschnitt einstechen bis sie auf der anderen Seite des Stammes wieder sichtbar ist, 11.4.5. Krallenanschlag hinter der Bruchleiste anset- zen und als Drehpunkt benutzen. Fällschnitt in Richtung Bruchleiste ausformen. Fällschnitt in Richtung Sicherheitsband ausfor- men. 3. 0000-GXX-1255-A0 92 0458-200-7621-A 11 Mit der Motorsäge arbeiten Fällkeil setzen. Der Fällkeil muss zum Stamm- durchmesser und der Breite des Fällschnitts passen. Warnruf abgeben. Sicherheitsband mit gestreckten Armen von außen und horizontal in der Ebene des Fäll- schnitt durchtrennen. Der Baum fällt. 11.4.8 Normalbaum mit großem Stamm- durchmesser fällen Ein Normalbaum wird mit einem Fällschnitt mit Sicherheitsband gefällt. Dieser Fällschnitt muss ausgeführt werden, falls der Stammdurchmesser größer als die tatsächliche Schnittlänge der Motorsäge ist. Warnruf abgeben. deutsch Sicherheitsband mit gestreckten Armen von außen und horizontal in der Ebene des Fäll- schnitt durchtrennen. Der Baum fällt. 11.4.9 Vorhänger mit kleinem Stammdurch- messer fällen Ein Vorhänger wird mit einem Fällschnitt mit Hal- teband gefällt.Dieser Fällschnitt muss ausgeführt werden, falls der Stammdurchmesser kleiner als die tatsächliche Schnittlänge der Motorsäge ist. Warnruf abgeben. 1. 2. 0000-GXX-1258-A0 1. 2. 3. 4. 5. 0000-GXX-1256-A0 Krallenanschlag auf Höhe des Fällschnitts ansetzen und als Drehpunkt verwenden. Motorsäge waagerecht in den Fällschnitt füh- ren und so weit wie möglich schwenken. Fällschnitt in Richtung Bruchleiste ausformen. Fällschnitt in Richtung Sicherheitsband ausfor- men. Auf die gegenüberliegende Seite des Stamms wechseln. Führungsschiene in der gleichen Ebene in den Fällschnitt einstechen. Fällschnitt in Richtung Bruchleiste ausformen. Fällschnitt in Richtung Sicherheitsband ausfor- men. 6. 0000-GXX-1257-A0 Fällkeil setzen. Der Fällkeil muss zum Stamm- durchmesser und der Breite des Fällschnitts passen. Warnruf abgeben. Führungsschiene in den Fällschnitt einstechen bis sie auf der anderen Seite des Stammes wieder sichtbar ist, 11.4.5. Fällschnitt in Richtung Bruchleiste ausformen. Fällschnitt in Richtung Halteband ausformen. Warnruf abgeben. Halteband mit gestreckten Armen von außen und schräg oben durchtrennen. Der Baum fällt. 11.4.10 Vorhänger mit großem Stammdurch- messer fällen Ein Vorhänger wird mit einem Fällschnitt mit Hal- teband gefällt. Dieser Fällschnitt muss ausge- führt werden, falls der Stammdurchmesser grö- ßer als die tatsächliche Schnittlänge der Motor- säge ist. Warnruf abgeben. 0000-GXX-1259-A0 0458-200-7621-A 93 deutsch 1. 2. 3. 5. 6. 4. 0000-GXX-1260-A0 Krallenanschlag auf Höhe des Fällschnitts hin- ter dem Halteband ansetzen und als Dreh- punkt benutzen. Motorsäge waagerecht in den Fällschnitt füh- ren und so weit wie möglich schwenken. Fällschnitt in Richtung Bruchleiste ausformen. Fällschnitt in Richtung Halteband ausformen. Auf die gegenüberliegende Seite des Stamms wechseln. Krallenanschlag auf Höhe des Fällschnitts hin- ter der Bruchleiste ansetzen und als Dreh- punkt benutzen. Motorsäge waagerecht in den Fällschnitt füh- ren und so weit wie möglich schwenken. Fällschnitt in Richtung Bruchleiste ausformen. Fällschnitt in Richtung Halteband ausformen. 0000-GXX-1261-A0 Warnruf abgeben. Halteband mit gestreckten Armen von außen und schräg oben durchtrennen. Der Baum fällt. 12 Nach dem Arbeiten 12.1 Nach dem Arbeiten Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Motorsäge abkühlen lassen. Falls die Motorsäge nass ist: Motorsäge trock- nen lassen. Motorsäge reinigen. Luftfilter reinigen. Führungsschiene und Sägekette reinigen. Muttern am Kettenraddeckel lösen. Spannschraube 2 Umdrehungen gegen den Uhrzeigersinn drehen. Die Sägekette ist entspannt. Muttern am Kettenraddeckel anziehen. 12 Nach dem Arbeiten Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs- schiene abdeckt. Kettenschnellspannung Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Motorsäge abkühlen lassen. Falls die Motorsäge nass ist: Motorsäge trock- nen lassen. Motorsäge reinigen. Luftfilter reinigen. Führungsschiene und Sägekette reinigen. Flügelmutter lösen. Spannrad 2 Umdrehungen gegen den Uhrzei- gersinn drehen. Die Sägekette ist entspannt. Flügelmutter anziehen. Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs- schiene abdeckt. 13 Transportieren 13.1 Motorsäge transportieren Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs- schiene abdeckt. Motorsäge tragen Motorsäge mit der rechten Hand so am Griff- rohr tragen, dass die Führungsschiene nach hinten zeigt. Motorsäge in einem Fahrzeug transportieren Motorsäge so sichern, dass die Motorsäge nicht umkippen und sich nicht bewegen kann. 14 Aufbewahren 14.1 Motorsäge aufbewahren Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Kettenschutz so über die Führungsschiene schieben, dass er die gesamte Führungs- schiene abdeckt. Motorsäge so aufbewahren, dass folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Motorsäge ist außerhalb der Reichweite von Kindern. Die Motorsäge ist sauber und trocken. 94 0458-200-7621-A 15 Reinigen Falls die Motorsäge länger als 30 Tage aufbe- wahrt wird: Führungsschiene und Sägekette abbauen. Kraftstofftank-Verschluss öffnen. Kraftstofftank entleeren. Kraftstofftank verschließen. Falls eine Kraftstoffhandpumpe vorhanden ist: Kraftstoffhandpumpe mindestens 5 mal drücken. Motor starten und den Motor so lange im Leerlauf laufen lassen, bis der Motor aus- geht. 15 Reinigen 15.1 Motorsäge reinigen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Motorsäge abkühlen lassen. Motorsäge mit einem feuchten Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen. Lüftungsschlitze mit einem Pinsel reinigen. deutsch 1 3 0000097431_001 2 3 Öleintrittsbohrung (1), Ölaustrittskanal (2), und Nut (3) mit einem Pinsel, einer weichen Bürste oder STIHL Harzlöser reinigen. Sägekette mit einem Pinsel, einer weichen Bürste oder STIHL Harzlöser reinigen. Führungsschiene und Sägekette anbauen. 15.3 Luftfilter reinigen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. 1 1 1 2 Haubenverschlüsse (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich die Haube (2) abnehmen lässt. Haube (2) abnehmen. Kettenraddeckel abbauen. Zylinderrippen und Innenseite der Haube mit einem Pinsel, einem feuchten Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen. Bereich um das Kettenrad mit einem feuchten Tuch oder STIHL Harzlöser reinigen. Haube (2) aufsetzen. Haubenverschlüsse (1) im Uhrzeigersinn dre- hen und fest anziehen. Die Haube (2) ist verschlossen. Kettenraddeckel anbauen. 15.2 Führungsschiene und Säge- kette reinigen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Führungsschiene und Sägekette abbauen. 0000097430_001 1 1 1 2 Haubenverschlüsse (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich die Haube (2) abnehmen lässt. Haube (2) abnehmen. 5 6 4 3 Rastnase (3) nach vorne ziehen und den Luft- filter (4) abnehmen. Filterplatte (5) aus dem Filterrahmen (6) abnehmen. Filterplatte (5) abklopfen. Falls der Luftfilter (4) beschädigt ist: Luftfil- ter (4) ersetzen. Filterplatte (5) und Filterrahmen (6) von der Reinseite mit Druckluft ausblasen. 0000097432_001 0000097430_001 0458-200-7621-A 95 deutsch 5 6 7 4 0000097433_001 3 Filterplatte (5) in den Filterrahmen (6) einset- zen. Haken (7) einhängen und den Luftfilter (4) so einsetzen, dass die Rastnase (3) hörbar ein- rastet. Haube (2) aufsetzen. Haubenverschlüsse (1) im Uhrzeigersinn dre- hen und fest anziehen. Die Haube (2) ist verschlossen. 15.4 Zündkerze reinigen Motor abstellen und Kettenbremse einlegen. Motorsäge abkühlen lassen. 1 3 21 1 0000097434_001 Haubenverschlüsse (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich die Haube (2) abnehmen lässt. Haube (2) abnehmen. Zündkerzenstecker (3) abziehen. Falls der Bereich um die Zündkerze ver- schmutzt ist: Den Bereich um die Zündkerze mit einem Tuch reinigen. Zündkerze herausdrehen. Zündkerze mit einem Tuch reinigen. Falls die Zündkerze korrodiert ist: Zündkerze ersetzen. 3 0000097435_001 Zündkerze eindrehen und fest anziehen. 96 16 Warten Zündkerzenstecker (3) fest aufdrücken. Haube (2) aufsetzen. Haubenverschlüsse (1) im Uhrzeigersinn dre- hen und fest anziehen. Die Haube (2) ist verschlossen. 16 Warten 16.1 Wartungsintervalle Wartungsintervalle sind abhängig von den Umgebungsbedingungen und den Arbeitsbedin- gungen. STIHL empfiehlt folgende Wartungsin- tervalle: Kettenbremse Kettenbremse in folgenden zeitlichen Abstän- den von einem STIHL Fachhändler warten las- sen: Vollzeit-Einsatz: vierteljährlich Teilzeit-Einsatz: halbjährlich gelegentlicher Einsatz: jährlich Alle 100 Betriebsstunden Zündkerze ersetzen. Wöchentlich Kettenrad prüfen. Führungsschiene prüfen und entgraten. Sägekette prüfen und schärfen. Monatlich Öltank von einem STIHL Fachhändler reinigen lassen. Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler reinigen lassen. Saugkopf im Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler reinigen lassen. Jährlich Saugkopf im Kraftstofftank von einem STIHL Fachhändler ersetzen lassen. 16.2 Führungsschiene entgraten An der Außenkante der Führungsschiene kann sich ein Grat bilden. Grat mit einer Flachfeile oder einem STIHL Führungsschienenrichter entfernen. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 16.3 Sägekette schärfen Es erfordert viel Übung, Sägeketten richtig zu schärfen. STIHL Feilen, STIHL Feilhilfen, STIHL Schärfge- räte und die Broschüre ,,STIHL Sägeketten schärfen" helfen, die Sägekette richtig zu schär- 0458-200-7621-A 17 Reparieren deutsch fen. Die Broschüre ist unter www.stihl.com/shar- pening-brochure verfügbar. STIHL empfiehlt, Sägeketten von einem STIHL Fachhändler schärfen zu lassen. Der Schärfwinkel von 30° wird eingehalten. 0000-GXX-1219-A0 0000-GXX-1220-A1 WARNUNG Die Schneidezähne der Sägekette sind scharf. Der Benutzer kann sich schneiden. Arbeitshandschuhe aus widerstandsfähi- gem Material tragen. Tiefenbegrenzer mit einer Flachfeile so feilen, dass sie bündig mit der STIHL Feillehre und parallel zur Verschleißmarkierung sind. Die STIHL Feillehre muss zur Teilung der Säge- kette passen. Falls Unklarheiten bestehen: Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 17 Reparieren Jeden Schneidezahn mit einer Rundfeile so feilen, dass folgende Bedingungen erfüllt sind: Die Rundfeile passt zur Teilung der Säge- kette. Die Rundfeile wird von innen nach außen geführt. Die Rundfeile wird im rechten Winkel zur Führungsschiene geführt. 18 Störungen beheben 17.1 Motorsäge, Führungsschiene und Sägekette reparieren Der Benutzer kann die Motorsäge, Führungs- schiene und Sägekette nicht selbst reparieren. Falls die Motorsäge, Führungsschiene oder Sägekette beschädigt sind: Motorsäge, Füh- rungsschiene oder Sägekette nicht verwenden und einen STIHL Fachhändler aufsuchen. 18.1 Störungen der Motorsäge beheben Die meisten Störungen haben die gleichen Ursachen. Folgende Maßnahmen durchführen: Luftfilter reinigen. Zündkerze reinigen oder ersetzen. Leerlauf einstellen. Falls die Störung weiterhin besteht: Maßnahmen aus der folgenden Tabelle durchführen. Störung Der Motor lässt sich nicht starten. Der Motor läuft im Leerlauf unre- gelmäßig. Ursache Abhilfe Im Kraftstofftank ist Kraftstoff mischen und Motorsäge betanken. nicht genügend Kraft- stoff. Der Motor ist abge- Verbrennungsraum lüften. soffen. Der Vergaser ist zu heiß. Motorsäge abkühlen lassen. Falls eine Kraftstoffhandpumpe vorhanden ist: Kraft- stoffhandpumpe mindestens 10 Mal drücken, bevor der Motor gestartet wird. Der Vergaser ist ver- Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen. eist. Der Vergaser ist ver- Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen. eist. 0458-200-7621-A 97 deutsch 18 Störungen beheben Störung Ursache Abhilfe Der Motor geht im Leerlauf aus. Der Vergaser ist ver- Motorsäge auf +10 °C erwärmen lassen. eist. Der Motor beschleu- Die Sägekette ist zu Sägekette richtig spannen. nigt schlecht. stark gespannt. Die Sägekette läuft nicht an, wenn Gas gegeben wird. Die Kettenbremse ist eingelegt. Die Sägekette ist zu stark gespannt. Kettenbremse lösen. Sägekette richtig spannen. Der Umlenkstern der Umlenkstern der Führungsschiene mit STIHL Harzlö- Führungsschiene ist ser reinigen. blockiert. Der Motor erreicht die Der Schalldämpfer ist Einen STIHL Fachhändler aufsuchen. maximale Leistung verschmutzt. nicht. Während der Arbeit Die Sägekette ist raucht es oder riecht nicht richtig verbrannt. geschärft. Sägekette richtig schärfen. Im Öltank ist zu wenig SägekettenHaftöl. Sägeketten-Haftöl einfüllen. Die Sägekette ist zu Sägekette richtig spannen. stark gespannt. Die Motorsäge wird nicht richtig ange- wendet. Anwendung erklären lassen und üben. 18.2 Leerlauf einstellen Leerlaufanschlagschraube LA gegen den Uhr- zeigersinn drehen, bis die Sägekette stehen bleibt. Leerlaufanschlagschraube LA 1 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. 18.3 Verbrennungsraum lüften Kettenbremse einlegen. 1 3 0000097436_001 0000097434_001 Der Motor geht im Leerlauf aus Motor starten und Kettenbremse lösen. Motor ca. 1 Minute lang mit Gasstößen auf- wärmen. Falls der Motor weiterhin im Leerlauf ausgeht: Leerlaufanschlagschraube LA 1/2 Umdrehung im Uhrzeigersinn drehen und Motor erneut starten. Leerlaufanschlagschraube LA im Uhrzeiger- sinn drehen, bis die Sägekette beginnt mitzu- laufen. Leerlaufanschlagschraube LA 1 Umdrehung gegen den Uhrzeigersinn drehen. Die Sägekette läuft im Leerlauf dauerhaft mit Motor starten und Kettenbremse lösen. Motor ca. 1 Minute lang mit Gasstößen auf- wärmen. 98 21 1 Haubenverschlüsse (1) so lange gegen den Uhrzeigersinn drehen, bis sich die Haube (2) abnehmen lässt. Haube (2) abnehmen. Zündkerzenstecker (3) abziehen. Zündkerze herausdrehen. Zündkerze trocknen. 0458-200-7621-A 19 Technische Daten WARNUNG Wenn bei abgezogenem Zündkerzenstecker der Anwerfgriff herausgezogen wird, können Funken nach außen treten. Funken können in leicht brennbarer oder explosiver Umgebung Brände und Explosionen auslösen. Personen können schwer verletzt oder getötet werden und Sachschaden kann entstehen. Kombihebel in die Position stellen und halten, bevor der Anwerfgriff herausgezo- gen wird. Kombihebel in die Position stellen und hal- ten. Anwerfgriff mehrmals herausziehen und zurückführen. Der Verbrennungsraum ist gelüftet. Zündkerze eindrehen und fest anziehen. 3 Zündkerzenstecker (3) fest aufdrücken. Haube (2) aufsetzen. Haubenverschlüsse (1) im Uhrzeigersinn dre- hen und fest anziehen. Die Haube (2) ist verschlossen. 19 Technische Daten 19.1 Motorsäge STIHL MS 162, MS 172 MS 162 Hubraum: 30,1 cm³ Leistung nach ISO 7293: 1,3 kW (1,8 PS) Leerlaufdrehzahl nach ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Zulässige Zündkerzen: NGK CMR6H von STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodenabstand der Zündkerze: 0,5 mm Gewicht bei leerem Kraftstofftank, leerem Öltank, ohne Führungsschiene und ohne Sägekette: 4,5 kg Maximaler Inhalt des Kraftstofftanks: 396 cm³ (0,396 l) Maximaler Inhalt des Öltanks: 280 cm³ (0,28 l) MS 162 (nur EU) Hubraum: 30,1 cm³ 0458-200-7621-A 0000097435_001 deutsch Leistung nach ISO 7293: 1,2 kW (1,6 PS) Leerlaufdrehzahl nach ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Zulässige Zündkerzen: NGK CMR6H von STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodenabstand der Zündkerze: 0,5 mm Gewicht bei leerem Kraftstofftank, leerem Öltank, ohne Führungsschiene und ohne Sägekette: MS 162: 4,5 kg MS 162 C: 4,8 kg Maximaler Inhalt des Kraftstofftanks: 396 cm³ (0,396 l) Maximaler Inhalt des Öltanks: 280 cm³ (0,28 l) MS 172 Hubraum: 31,8 cm³ Leistung nach ISO 7293: 1,5 kW (2,0 PS) Leerlaufdrehzahl nach ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Zulässige Zündkerzen: NGK CMR6H von STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodenabstand der Zündkerze: 0,5 mm Gewicht bei leerem Kraftstofftank, leerem Öltank, ohne Führungsschiene und ohne Sägekette: MS 172: 4,5 kg MS 172 C: 4,8 kg Maximaler Inhalt des Kraftstofftanks: 396 cm³ (0,396 l) Maximaler Inhalt des Öltanks: 280 cm³ (0,28 l) MS 172 (nur EU) Hubraum: 31,8 cm³ Leistung nach ISO 7293: 1,4 kW (1,9 PS) Leerlaufdrehzahl nach ISO 11681: 3000 ± 50 min-1 Zulässige Zündkerzen: NGK CMR6H von STIHL, STIHL ZK C 10 Elektrodenabstand der Zündkerze: 0,5 mm Gewicht bei leerem Kraftstofftank, leerem Öltank, ohne Führungsschiene und ohne Sägekette: MS 172: 4,5 kg MS 172 C: 4,8 kg Maximaler Inhalt des Kraftstofftanks: 396 cm³ (0,396 l) Maximaler Inhalt des Öltanks: 280 cm³ (0,28 l) 19.2 Kettenräder und Kettenge- schwindigkeiten Folgende Kettenräder können verwendet wer- den: 6-zähnig für 3/8" P Maximale Kettengeschwindigkeit nach ISO 11681: 24,8 m/s 99 deutsch Kettengeschwindigkeit bei maximaler Leis- tung: 18,6 m/s 8-zähnig für 1/4" Maximale Kettengeschwindigkeit nach ISO 11681: 23,6 m/s Kettengeschwindigkeit bei maximaler Leis- tung: 16,9 m/s 19.3 Mindestnuttiefe der Führungs- schienen Die Mindestnuttiefe hängt von der Teilung der Führungsschiene ab. 3/8" P: 5 mm 19.4 Schallwerte und Vibrations- werte MS 162 Schalldruckpegel Lpeq gemessen nach ISO 22868: 100 dB(A). Der K-Wert für den Schalldruckpegel beträgt 2 dB(A). Schallleistungspegel Lw gemessen nach ISO 22868: 110 dB(A). Der K-Wert für den Schallleistungspegel beträgt 2 dB(A). Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,7 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,7 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². MS 162 (nur EU) Schalldruckpegel Lpeq gemessen nach ISO 22868: 100 dB(A). Der K-Wert für den Schalldruckpegel beträgt 2 dB(A). Schallleistungspegel Lw gemessen nach ISO 22868: 113 dB(A). Der K-Wert für den Schallleistungspegel beträgt 2 dB(A). MS 162 Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,2 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,0 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². MS 162 C Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,6 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,0 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². 19 Technische Daten MS 172 Schalldruckpegel Lpeq gemessen nach ISO 22868: 100 dB(A). Der K-Wert für den Schalldruckpegel beträgt 2 dB(A). Schallleistungspegel Lw gemessen nach ISO 22868: 110 dB(A). Der K-Wert für den Schallleistungspegel beträgt 2 dB(A). MS 172 Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,0 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,4 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². MS 172 C Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,0 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,4 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². MS 172 (nur EU) Schalldruckpegel Lpeq gemessen nach ISO 22868: 101 dB(A). Der K-Wert für den Schalldruckpegel beträgt 2 dB(A). Schallleistungspegel Lw gemessen nach ISO 22868: 114 dB(A). Der K-Wert für den Schallleistungspegel beträgt 2 dB(A). MS 172 Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,5 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,2 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². MS 172 C Vibrationswert ahv, eq gemessen nach ISO 22867: Griffrohr: 3,2 m/s². Der K-Wert für den Vib- rationswert beträgt 2 m/s². Bedienungsgriff: 3,2 m/s². Der K-Wert für den Vibrationswert beträgt 2 m/s². Informationen zur Erfüllung der Arbeitgeberricht- linie Vibration 2002/44/EG sind unter www.stihl.com/vib angegeben. 19.5 REACH REACH bezeichnet eine EG-Verordnung zur Registrierung, Bewertung und Zulassung von Chemikalien. Informationen zur Erfüllung der REACH Verord- nung sind unter www.stihl.com/reach angege- ben. 100 0458-200-7621-A 20 Kombinationen der Führungsschienen und Sägeketten deutsch 19.6 Abgas-Emissionswert und stellt keine ausdrückliche oder implizite Der im EU-Typgenehmigungsverfahren gemes- sene CO2-Wert ist unter www.stihl.com/co2 in Garantie der Leistung eines bestimmten Motors dar. den produktspezifischen Technischen Daten Durch die in dieser Gebrauchsanleitung angegeben. beschriebene bestimmungsgemäße Verwendung Der gemessene CO2-Wert wurde an einem repräsentativen Motor nach einem genormten Prüfverfahren unter Laborbedingungen ermittelt und Wartung werden die geltenden Anforderun- gen an die Abgas-Emissionen erfüllt. Bei Verän- derungen am Motor erlischt die Betriebserlaub- nis. 20 Kombinationen der Führungsschienen und Sägeketten 20.1 Motorsäge STIHL MS 162, MS 172 MS 162 Teilung Treibglied- dicke/ Nutweite Länge Führungsschiene Zähnezahl Anzahl Treib- Sägekette Umlenkstern glieder Light 7 Rolloma- 30 cm tic E Mini / Light 44 01 7 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Light - 3/8" P 1,1 mm Rolloma- 35 cm tic E Mini / Light 01 7 61 PMM3 (Typ 3610) 50 Rollomatic E Mini Light / Light P01 7 Light - 40 cm Rolloma- tic E Mini / 7 55 Light 01 1/4" 1,3 mm 30 cm Carving - 64 13 RMS (Typ 3661) Die Schnittlänge einer Führungsschiene hängt von der verwendeten Motorsäge und Sägekette ab. Die tatsächliche Schnittlänge einer Führungsschiene kann geringer als die angegebene Länge sein. MS 172 Teilung Treibglied- dicke/ Nutweite 3/8" P 1,1 mm Länge Führungsschiene Zähnezahl Anzahl Treib- Sägekette Umlenkstern glieder 30 cm Rolloma- tic E Mini / Light 01 Rollomatic E Mini Light / Light P01 Rolloma- 7 tic E Mini / 35 cm Light 01 Rollomatic E Mini Light / Light P01 44 61 PMM3 (Typ 3610) 50 0458-200-7621-A 101 deutsch 21 Ersatzteile und Zubehör Teilung Treibglied- dicke/ Nutweite Länge Führungsschiene Zähnezahl Anzahl Treib- Sägekette Umlenkstern glieder Rolloma- 40 cm tic E Mini / 55 Light 01 Rollomatic E / Light 04 30 cm Rolloma- 44 tic E Light / Light P04 Rollomatic E / Light 04 1,3 mm 35 cm Rolloma- 9 tic E Light / Light P04 63 PM (Typ 361 50 3) 63 PM3 (Typ 36 36) Rollomatic E / Light 04 40 cm Rolloma- 55 tic E Light / Light P04 1/4" 1,3 mm 30 cm Carving - 64 13 RMS (Typ 3661) Die Schnittlänge einer Führungsschiene hängt von der verwendeten Motorsäge und Sägekette ab. Die tatsächliche Schnittlänge einer Führungsschiene kann geringer als die angegebene Länge sein. 21 Ersatzteile und Zubehör 21.1 Ersatzteile und Zubehör Diese Symbole kennzeichnen original STIHL Ersatzteile und original STIHL Zubehör. STIHL empfiehlt, original STIHL Ersatzteile und original STIHL Zubehör zu verwenden. Ersatzteile und Zubehör anderer Hersteller kön- nen durch STIHL hinsichtlich Zuverlässigkeit, Sicherheit und Eignung trotz laufender Marktbeo- bachtung nicht beurteilt werden und STIHL kann für deren Einsatz auch nicht einstehen. Original STIHL Ersatzteile und original STIHL Zubehör sind bei einem STIHL Fachhändler erhältlich. 22 Entsorgen 22.1 Motorsäge entsorgen Informationen zur Entsorgung sind bei der örtli- chen Verwaltung oder bei einem STIHL Fach- händler erhältlich. Eine unsachgemäße Entsorgung kann die Gesundheit schädigen und die Umwelt belasten. STIHL Produkte einschließlich Verpackung gemäß den örtlichen Vorschriften einer geeig- neten Sammelstelle für Wiederverwertung zuführen. Nicht mit dem Hausmüll entsorgen. 23 EU-Konformitätserklärung 23.1 Motorsäge STIHL MS 162, MS 172 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Deutschland erklärt in alleiniger Verantwortung, dass Bauart: Motorsäge Fabrikmarke: STIHL Typ: MS 162, Serienidentifizierung: 1148 Hubraum: 30,1 cm³ Typ: MS 172, Serienidentifizierung: 1148 Hubraum: 31,8 cm³ den einschlägigen Bestimmungen der Richtlinien 2011/65/EU, 2006/42/EG, 2014/30/EU und 2000/14/EG entspricht und in Übereinstimmung mit den jeweils zum Produktionsdatum gültigen Versionen der folgenden Normen entwickelt und gefertigt worden ist: EN ISO 116811, EN 55012 und EN 6100061. Die EG-Baumusterprüfung nach Richtlinie 2006/42/EG, Art. 12.3(b) wurde durchgeführt bei: 102 0458-200-7621-A 24 UKCA-Konformitätserklärung DPLF, Deutsche Prüf- und Zertifizierungsstelle für Land- und Forsttechnik GbR (NB 0363), Spremberger Straße 1, 64823 GroßUmstadt, Deutschland Zertifizierungsnummer: MS 162: K-EG-2019/9432 MS 172: K-EG-2019/9434 Zur Ermittlung des gemessenen und des garan- tierten Schallleistungspegels wurde nach Richtli- nie 2000/14/EG, Anhang V, unter Anwendung der Norm ISO 9207 verfahren. MS 162 Gemessener Schallleistungspegel: 113 dB(A) Garantierter Schallleistungspegel: 115 dB(A) MS 172 Gemessener Schallleistungspegel: 114 dB(A) Garantierter Schallleistungspegel: 116 dB(A) Die Technischen Unterlagen sind bei der Pro- duktzulassung der AND- REAS STIHL AG & Co. KG aufbewahrt. Das Baujahr und die Maschinennummer sind auf der Motorsäge angegeben. Waiblingen, 01.08.2022 ANDREAS STIHL AG & Co. KG i. V. Robert Olma, Vice President, Regulatory Affairs & Global Governmental Relations 24 UKCA-Konformitätserklä- rung 24.1 Motorsäge STIHL MS 162, MS 172 ANDREAS STIHL AG & Co. KG Badstraße 115 D-71336 Waiblingen Deutschland erklärt in alleiniger Verantwortung, dass Bauart: Motorsäge Fabrikmarke: STIHL Typ: MS 162, Serienidentifizierung: 1148 0458-200-7621-A deutsch Hubraum: 30,1 cm³ Typ: MS 172, Serienidentifizierung: 1148 Hubraum: 31,8 cm³ den einschlägigen Bestimmungen der UK-Ver- ordnungen The Restriction of the Use of Certain Hazardous Substances in Electrical and Electro- nic Equipment Regulations 2012, Supply of Machinery (Safety) Regulations 2008, Electro- magnetic Compatibility Regulations 2016 und Noise Emission in the Environment by Equip- ment for use Outdoors Regulations 2001 ent- spricht und in Übereinstimmung mit den jeweils zum Produktionsdatum gültigen Versionen der folgenden Normen entwickelt und gefertigt wor- den ist: EN ISO 116811, EN 55012 und EN 6100061. Die Baumusterprüfung wurde durchgeführt bei: Intertek Testing & Certification Ltd, Academy Place, 1 9 Brook Street, Brentwood Essex, CM14 5NQ, United Kingdom Zertifizierungsnummer: MS 162: ITS UK MCR 27 MS 172: ITS UK MCR 28 Zur Ermittlung des gemessenen und des garan- tierten Schallleistungspegels wurde nach UKVerordnung Noise Emission in the Environment by Equipment for use Outdoors Regulations 2001, Schedule 8, unter Anwendung der Norm ISO 9207 verfahren. MS 162 Gemessener Schallleistungspegel: 113 dB(A) Garantierter Schallleistungspegel: 115 dB(A) MS 172 Gemessener Schallleistungspegel: 114 dB(A) Garantierter Schallleistungspegel: 116 dB(A) Die Technischen Unterlagen sind bei der AND- REAS STIHL AG & Co. KG aufbewahrt. Das Baujahr und die Maschinennummer sind auf der Motorsäge angegeben. Waiblingen, 01.08.2022 ANDREAS STIHL AG & Co. KG i. V. Robert Olma, Vice President, Regulatory Affairs & Global Governmental Relations 103 www.stihl.com *04582007621A* 0458-200-7621-A *04582007621A* 0458-200-7621-A
STIHL International Website - Your manufacturer for power garden tools | STIHLCO2 Values of our Products according to EURO V | STIHLREACH Regulation regarding our Products | STIHLBrochure: Sharpening a STIHL saw chain | STIHLInformation on Physical Agents Directive Vibration | STIHLSTIHL International Website - Your manufacturer for power garden tools | STIHLREACH Regulation regarding our Products | STIHLBrochure: Sharpening a STIHL saw chain | STIHL